ECLI:NL:RBHAA:2010:BL3524

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
447324 - VV EXPL 09-329
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot tewerkstelling en betaling salaris in kort geding tussen werknemer en werkgever

In deze zaak vordert eiser, een werknemer, in kort geding dat gedaagde, zijn voormalige werkgever Sanoma Uitgevers, hem toelaat tot het werk en zijn salaris betaalt. De arbeidsovereenkomst tussen eiser en zijn eerdere werkgever Aldipress werd ontbonden per 1 september 2009, met een vergoeding van € 75.000,00. Tijdens de ontbindingsprocedure heeft Sanoma Uitgevers eiser een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden, die eiser heeft aanvaard. Echter, op de ingangsdatum van de nieuwe overeenkomst werd eiser niet tot het werk toegelaten, wat leidde tot de huidige procedure. De kantonrechter oordeelt dat er op 15 mei 2009 overeenstemming was over de essentialia van de arbeidsovereenkomst, en dat eiser recht heeft op toegang tot het werk en betaling van zijn salaris. De vordering van eiser wordt toegewezen, en Sanoma Uitgevers wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten en een dwangsom voor elke dag dat zij niet aan de uitspraak voldoet.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Haarlem
zaak/rolnr.: 447324 / VV EXPL 09-329
datum uitspraak: 29 januari 2010
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING
inzake
[eiser]
te [woonplaats]
eiser
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. U. Hoogland
tegen
de besloten vennootschap
SANOMA UITGEVERS B.V.
te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen Sanoma Uitgevers
gemachtigde mr. N.A. de leeuw
De procedure
[eiser] heeft Sanoma Uitgevers op 28 december 2009 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 januari 2010. De gemachtigden hebben pleitnotities overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht. Partijen hebben stukken in het geding gebracht.
De feiten
a. [eiser] is in 1978 in dienst getreden van Aldipress B.V. (hierna: Aldipress), distributeur van tijdschriften. Aldipress valt binnen het concern Sanoma Magazines en zij kent als zustermaatschappij Sanoma Uitgevers.
b. In 2008 heeft Aldipress [eiser] voor twee dagen per week gedetacheerd bij Sanoma Uitgevers.
c. Aldipress heeft op 27 januari 2009 aan [eiser] voorgesteld zijn dienstverband met ingang van 1 april 2009 te beëindigen en om te zetten in twee tijdelijke dienstverbanden voor de duur van een jaar bij enerzijds Aldipress voor 2 dagen per week en anderzijds Sanoma Uitgevers voor 3 dagen per week. [eiser] is daarmee niet akkoord gegaan.
d. Aldipress heeft vervolgens bij de kantonrechter te Utrecht een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen haar en [eiser]. Dat verzoek is ter zitting van 15 mei 2009 behandeld.
e. Tijdens een schorsing van die zitting heeft Aldipress contact opgenomen met Sanoma Uitgevers. Bij beschikking van 15 mei 2009 heeft de kantonrechter de overeenkomst tussen Aldipress en [eiser] tegen 1 september 2009 ontbonden en is aan [eiser] een vergoeding toegekend van € 75.000,00 bruto. De kantonrechter heeft daarbij in overweging genomen: “dat aan verwerende partij een dienstverband voor onbepaalde tijd gedurende drie dagen per week is aangeboden bij Sanoma Uitgevers B.V., die overigens wel heeft aangegeven dat de anciënniteit met de vergoeding is afgekocht”.
