ECLI:NL:RBHAA:2009:BK2687
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J. Candido
- R.E.A. Toeter
- L.M. Kos
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatig verkregen bewijs bij invoer van cocaïne
In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 29 oktober 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 8 augustus 2009 op Schiphol arriveerde vanuit Guatemala met een koffer waarin cocaïne was verborgen. De raadsvrouw van de verdachte voerde aan dat er sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs, omdat de douane de verdachte op basis van een tip als verdachte had aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat de douane gebruik mocht maken van haar controlebevoegdheden, aangezien de controle voorafging aan de tip en de verdachte op basis van de aangetroffen claimtag en de koffer als verdachte kon worden aangemerkt. De rechtbank verwierp het verweer van de raadsvrouw en oordeelde dat er geen sprake was van onrechtmatig verkregen bewijs.
De rechtbank stelde vast dat de verdachte haar reisdoel niet aannemelijk kon maken en dat de koffer, waarin de cocaïne was aangetroffen, aan haar toebehoorde. Bij de controle met een röntgenapparaat werden verdachte en haar bagage onderzocht, waarbij de contouren van een onbekend voorwerp zichtbaar werden. Na het openen van de koffer werd een grote hoeveelheid cocaïne aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan opzettelijke invoer van cocaïne, wat een ernstig strafbaar feit is.
De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 23 maanden, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. De rechtbank verklaarde ook de in beslag genomen goederen verbeurd, aangezien deze waren gebruikt bij het begaan van het strafbare feit. De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van de Opiumwet en de gevolgen van drugshandel voor de samenleving.