Uitspraak
Ontstaan en loop van het geding
2.Tussen partijen vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
Op grond van artikel 36, tweede lid, Iw is het lichaam verplicht om onverwijld nadat gebleken is dat het niet tot betaling van de loonbelasting en de omzetbelasting in staat is, daarvan mededeling te doen aan de ontvanger en, indien de ontvanger dit verlangt, nadere inlichtingen te verstrekken en stukken over te leggen. Elke bestuurder is bevoegd om namens het lichaam aan deze verplichting te voldoen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de inhoud van de mededeling, de aard en de inhoud van de te verstrekken inlichtingen en de over te leggen stukken, alsmede de termijnen waarbinnen het doen van de mededeling, het verstrekken van de inlichtingen en het overleggen van de stukken dienen te geschieden.
“1. De mededeling, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de wet, wordt gedaan uiterlijk twee weken na de dag waarop ingevolge artikel 19 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de verschuldigde belasting behoorde te zijn afgedragen of voldaan.
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de beschikking aansprakelijkstelling in die zin dat de aansprakelijkstelling voor de omzetbelasting over het derde kwartaal 2007 vervalt, alsmede dat eiser niet aansprakelijk wordt gehouden voor de boetes en de kosten;