f. In de aantekeningen van de griffier van de zitting van 15 mei 2009 staat onder meer het navolgende: “Ktr: Zou je met mediator niet rond de tafel kunnen gaan zitten. Vraag mij af wat hier a/d hand is. Waarom bedrag in plaats v aan [eiser] niet aan Sanoma betalen? [eiser] zou zinvolle functie kunnen bekleden.(…) na 2e schorsing. Hoogland: moeten uw expertise hebben. Vd Giessen: bereid contract v 3 dgn onbep tijd te geven (Sanoma) andere 2 dgn afscheid nemen comp met ktr formule afgerond 75.000,= zonder anciënniteit. Ktr: vind het een redelijke deal (…) Ktr: lijkt mij beter als u zelf vastste.ovk opstelt. Vd Giessen: ontb wel te prefaleren. Ktr: neutrale gronden ontb voor 2 dgn. Bij bepalen vd verg dat [eiser] 3 dgn in dienst zal zijn bij Sanoma Uitgevers BV die op haar beurt ervan uitgaat dat anciënniteit is afgekocht. ontb per 1-9-09 verg 75.000,= adv kosten 3500,= ex BTW”.
g. Bij brief van 2 juli 2009 heeft Sanoma Uitgevers aan [eiser] het navolgende geschreven: “Hierbij bevestig ik formeel de vastlegging van het arbeidsvoorwaardelijk pakket dat wij in het gesprek van 2 juli met elkaar hebben besproken(zie bijlage). Helaas is er in het vorige aanbod onterecht uitgegaan van een te laag maximum bedrag van schaal Hay 10. Dit is inmiddels aangepast in de bijlage. In je functie van medewerker Risk Management rapporteer je aanXXX . Je hebt met hem afgesproken dat je een beschrijving krijgt over de verwachte output in deze functie. We hebben afsluitend de afspraak gemaakt dat jij het initiatief neemt om ruim op tijd (ook rekening houdend met mijn vakantie 24 juli-7 augustus) voor 1 september mij laat weten of je akkoord gaat met de condities.”
h. Op 21 juli 2009 heeft Sanoma Uitgevers aan [eiser] ondermeer het navolgende bericht: “in antwoord op je brief van 2 juli 2009, reageer ik hierbij op de twee vragen, te weten je vraag over de inschaling van de functie en over de dienstjaren opgebouwd bij Aldipress. De Sanoma Uitgevers inschaling van de functie Medewerker Risk Management staat los van de toeslag die je bij Aldipress hebt ontvangen. Ook bij Aldipress zou deze functie ingedeeld zijn in Hay 10 als je daar een nieuw dienstverband zou zijn aangegaan voor 2 dagen vanaf 1 september 2009 (…) Dan de opmerking met betrekking tot de dienstjaren. Ik wil hier nadrukkelijk verwijzen naar de beschikking van de kantonrechter, pag.2. in de beschikking is duidelijk gesteld dat met de beëindigingvergoeding van € 75.000,00 de anciënniteit is vergoed”.
i. Op 25 augustus 2009 heeft Sanoma Uitgevers aan [eiser] (onder meer) het volgende medegedeeld: “Op 2 juli 2009 hebben wij ons voorstel, waaronder wij (Sanoma Uitgevers) een arbeidsovereenkomst met jou wensen aan te gaan, besproken en bij brief van dezelfde datum formeel bevestigd. (..) nu je ons aanbod op 2 belangrijke aspecten afwijst en de brief van 21 juli jou niet overtuigt, kunnen wij niet anders concluderen dan dat jij je niet wenst te houden aan gemaakte afspraken. Wij stellen je nog 1x in de gelegenheid ons aanbod gaaf en onvoorwaardelijk te accepteren bij gebreke waarvan dit is vervallen.”
