ECLI:NL:RBHAA:2010:BK9090
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beslaglegging en rechtmatigheid in de Klimop-zaak
Op 12 januari 2010 heeft de rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak met registratienummer 09/1406, waarin klaagster, [C] B.V., een klaagschrift indiende tegen de gelegde beslagen. Het klaagschrift, ingediend door mr. C.A.M.J. Raymakers, strekte tot opheffing van het beslag van € 4.370.754,08, dat was gelegd in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar valsheid in geschrift en witwassen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in raadkamer op 18 december 2009, waarbij klaagster werd vertegenwoordigd door mr. C.A.M.J. Raymakers en mr. C.M. Slangen, en de officier van justitie mr. C.J. Zweers aanwezig was.
De rechtbank oordeelde dat de rechtmatigheid van de beslagen niet in het geding was, ondanks de door klaagster aangevoerde punten, waaronder de vermeende overlap van beslagen en de hoogte van het geschatte wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank stelde vast dat de beslagen niet disproportioneel waren en dat de vermelding van het maximumbedrag niet betekende dat dit het maximale bedrag was waarvoor beslag gelegd mocht worden. De rechtbank concludeerde dat het niet hoogst onwaarschijnlijk was dat de strafrechter later een ontnemingsmaatregel zou opleggen.
De rechtbank verklaarde het beklag ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de rechtmatigheid van de gelegde beslagen niet werd aangetast door het feit dat er beslag was gelegd op dezelfde vorderingen ten laste van meerdere (rechts)personen. De rechtbank benadrukte dat bij meerdere verdachten het wederrechtelijk verkregen voordeel vanuit het subject moet worden beschouwd, wat betekent dat ontneming mogelijk is zonder dat sprake is van dubbele ontneming. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de meervoudige raadkamer.