ECLI:NL:RBHAA:2009:BK4577
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallig loon door voormalig werknemer tegen werkgever
In deze zaak vorderde eiseres, een voormalig werknemer, achterstallig loon van haar ex-werkgever, de coöperatieve vereniging AB Midden Holland. Eiseres stelde dat zij gedurende haar dienstverband te weinig loon had ontvangen, omdat haar salaris was gebaseerd op een lagere arbeidsduur dan contractueel was overeengekomen. De werkgever betwistte deze vordering en voerde aan dat eiseres altijd minder uren had gewerkt dan in de arbeidsovereenkomst was vastgelegd. De kantonrechter oordeelde dat, indien zou komen vast te staan dat eiseres minder uren had gewerkt dan contractueel was overeengekomen, dit voor risico van de werkgever kwam. De rechter stelde vast dat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt over een afwijkende arbeidsduur en dat de werkgever niet had aangetoond dat eiseres minder uren had gewerkt. Het bewijsaanbod van de werkgever werd als zinledig gepasseerd. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van het achterstallige loon toe, maar wees de vordering tot wettelijke verhoging af, omdat deze verhoging bedoeld is als prikkel voor de werkgever om tijdig te betalen, wat niet meer relevant was nu de arbeidsovereenkomst al was geëindigd. Eiseres kreeg ook de buitengerechtelijke kosten toegewezen, omdat de werkgever in verzuim was gekomen. De proceskosten werden aan de werkgever opgelegd, omdat deze merendeels in het ongelijk was gesteld.