j. Bij brief van 27 augustus 2009 heeft de gemachtigde van [eiser] de gemachtigde van Sanoma Uitgevers onder meer het navolgende medegedeeld: “Eerder dit jaar is er overeenstemming bereikt tussen [eiser] en Sanoma Uitgevers over een dienstverband voor onbepaalde tijd, ingaande per 1 september 2009. De heer [eiser] blijft in dat kader ook voor Sanoma Uitgevers werken, waarmee overigens geen verandering komt in het werk dat hij thans uitvoert. (…) De heer [eiser] is vanaf 1 september 2009 in dienst van Sanoma en vertrouwt erop dat hij zijn werk kan voortzetten en Sanoma de collectieve regelingen eerbiedigt. Aangaande de dienstjaren dient de handelswijze van Sanoma natuurlijk ook te vallen onder de collectieve regeling, waarover [eiser] terecht opheldering heeft gevraagd. Het komt er derhalve op neer dat er tussen partijen overeenstemming is bereikt, doch dat [eiser] het opgestelde schriftelijke vastlegging niet correct vindt, in het bijzonder omdat deze zich niet verdraagt met de collectieve regelingen van Sanoma. [eiser] wil boven de schriftelijke vastlegging als ondergrens, zich het recht voorbehouden om een beroep te doen op de collectieve afspraken, daar deze hem een aanspraak op meer geven. Het vraagstuk is derhalve niet of er een arbeidsovereenkomst is, doch wat de collectieve regeling in deze met zich meebrengen”.
k. Bij brief van 31 augustus 2009 heeft de gemachtigde van Sanoma Uitgevers aan de gemachtigde van [eiser] onder meer laten weten: “omdat uw cliënt zich niet daarbij wenst neer te leggen hetgeen uw brief van 27 augustus jl maar weer eens bevestigt, is darmee het aanbod van cliënte Sanoma Uitgevers definitief vervallen. Tot 1 september 2009 is uw cliënt in dienst van Aldipress en is hij door Aldipress gedurende enige dagen per week op detacheringbasis werkzaam bij Sanoma Uitgevers. Nu dit dienstverband per genoemde datum eindigt, zal ook aan de detachering bij Sanoma Uitgevers per die datum een einde komen.”
De vordering
[eiser] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) Sanoma Uitgevers te veroordelen [eiser] toe te laten tot het werk op straffe van verbeurte van een dwangsom en het loon van € 2.671,73 bruto per maand te betalen, te vermeerderen met rente en wettelijke verhoging, alsmede een bedrag van € 714,00 voor gemaakte buitengerechtelijke kosten.
[eiser] legt aan zijn vordering onder meer het volgende ten grondslag.
Tussen [eiser] en Sanoma Uitgevers is op 15 mei 2009 bij de mondelinge behandeling van het bij de kantonrechter te Utrecht door Aldipress ingediende ontbindingsverzoek een arbeidsovereenkomst tot stand gekomen. Sanoma Uitgevers heeft toen een concreet aanbod gedaan, want het werk, de dagen, de uren, waren bekend. [eiser] dient volgens de CAO betaald te worden. Bij brief van 27 augustus 2009 heeft [eiser] zich akkoord verklaard met de vastlegging en de indeling in schaal Hay10 maar heeft zich eventuele uit de CAO voortvloeiende verdergaande rechten voorbehouden. [eiser] zou per 1 september 2009 bij en voor Sanoma Uitgevers aan het werk gaan tegen het salaris in Hay 10. Ten onrechte heeft Sanoma Uitgevers [eiser] niet toegelaten tot het werk. Omdat Sanoma Uitgevers [eiser] vanaf 1 september 2009 de toegang tot het werk weigert en verzuimt het loon te betalen, heeft [eiser] een spoedeisend belang bij zijn vordering.
Het verweer
Sanoma Uitgevers betwist de vordering en voert aan dat er geen arbeidsovereenkomst tussen partijen tot stand is gekomen, omdat geen overeenstemming is bereikt over wezenlijke aspecten van de arbeidsovereenkomst, te weten de hoogte van het loon en de anciënniteit althans afkoop daarvan. Sanoma Uitgevers heeft een redelijk aanbod gedaan, maar dit aanbod is niet door [eiser] aanvaard. Sanoma Uitgevers betwist dat [eiser] een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening.
