ECLI:NL:RBHAA:2010:BK9088
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een klaagschrift inzake conservatoir beslag
Op 20 november 2009 werd een klaagschrift ingediend door mr. C.A.M.J. Raymakers, gemachtigde van klager [VENNOOT B], tegen de rechtmatigheid van conservatoir beslag gelegd op de tegoeden van [C] B.V. Dit klaagschrift werd op 18 december 2009 behandeld in raadkamer. Klager, die directeur en enig aandeelhouder van [C] B.V. is, betwistte de rechtmatigheid van het beslag op verschillende gronden, waaronder de overschrijding van de machtiging voor het beslag en de overlapping met andere beslagen. De officier van justitie, mr. C.J. Zweers, stelde dat klager niet als belanghebbende in de zin van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan worden aangemerkt, omdat het beslag betrekking heeft op vorderingen van [C] B.V. en niet op persoonlijke vorderingen van klager.
De rechtbank oordeelde dat klager niet ontvankelijk is in zijn klacht, omdat alleen de belanghebbende, in dit geval [C] B.V., gerechtigd is tot het doen van beklag. De enkele omstandigheid dat klager directeur en aandeelhouder is, maakt hem niet tot belanghebbende in de zin van artikel 552a Sv. De rechtbank verklaarde klager niet-ontvankelijk in zijn beklag, en deze beslissing werd openbaar uitgesproken op 12 januari 2010. De samenstelling van de meervoudige raadkamer bestond uit mr. M.J.A. Plaisier, mr. J.J. Dijk en mr. K.G. Witteman, met mr. D. Ket als griffier.