ECLI:NL:RBHAA:2009:BK3403
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Salduz-verweer minderjarige verdachte en de rechten tijdens politieverhoor
In deze zaak, behandeld door de kinderrechter van de Rechtbank Haarlem, staat de minderjarige verdachte centraal, die op 10 november 2009 werd gehoord. De zaak betreft een verdachte van veertien jaar, die functioneert op zwak begaafd niveau. De kinderrechter oordeelt dat verbalisanten voorafgaand aan het verhoor niet zonder meer hadden mogen aannemen dat de verdachte de reikwijdte van zijn beslissing om afstand te doen van het recht op bijstand van een advocaat kon overzien. Dit is van belang in het licht van het Salduz-arrest, waarin is vastgesteld dat minderjarige verdachten recht hebben op bijstand van een advocaat tijdens hun verhoor. De kinderrechter concludeert dat in dit geval een essentieel recht is geschonden, omdat de verdachte zonder de bijstand van een advocaat is gehoord, terwijl hij zelf afstand heeft gedaan van dit recht zonder overleg met zijn wettelijke vertegenwoordiger.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een leerstraf in de vorm van een SOVA-training, maar de kinderrechter is van oordeel dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte schuldig te verklaren aan het primair en subsidiair tenlastegelegde feit. De verdachte wordt vrijgesproken van beide tenlasteleggingen. De vordering van de benadeelde partij wordt afgewezen, omdat de verdachte van de tenlasteleggingen wordt vrijgesproken. De kinderrechter wijst ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf af, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de nieuwe tenlasteleggingen.