De beoordeling
1. Sanoma Uitgevers heeft aangevoerd dat [eiser] het moment waarop hij een voorlopige voorziening kon vragen en werkelijk een spoedeisend belang had zonder goede gronden voorbij heeft laten gaan, zodat zijn vordering moet worden afgewezen.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat de gemachtigde van [eiser] onmiddellijk na ontvangst van de brief van 31 augustus 2009, toen duidelijk was dat Sanoma Uitgevers [eiser] op 1 september 2009 niet meer tot het werk zou toelaten, de onderhavige spoedprocedure heeft aangekondigd. [eiser] heeft ter zitting toegelicht dat hij vervolgens bij de kantonrechter te Utrecht het proces-verbaal van de zitting van 15 mei 2009 heeft opgevraagd en de aantekeningen van de griffier eerst recent heeft ontvangen.
3. Dat [eiser] kennelijk lang op het proces-verbaal van de zitting van 15 mei 2009 heeft moeten wachten en om die reden deze procedure niet eerder heeft aangevangen, betekent niet dat [eiser] thans geen spoedeisend belang (meer) heeft bij de gevraagde voorziening. Hij is dan ook ontvankelijk in zijn vordering.
4. De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van [eiser] zal worden toegewezen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit het geval is.
5. [eiser] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat tijdens de zitting van 15 mei 2009 bij de kantonrechter te Utrecht tussen partijen een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen.
6. Sanoma Uitgevers heeft bij de mondelinge behandeling van dit kort geding bevestigd dat zij op 15 mei 2009 Aldipress (telefonisch) heeft gemachtigd om aan [eiser] per 1 september 2009 een dienstverband voor onbepaalde tijd voor 3 dagen per week aan te bieden. Vast staat dat Aldipress dit aanbod heeft meegenomen in haar beëindigingvoorstel, zoals verwoord in de hierboven onder de feiten sub f. aangehaalde aantekeningen van de griffier van de zitting van 15 mei 2009. Dat [eiser] ter zitting met dit voorstel heeft ingestemd blijkt voldoende uit het feit dat de kantonrechter in de beschikking van 15 mei 2009 bij de toekenning van de ( tussen partijen afgesproken) vergoeding van € 75.000,00 heeft overwogen dat hiermee de anciënniteit van [eiser] in de nieuwe baan bij Sanoma geacht wordt te zijn afgekocht. Door met de genoemde vergoeding akkoord te gaan, heeft [eiser] dan ook – in elk geval impliciet- het aanbod van Sanoma Uitgevers om per 1 september 2009 voor onbepaalde tijd voor 3 dagen per week in dienst te treden, aanvaard.
7. Tussen partijen is niet in geschil dat op 15 mei 2009 over de door Sanamo Uitgevers aan van Gijn aangeboden functie geen onduidelijkheid bestond, omdat hij immers reeds op detacheringbasis bij Sanoma Uitgevers werkzaam was.
8. Over de bij de aangeboden functie behorende beloning is ter zitting van 15 mei 2009 kennelijk niet gesproken, maar in deze procedure is niet betwist dat [eiser] onder de collectieve regelingen van Sanoma Uitgevers valt en dat in die regelingen is vastgelegd welke beloningen bij bepaalde functies horen. Bovendien was [eiser] al werkzaam voor Sanoma Uitgevers via detachering door Aldipress, waarvoor hij (via Aldipress) ook loon ontving.
9. Gelet op het vorenstaande moet de conclusie zijn dat op 15 mei 2009 tussen partijen over alle essentialia ( ingangsdatum, arbeidsduur, functie en beloning) van de arbeidsovereenkomst overeenstemming bestond.
10. Dat vervolgens in het tussen partijen na 15 mei 2009 gevoerde overleg discussie is ontstaan over de schaalindeling (en daarmee over de beloning) van de functie van [eiser], maakt dit oordeel niet anders. Immers deze discussie zag uitsluitend op de toepassing van de in de CAO neergelegde regelingen. Bovendien heeft [eiser] bij brief van 27 augustus 2009 medegedeeld de door Sanoma Uitgevers in haar schriftelijke vastlegging opgenomen salarisschaal Hay 10, als ondergrens te accepteren.
