ECLI:NL:RBHAA:2010:BL0857
Rechtbank Haarlem
- Kort geding
- E.P. Stolp
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden en loonvordering
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam bij Schiphol Travel International B.V., een kort geding aangespannen om loon te vorderen over de periode van 1 oktober 2009 tot 1 december 2009. Eiseres was in dienst voor een jaar, maar op 29 juli 2009 heeft de directeur van Schiphol Travel, [XXX], haar meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst niet verlengd zou worden. Eiseres heeft na deze datum geen werkzaamheden meer verricht en heeft een WW-uitkering aangevraagd, die door het UWV niet werd verstrekt. Eiseres stelt dat zij niet ondubbelzinnig heeft ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband, omdat zij niet op de hoogte was van de gevolgen voor haar WW-rechten.
De kantonrechter oordeelt dat voor een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden een duidelijke verklaring van de werknemer vereist is. De werkgever heeft de verplichting om de werknemer te informeren over de mogelijke gevolgen van een beëindiging, zoals het verlies van recht op een WW-uitkering. De kantonrechter concludeert dat Schiphol Travel niet heeft aangetoond dat eiseres op de hoogte was van deze gevolgen, waardoor niet aannemelijk is dat zij daadwerkelijk heeft ingestemd met de beëindiging van haar dienstverband per 1 oktober 2009.
De vordering van eiseres wordt toegewezen, waarbij Schiphol Travel wordt veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en vakantiegeld, vermeerderd met wettelijke rente en verhoging. De proceskosten komen voor rekening van Schiphol Travel, omdat zij in het ongelijk is gesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. E.P. Stolp, bijgestaan door drs. A.J. Verkruisen, griffier, op 15 januari 2010.