ECLI:NL:RBHAA:2010:BK9843

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
13 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
164356 - KG RK 09-1267
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.J. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van conservatoir beslag en aansprakelijkheid van de advocaat

In deze beschikking van de Rechtbank Haarlem, gedateerd 13 januari 2010, werd de vraag behandeld of er tweemaal beslag was gelegd met hetzelfde verlof en of de advocaat aansprakelijk was voor de schade die voortvloeide uit de beslaglegging. De zaak betreft een verzoekschrift van de besloten vennootschap P&H Holding B.V. (verzoekster) tegen Hartman Bouw- en Totaalonderhoud B.V. en Hartman Den Haag B.V. (verweerders). Verzoekster had verzocht om verlof voor conservatoir beslag op roerende zaken van verweerder, omdat zij meende dat het eerder verleende verlof onterecht tweemaal was gebruikt, wat haar schade zou hebben berokkend.

De rechtbank oordeelde dat het beslag dat op 26 oktober 2009 was gelegd door Hartman Den Haag niet rechtsgeldig was, omdat dit beslag was gelegd op verzoek van een andere partij dan degene op wiens verzoek het verlof was verleend. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verlof enkel door Hartman gebruikt had kunnen worden en dat het beslag op 13 november 2009, dat wel door Hartman was gelegd, rechtsgeldig was. De rechtbank wees het verzoek van verzoekster af, omdat er geen sprake was van onrechtmatig handelen door verweerder. Bovendien werd verzoekster veroordeeld in de proceskosten, die op € 816,00 werden begroot.

De uitspraak benadrukt de noodzaak voor advocaten om zorgvuldig om te gaan met de verlening van verlof voor beslaglegging en de verantwoordelijkheden die zij hebben ten aanzien van hun cliënten. De beslissing maakt duidelijk dat niet elke schade die voortvloeit uit een beslaglegging automatisch leidt tot aansprakelijkheid van de advocaat, vooral als er geen duidelijke onderbouwing is voor die aansprakelijkheid.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rekestnummer: 164356 / KG RK 09-1267
Beschikking van 13 januari 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
P&H HOLDING B.V.,
gevestigd te Landsmeer,
verzoekster,
advocaat mr. J.A. Oudendijk te Amsterdam,
tegen
mr. [A],
gevestigd te Haarlem,
verweerder,
advocaat mr. M.N. Mense te Haarlem.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift
- de mondelinge behandeling.
2. Feiten
2.1. In een verzoekschrift d.d. 23 oktober 2009 heeft mr. [A] zich als advocaat gesteld voor de besloten vennootschap Hartman Bouw- en Totaalonderhoud B.V. (hierna: Hartman) en aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam verzocht om verlof te verlenen om ten laste van verzoekster conservatoir beslag te mogen leggen op een aantal in het verzoekschrift genoemde onroerende zaken. Dit verzoek is op dezelfde dag toegewezen door de voorzieningenrechter (hierna ook: het verlof).
2.2. Met gebruikmaking van het vorenbedoelde verlof heeft de besloten vennootschap Hartman Den Haag B.V. (hierna: Hartman Den Haag) op 26 oktober 2009 conservatoir beslag laten leggen op 19 onroerende zaken van verzoekster.
2.3. Bij brief d.d. 12 november 2009 heeft de advocaat van verzoekster aan Hartman Den Haag verzocht om de gelegde beslagen op te heffen omdat deze niet rechtsgeldig zouden zijn gelegd.
2.4. Naar aanleiding van deze brief heeft mr. R.J. Oost (hierna: mr. Oost) van Boeder CS Gerechtsdeurwaarders per fax d.d. 13 november 2009 aan de advocaat van verzoekster geschreven dat het beslag ten verzoeke van Hartman Den Haag is opgeheven en dat de doorhaling is ingeschreven in het kadaster.
2.5. Met gebruikmaking van het daartoe verleende verlof heeft Hartman ten laste van verzoekster op 13 november 2009 conservatoir beslag laten leggen op 19 onroerende zaken.
3. De beoordeling
3.1. In het verzoekschrift heeft verzoekster de voorzieningenrechter verzocht verlof te verlenen om ten laste van verweerder conservatoir beslag te mogen leggen op de roerende zaken zoals deze zich bevinden op het zaakadres van verweerder te Haarlem, met begroting van de vordering op € 425.000,00. Verzoekster heeft daaraan ten grondslag gelegd dat het verlof om beslag te mogen leggen zoals afgegeven door de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam in opdracht van verweerder ten onrechte tweemaal gebruikt is en dat verzoekster daardoor schade lijdt. Volgens verzoekster heeft zij recht en belang deze vordering tot schadevergoeding te verzekeren door het leggen van conservatoir beslag ten laste van verweerder.
3.2. Verweerder heeft primair het verweer gevoerd dat er niet tweemaal beslag is gelegd met gebruikmaking van hetzelfde verlof en daarnaast heeft hij betwist dat hij opdracht heeft gegeven tot het leggen van het beslag op 13 november 2009, zodat het vermeend onrechtmatig handelen van verweerder niet zijn handelen was.
3.3. Dit verweer slaagt. Gegeven het feit dat het beslag op 26 oktober 2009 is gelegd op verzoek van een andere partij dan de partij op wiens verzoek het verlof is verleend, te weten op verzoek van Hartman Den Haag in plaats van Hartman, is het verlof daarmee niet gebruikt. De enige partij die gerechtigd was om van dit verlof gebruik te maken en ten verzoeke van wie het zou kunnen worden aangewend voor het leggen van een rechtsgeldig beslag is immers Hartman als de partij ten faveure van welke het verlof is verleend. Aldus is eerst beslag gelegd met gebruikmaking van het verlof op 13 november 2009. Het op 26 oktober 2009 gelegde verlof is in zoverre van geen enkele betekenis en ten aanzien van het beslag van 13 november 2009 kan niet worden gesproken van een beslag dat is gelegd zonder de daarvoor vereiste toestemming van de voorzieningenrechter.
3.4. Daarnaast heeft te gelden dat het verzoekschrift waarbij is verzocht om het verlof
te verlenen weliswaar is ingediend door verweerder als advocaat van Hartman, doch ter zitting
heeft verweerder onbetwist aangevoerd dat niet hij opdracht heeft gegeven tot het leggen van
het beslag op 13 november 2009 maar dat dit is gebeurd in opdracht van Boeder CS
Gerechtsdeurwaarders die optreden als incassogemachtigde van Hartman. Ook al zou
verweerder wel opdracht hebben gegeven tot het leggen van het beslag, dan zou hij daarmee
bovendien niet zonder meer aansprakelijk zou zijn voor de als gevolg daarvan door verzoekster
gesteld geleden schade. In dit verband ontbreekt in het verzoekschrift iedere verdere
onderbouwing ten aanzien van de aansprakelijkheid van verweerder.
3.5. Concluderend ontbeert de vordering zoals door verzoekster geformuleerd in het
verzoekschrift iedere grondslag, zodat het verzoek niet voor toewijzing in aanmerking komt.
3.6. Gelet op het verzoek van verweerder om verzoekster te veroordelen in de
proceskosten, zal verzoekster als de in het ongelijk gestelde partij in die kosten worden
veroordeeld. De kosten worden begroot op € 816,00 salaris advocaat.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4.1. wijst het verzoek af,
4.2. veroordeelt verzoekster in de proceskosten, aan de zijde van verweerder tot op heden begroot op € 816,00.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2010.?