ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7935

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
27 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15-030453-99
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van de termijn van verlenging van terbeschikkingstelling tot één jaar

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 november 2009 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in Turkije en momenteel verblijvend in het Forensisch Psychiatrisch Centrum De Oostvaarderskliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling beoordeeld, waarbij deskundigen zijn gehoord. De terbeschikkinggestelde vertoont ernstige psychische problemen, waaronder een narcistische persoonlijkheidsstoornis en psychotische symptomen, die zijn behandeling bemoeilijken. Ondanks eerdere behandelingen in verschillende klinieken, zijn er geen duidelijke vooruitgangen geboekt en zijn er zelfs geweldsincidenten geweest. De deskundigen hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, maar de rechtbank heeft besloten om deze termijn te beperken tot één jaar, mede op basis van de huidige stand van zaken in de behandeling en de veiligheid van anderen. De rechtbank heeft het verzoek van de raadsman om aanhouding van de beslissing afgewezen, omdat er op dat moment geen voorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling werd overwogen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de maatschappelijke veiligheid en de noodzaak tot verdere behandeling van de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Parketnummer: 15/030453-99
Uitspraakdatum: 27 november 2009
beschikking (art. 509t Sv)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 25 september 2009 is op de griffie van deze rechtbank ingekomen de vordering, gedateerd 24 september 2009, van de officier van justitie in het arrondissement Haarlem tot verlenging van de termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Turkije),
thans verblijvende binnen Forensisch Psychiatrisch Centrum De Oostvaarderskliniek te Almere Buiten-Oost,
bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 21 juli 2000 ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De termijn nam een aanvang op 13 november 2001.
Van deze terbeschikkingstelling werd de termijn laatstelijk verlengd bij beschikking van deze rechtbank van 7 november 2007.
Een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 1e van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 7 september 2009, is uitgebracht door [getuige-deskundige 1], psychiater en behandelcoördinator, en inrichtingshoofd [deskundige 3]. Beide adviseurs zijn verbonden aan de Forensisch Psychiatrische Kliniek te Assen (hierna te noemen: “de FPK”) waar betrokkene verbleef tot 9 juli 2009. Hierna werd hij overgeplaatst naar Forensisch Psychiatrisch Centrum De Oostvaarderskliniek (hierna te noemen: “De Oostvaarderskliniek”) waar hij thans verblijft.
Tevens zijn de in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 2e van het Wetboek van Strafvordering bedoelde aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde overgelegd.
Op 13 november 2009 is de vordering op de openbare terechtzitting behandeld. Daarbij zijn gehoord de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. J.C. de Goeij, de deskundigen [getuige-deskundige 1] voornoemd en [getuige-deskundige 2], psycholoog en hoofd behandeling van De Oostvaarderskliniek, en de officier van justitie.
Van dit verhoor is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
2. Beoordeling
De bespreking ter terechtzitting van de stand van zaken omtrent de behandeling van de terbeschikkinggestelde heeft de officier van justitie geleid tot wijziging van haar aanvankelijke vordering waardoor deze nu strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging met één jaar.
Uit het door de deskundigen [getuige-deskundige 1] en [deskundige 3] uitgebrachte advies komt het volgende beeld naar voren en worden daaraan de hieronder tevens verwoorde conclusies verbonden.
De diagnostiek bij betrokkene is ingewikkeld gebleken. Betrokkene is een erg kwetsbare man die steeds ‘op zijn tenen moet lopen’ om het psychische evenwicht te bewaren. Hierdoor kan hij door zijn omgeving gemakkelijk overschat worden. Op spanningen reageert betrokkene met angst, achterdocht en boosheid. Het lukt betrokkene onvoldoende om deze gevoelens te kanaliseren waardoor hij die omzet in lichamelijke spanningen en zijn omgeving (de ander) steevast de schuld geeft van zijn ervaren last. Het is voor betrokkene heel moeilijk te accepteren dat anderen niet doen wat hij van hen verlangt. Bij betrokkene is een sterke scheefgroei in zijn persoonlijkheid ontstaan met een forse narcistische persoonlijkheidsstoornis tot gevolg. Bij sterke affecten of hoge stress vermindert de grip op de realiteit. Dit versterkt de achterdocht en benadelings- en paranoïde gedachten die ook samenhangen met de persoonlijkheidsstructuur. Deze gedachten kunnen dan, voor een korte periode, het karakter van een waan aannemen, zoals in de aanloop van het indexdelict. Deze kon worden geclassificeerd als een Psychotische Stoornis NAO, de latere (kortere) episodes als Kortdurende Psychotische Stoornis.
De afgelopen behandelperiode is gebleken dat de tekorten/kwetsbaarheden van betrokkene groter zijn dan eerder gedacht. Uiteindelijk is dat tot uiting gekomen in een drietal geweldsincidenten binnen de kliniek. Deze incidenten zijn soortgelijk aan de incidenten die in de andere klinieken zijn voorgevallen en aan het delict waarvoor betrokkene de tbs heeft opgelegd gekregen. Alles overziende is er al jaren geen duidelijke vooruitgang meer in de behandeling. Gebleken is dat de narcistische persoonlijkheidsstructuur dermate sterk is dat betrokkene niet in staat is op reële wijze zijn eigen aandeel in conflicten te zien. Conflicten zijn slechts te voorkomen wanneer zijn omgeving zich volledig aan zijn wensen/eisen/behoeften aanpast. Dit is uiteraard niet mogelijk (klinisch noch ambulant), waardoor uiteindelijk grote conflicten optreden. Gezien de tijd dat betrokkene nu klinisch hiervoor in behandeling is, er in alle drie de klinieken waarin betrokkene is behandeld uiteindelijk impasses ontstonden in de behandeling ten gevolge van forse agressieve conflicten, en tenslotte het stenisch weigeren om antipsychotische medicatie te gaan gebruiken, wordt geconcludeerd dat de behandelbaarheid van betrokkene laag is en dat de maatschappelijke veiligheid duurzaam gebaat is bij een klinisch verblijf van betrokkene. Gelet op deze vaststellingen heeft de FPK een aanvraag voor overplaatsing naar een longstay-afdeling ingediend en wordt geadviseerd de TBS-maatregel met twee jaar te verlengen.