11. Sanoma Uitgevers heeft nog aangevoerd dat over de essentialia van de arbeidsovereenkomst geen overeenstemming is bereikt, nu [eiser] zich niet heeft willen neerleggen bij de op 15 mei 2009 overeengekomen afkoop van zijn anciënniteit, terwijl in de beschikking van de kantonrechter met zoveel woorden is overwogen dat Sanoma Uitgevers heeft aangegeven dat met de beëindigingvergoeding de anciënniteit is afgekocht. Met dit betoog gaat Sanoma Uitgevers er echter aan voorbij dat [eiser] op 15 mei 2009 deze afspraak, alsmede het aanbod van Sanoma Uitgevers, heeft aanvaard en daaraan gebonden is. Dat [eiser] na 15 mei 2009 (ten onrechte) een ander standpunt heeft ingenomen, maakt niet dat daarmee de arbeidsovereenkomst (alsnog) te niet is gegaan. Een arbeidsovereenkomst kan immers uitsluitend op bij de wet voorgeschreven wijze tot een einde komen.
12. Op grond van het vorenstaande is de kantonrechter voorshands van oordeel dat tussen partijen per 1 september 2009 een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, zodat de vordering om tot het werk te worden toegelaten en tot betaling van achterstallig loon zal worden toegewezen. Dat Sanoma Uitgevers inmiddels intern in de functie van [eiser] heeft voorzien, zoals door Sanoma Uitgevers is aangevoerd, komt voor haar rekening en risico en kan niet aan [eiser] worden tegengeworpen.
13. De vordering tot betaling van het vakantiegeld wordt niet toegewezen, omdat die niet nu maar eerst in mei 2010 of per einde van het dienstverband opeisbaar is. De vordering tot betaling van de wettelijke verhoging wordt eveneens afgewezen omdat, mede gelet op de vertraging die is ontstaan bij het aanhangig maken van de onderhavige procedure, voorshands onvoldoende aannemelijk is geworden dat deze vordering in een eventuele bodemprocedure zal worden toegewezen. Aan de te verbeuren dwangsom zal een (voorlopig) maximum worden verbonden.
14. [eiser] heeft een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Sanoma Uitgevers heeft deze vordering (gemotiveerd) betwist. Niet is gesteld of gebleken dat de door [eiser] verrichte werkzaamheden meer hebben omvat dan waarvoor de proceskosten een vergoeding plegen in te sluiten. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten moet daarom worden afgewezen.
15. Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht behoeft geen bespreking meer, nu dit in het licht van hetgeen in dit vonnis is vastgesteld en overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
16. De proceskosten komen voor rekening van Sanoma Uitgevers omdat deze in het ongelijk wordt gesteld.
De beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt Sanoma Uitgevers bij wijze van voorlopige voorziening:
a. om [eiser] na betekening van dit vonnis toe te laten tot het verrichten van de bedongen werkzaamheden;
b. om aan [eiser] te betalen het loon van € 2.671,73 bruto vanaf 1 september 2009 tot aan het moment dat het dienstverband rechtsgeldig zal zijn beëindigd;
c. om aan [eiser] te betalen de wettelijke rente over de hiervoor onder b bedoelde bedragen vanaf het moment dat deze verschuldigd zijn;
- bepaalt dat Sanoma Uitgevers een dwangsom verbeurt van € 500,00 voor iedere dag dat deze de hiervoor onder a. gegeven beslissing niet nakomt, tot een (voorlopig) maximum van € 50.000,00;
- veroordeelt Sanoma Uitgevers tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van [eiser] tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 96,97
vastrecht € 208,00
salaris gemachtigde € 400,00;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.A. Pott Hofstede, bijgestaan door mr. I.M. ter Sluis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.