ECLI:NL:RBHAA:2009:BK5645
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- E.B. de Vries-van den Heuvel
- M.A.E. de Jong-Overtoom
- F.G. Hijink
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van processtukken aan benadeelde partij in het kader van strafrechtelijk onderzoek Klimop
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 3 februari 2009 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van een benadeelde partij, vertegenwoordigd door mr. R.D. van Heffen, tegen de beslissing van de officier van justitie om geen processtukken te verstrekken. Het bezwaarschrift was ingediend naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek, bekend als het onderzoek Klimop, dat betrekking had op mogelijke corruptie bij commerciële vastgoedtransacties. De rechtbank heeft vastgesteld dat de benadeelde partij zich op 18 februari 2008 heeft gevoegd in het onderzoek en dat zij recht heeft op kennisneming van relevante processtukken, zoals bepaald in artikel 51d van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De officier van justitie had eerder geweigerd om stukken te verstrekken, met als argument dat het opsporingsonderzoek nog gaande was en dat de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van betrokkenen in het geding was. De rechtbank oordeelde echter dat de officier van justitie niet voldoende had onderbouwd waarom de verstrekking van de stukken niet mogelijk was en dat er een belangenafweging gemaakt moest worden. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en bepaalde dat de officier van justitie binnen vier weken opnieuw moest beslissen over de verstrekking van de processtukken, met inachtneming van de overwegingen van de rechtbank. De rechtbank benadrukte dat het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer niet zonder meer het belang van de benadeelde partij bij kennisneming kan overschaduwen, en dat er een zorgvuldige afweging gemaakt moet worden per processtuk.