RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Parketnummer: 15/062873-91
Uitspraakdatum: 13 oktober 2009
beschikking (art. 509t Sv)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 10 september 2009 is op de griffie van deze rechtbank ingekomen de vordering, gedateerd 8 september 2009, van de officier van justitie in het arrondissement Haarlem tot verlenging van de termijn gedurende welke
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans verblijvende binnen het FPC, de Van der Hoeven Kliniek, te Utrecht,
bij vonnis van deze rechtbank van 14 februari 1992 ter beschikking werd gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. De termijn nam een aanvang op 28 februari 1993.
Van deze terbeschikkingstelling werd de termijn laatstelijk verlengd bij beschikking van deze rechtbank van 9 oktober 2007.
Een advies als bedoeld in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 10 van het Wetboek van Strafvordering, gedateerd 28 augustus 2009, is uitgebracht door drs. [naam], plaatsvervangend hoofd van de Van der Hoeven kliniek tevens psychiater en drs. [naam], hoofd behandeling tevens GZ-psycholoog, verbonden aan de Van der Hoevenkliniek.
Tevens zijn de in artikel 509o, tweede lid, aanhef en onder 20 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de ter beschikking gestelde overgelegd.
Op 13 oktober 2009 is de vordering op de openbare terechtzitting behandeld. Daarbij zijn gehoord de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman mr. M.W. Stoet, de getuige/deskundige drs. [naam], hoofd behandeling tevens GZ-psycholoog bij de Van der Hoeven kliniek en de officier van justitie mr. H.F. Tillart. Van dit verhoor is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
2. Beoordeling
De vordering strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met 2 jaar.
Uit het door de deskundigen uitgebrachte advies alsmede de toelichting daarop door de ter terechtzitting gehoorde getuige/deskundige drs. [naam] voornoemd, blijkt het volgende.
Betrokkene is vanaf 14 juli 1992 tot en met 6 juli 1996 opgenomen in FPC GGZ Eindhoven. Na herselectie is betrokkene vanaf 14 november 1996 in het FPC, Dr. S. van Mesdagkliniek te Groningen opgenomen en sinds 10 juni 2009 is betrokkene opgenomen in het FPC, de Van der Hoeven kliniek te Utrecht.
Bij betrokkene is na onderzoek in het Pieter Baan Centrum geconstateerd dat hij chronisch schizofreen is en dat bij hem alle grenzen lijken te ontbreken. Hij is volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard.
Betrokkene heeft een verslavingsproblematiek, een seksuele problematiek en een psychotische problematiek.
Wat betreft de verslavingsproblematiek geeft betrokkene aan nog steeds regelmatig trek te hebben in alcohol. Zijn grootste angst is dan ook dat hij, wanneer zijn terbeschikkingstelling zou worden beëindigd, weer alcohol zou gaan gebruiken met alle gevolgen van dien. Hij ziet zijn alcoholverslaving als de grootste risicofactor.
Wat betreft de seksuele problematiek is betrokkene gemotiveerd om blijvend libidoremmers te gebruiken. Hij geeft aan dat het gebruik hiervan hem veel rust geeft en dat seksualiteitsbeleving hem veel spanningen oplevert. Libidoremmers zorgen ervoor dat hij de spanningen minder ervaart. Belangrijk is dat betrokkene deze ook in de toekomst blijft gebruiken.
De psychotische problematiek lijkt met de voorgeschreven medicatie grotendeels onder controle. Wel blijft betrokkene mede vanuit zijn angsten en onzekerheden, psychotisch gekleurde belevingen houden. Betrokkene geeft aan geen stemmen meer te horen sinds september 2007. Hij geeft aan dat hij de stemmen aanvankelijk miste, hij krijgt meer oog voor zijn omgeving en ergert zich meer aan het gedrag van anderen.
In de vorige instelling was de behandeling vooral gericht op het stabiliseren en begeleiden van betrokkene naar een longstay voorziening. Betrokkene zit nu in het longstay traject en is blij dat de behandeldruk van hem af is. Wel blijft zijn onzekerheid continu zichtbaar.
Bij betrokkene is sprake van enig probleembesef met betrekking tot schizofrenie en alcoholgebruik. Inzicht met betrekking tot de seksuele problematiek is nauwelijks aanwezig. Hij is open over zijn belevingen en kan verwoorden wat hem bezighoudt. Hij erkent dat hij nog geruime tijd behandeling nodig heeft. Als de TBS-maatregel zou worden beëindigd vreest betrokkene voor ontsporing.
Gezien de ernst van de psychiatrische problematiek en de verslavingsproblematiek van betrokkene kan de veiligheid alleen voldoende gewaarborgd worden binnen het thans geldende justitiële kader, waar zowel sprake is van toezicht als van een strakke behandelstructuur. De behandeling zal zich voorlopig richten op langdurige, intensieve begeleiding om te trachten de veiligheid te waarborgen en met aandacht voor de kwaliteit van leven.
Wanneer de TBS-maatregel op dit moment beëindigd zou worden, is de kans op een terugval groot, gezien de nog aanwezige problematiek bij betrokkene. De kans op een ernstig (seksueel) agressief incident wordt dan ook als hoog geschat.
Gelet op het voorgaande wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen met de duur van twee jaar.
De terbeschikkinggestelde heeft te kennen gegeven, dat hij het verlengingsadvies van twee jaar onderschrijft.
De rechtbank is, gelet op voormeld advies van oordeel, dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn gedurende welke [terbeschikkinggestelde] ter beschikking is gesteld, dient te wordt verlengd met na te melden duur.
De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon.
De rechtbank neemt tevens in aanmerking dat bij de terbeschikkingstelling een bevel als bedoeld in artikel 37b van het Wetboek van Strafrecht is gegeven.
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering.
3. Beslissing
De rechtbank:
Verlengt de termijn voor de terbeschikkingstelling en verpleging van [terbeschikkinggestelde] voor de duur van twee (2) jaar.
4. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door
mr. R.E.A. Toeter, voorzitter,
mr. J. Candido en mr. W.B. Klaus, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.H.E. Laffrée
en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2009.