ECLI:NL:RBHAA:2010:BL1112
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.C.M. Rutten
- M. Daalmeijer
- M. Hoendervoogt
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis in de Enclave-zaak met betrekking tot onderzoekswensen
In deze zaak, die bekend staat als de Enclave-zaak, heeft de rechtbank op 28 januari 2010 een tussenvonnis gewezen naar aanleiding van de openbare regiezittingen van 18 en 21 januari 2010. De verdachte, geboren in 1957 en woonachtig in Amsterdam, werd vertegenwoordigd door de advocaten mrs. B.L.M. Ficq en M.E. van der Werf. Tijdens de regiezittingen zijn verschillende verzoeken gedaan door zowel de verdediging als het openbaar ministerie. De rechtbank heeft de verzoeken beoordeeld aan de hand van het criterium van het verdedigingsbelang, zoals vastgelegd in artikel 288 van het Wetboek van Strafvordering.
De verdediging heeft verzocht om het horen van meerdere getuigen, waaronder [getuige 1] en [getuige 2], en heeft ook gevraagd om inzage in bepaalde dossierstukken. De rechtbank heeft geoordeeld dat het noodzakelijk is om getuigen [getuige 1] en [getuige 2] te horen, evenals de deskundige M. Pheijffer. De rechtbank heeft echter ook verzoeken afgewezen, zoals het horen van [getuige 6] en andere rechtmatigheidsgetuigen, omdat de verdediging onvoldoende heeft onderbouwd dat het horen van deze getuigen relevant zou zijn voor de zaak.
Daarnaast heeft de rechtbank besloten dat de verdediging de mogelijkheid krijgt om bepaalde geluidsopnamen van gesprekken tussen de CIE en W.A.A.P.M. Endstra te beluisteren. Dit is van belang voor de verdediging, gezien de aard van de beschuldigingen tegen de verdachte. De rechtbank heeft de oproeping van de getuigen en deskundigen bevolen voor een nader te bepalen datum en tijdstip, en heeft de stukken in handen gesteld van de rechter-commissaris voor verdere behandeling.