De deskundige [getuige-deskundige 1] heeft bij de behandeling van de vordering voormeld advies toegelicht en onderschreven en heeft daaraan – zakelijk weergegeven – toegevoegd dat betrokkene niet lijdt aan psychoses, maar dat die grens in het verleden wel eens is overschreden. Betrokkene verliest soms korte tijd het contact met de realiteit. De ene problematiek verhindert dat de andere behandeld kan worden.
Betrokkene verblijft momenteel in De Oostvaarderskliniek. In eerste instantie was dat een crisisplaatsing, maar in de tijd dat het verlengingsadvies moest worden uitgebracht, werd bekend dat betrokkene daar een vaste behandelplaats kon krijgen. De FPK heeft nog wel het verlengingsadvies uitgebracht.
Deskundige [getuige-deskundige 2] heeft ter terechtzitting desgevraagd als zijn oordeel gegeven, dat verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar beter zou passen bij het verloop van de terbeschikkingstelling tot nu en zijn waarnemingen omtrent betrokkene. [getuige-deskundige 2] heeft verklaard dat betrokkene goed functioneert binnen De Oostvaarderskliniek en dat er geen incidenten zijn geweest. Betrokkene vertoont wel kenmerken van somberheid en depressie, maar dat is begrijpelijk gezien de onzekerheid over zijn toekomst. De Oostvaarderskliniek ziet betrokkene niet als therapieresistent. De behandeling dient gericht te zijn op resocialisatie van betrokkene. Mede gezien de relatieve ernst van het delict waarvoor de terbeschikkingstelling is opgelegd, is long stay wat hem betreft geen optie. De overgang naar de maatschappij moet wel zorgvuldig worden begeleid. Daarbij is van belang dat betrokkene gaat meewerken aan behandeling. Volgens [getuige-deskundige 2] zal er praktisch gezien waarschijnlijk wel twee jaar nodig zijn om de resocialisatie te voltooien, aangezien het veel tijd kost de noodzakelijke proefverlofperiode te doorlopen. Gelet echter op de duur van de terbeschikkingstelling in relatie tot de ernst van het delict waarvoor deze is opgelegd, verdient het de voorkeur dat de rechtbank tussentijds toezicht houdt op dit proces.
Bij de bevindingen en het oordeel van deskundige [getuige-deskundige 2] heeft de raadsman van de terbeschikkinggestelde zich aangesloten en de rechtbank verzocht bij de behandeling van de vordering tot verlenging ook een deskundige van Turkse origine met inzicht in de hier spelende culturele problematiek te betrekken.
De terbeschikkinggestelde heeft te kennen gegeven, dat hij het niet eens is met verlenging van de terbeschikkingstelling. Hij wil graag in vrijheid worden gesteld en wordt volgens hem tegengewerkt bij zijn pogingen vrij te komen. Hetgeen deskundige [getuige-deskundige 1] heeft geschreven in zijn rapport is volgens hem niet juist. Hij weigert [getuige-deskundige 1] te erkennen als zijn (voormalige) behandelaar. De terbeschikkinggestelde heeft voorts verklaard dat hij niet psychotisch is maar chaotisch en dat hij daarom weigert de antipsychotische medicatie te nemen. Tot nog toe heeft hij naar eigen zeggen geen behandeling gekregen. De drie incidenten in de FPK hebben kort na elkaar plaatsgevonden. Het eerste incident was ontstaan doordat de FPK het vertrouwen dat hij in de kliniek mocht hebben, had geschaad door hem over te plaatsen naar een afdeling waar hij niet heen wilde. De laatste twee incidenten ontstonden doordat hij valselijk werd beschuldigd.
De rechtbank is, gelet op hetgeen hierboven – verkort en zakelijk – is weergegeven, van oordeel dat de veiligheid van anderen verlenging van de termijn gedurende welke betrokkene ter beschikking is gesteld, vereist. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat bij de terbeschikkingstelling een bevel als bedoeld in artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht is gegeven en dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam en de veiligheid van een of meer personen.
Anders dan geadviseerd door de deskundigen [getuige-deskundige 1] en [deskundige 3] zal de rechtbank – zich voor haar oordeel mede beroepend op de ter terechtzitting door deskundige [getuige-deskundige 2] ontvouwde zienswijze – de termijn van verlenging van de terbeschikkingstelling beperken tot één jaar.
Het verzoek van de raadsman tot aanhouding van de beslissing teneinde een Turkse psychiater of psycholoog in staat te stellen de rechtbank nader te adviseren, wijst de rechtbank af, aangezien zij – gelet op de stand van de behandeling – op dit moment geen (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling overweegt en bovendien de deskundige [getuige-deskundige 2] ter terechtzitting heeft aangegeven niet op voorhand afwijzend te staan tegenover enige vorm van betrokkenheid van een Turkse deskundige bij de behandeling van de terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering.
3. Beslissing
De rechtbank:
Verlengt de termijn voor de terbeschikkingstelling en verpleging van [terbeschikkinggestelde] met één jaar.
4. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door
mr. S.M. Bordewijk, voorzitter,
mrs. K.G. Witteman en M.J.M. Verpalen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. Hermans
en in het openbaar uitgesproken op 27 november 2009.