ECLI:NL:RBHAA:2009:BK7931
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.E.A. Toeter
- J. Candido
- W.B. Klaus
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van uitlevering aan Oekraïne voor strafvervolging
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 27 oktober 2009 uitspraak gedaan over de toelaatbaarheid van de uitlevering van een opgeëiste persoon aan Oekraïne ter strafvervolging. De opgeëiste persoon, geboren in Oekraïne en thans in uitleveringsdetentie in Nederland, werd door de Oekraïense autoriteiten gezocht in verband met strafbare feiten die ook onder Nederlands recht strafbaar zijn. Het uitleveringsverzoek werd ingediend door de Deputy Prosecutor General of Ukraine en bevatte diverse juridische documenten, waaronder een aanhoudingsbevel en een overzicht van de toepasselijke wettelijke voorschriften uit het Oekraïense strafrecht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de stukken die door de verzoekende staat zijn overgelegd voldoen aan de eisen die voortvloeien uit het toepasselijke verdrag. De rechtbank heeft ook de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Russische nationaliteit bezit, maar niet de Nederlandse. De rechtbank heeft de argumenten van de raadsman, die stelde dat de opgeëiste persoon gevaar loopt bij uitlevering, zorgvuldig overwogen. De rechtbank concludeerde dat er geen voldoende onderbouwing was voor de stelling dat de opgeëiste persoon na uitlevering blootgesteld zou worden aan foltering of andere schendingen van zijn rechten onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de uitlevering aan Oekraïne toelaatbaar is, omdat de feiten waarvoor uitlevering wordt verzocht ook onder Nederlands recht strafbaar zijn en er geen belemmeringen zijn die aan de uitlevering in de weg staan. De beslissing is genomen op basis van de relevante artikelen van het EU-verdrag en de Uitleveringswet, en de rechtbank heeft de uitlevering goedgekeurd.