ECLI:NL:RBHAA:2009:BK1746

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
2 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
161141 - KG ZA 09-518
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.J. van der Meer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over investering in vastgoedproject in Dubai met betrekking tot de betaling van een restantbedrag

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, ging het om een geschil tussen eiser en gedaagde 1, waarbij eiser vorderingen instelde met betrekking tot een investering in een vastgoedproject in Dubai. Eiser had een bedrag van 2.400.000 AED geïnvesteerd in het project 'Waterhome', waarvan hij op 17 juni 2008 een winst van 1.400.000 AED had gerealiseerd. Eiser vorderde het restantbedrag van 3.000.000 AED, dat volgens hem aan hem toekwam, maar gedaagde 1 stelde dat dit bedrag met toestemming van eiser was herbelegd in een andere investering. De voorzieningenrechter oordeelde dat het verweer van gedaagde 1 onvoldoende aannemelijk was en dat eiser recht had op de betaling van het restantbedrag. De vordering in reconventie van gedaagde 1 tot opheffing van beslag werd afgewezen, evenals de vordering tot rectificatie van uitlatingen in de media door de advocaat van eiser. De voorzieningenrechter wees de vordering van eiser toe en veroordeelde gedaagde 1 tot betaling van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan op 2 november 2009.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 161141 / KG ZA 09-518
Vonnis in kort geding van 2 november 2009
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A] HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. [Eiser],
wonende te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. K.S. Loilargosain, voor zijn kantoorgenoot mr. D.A.N. Bartels,
tegen
1. [Gedaagde 1],
wonende te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DARKSTONE B.V.,
gevestigd te Roelofarendsveen, gemeente Kaag en Braasem,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. H. Nieuwenhuizen.
Partijen zullen hierna respectievelijk [eiseres], [eiser], gezamenlijk [eiser] c.s., en [gedaagde 1], Darkstone, gezamenlijk [gedaagde 1] c.s., genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met 18 producties
- de bij brief van 12 oktober 2009 van de raadsman van [gedaagde 1] c.s. toegezonden producties 1 tot en met 99
- de bij brief van 13 oktober 2009 van de raadsman van [gedaagde 1] c.s. toegezonden DVD
- de bij brief van 15 oktober 2009 van de raadsman van [eiser] c.s. toegezonden producties 7 en 19 tot en met 24
- de bij brief van 15 oktober 2009 van de raadsman van [gedaagde 1] c.s. toegezonden producties 100 tot en met 103
- de bij brief van 16 oktober 2009 van de raadsman van [eiser] c.s. toegezonden aanvullende productie
- bij brief van 16 oktober 2009 van de raadsman van [gedaagde 1] c.s. de aankondiging van een eis in reconventie
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiser] c.s.
- de pleitnota van [gedaagde 1] c.s.
- de eis in reconventie.
1.2. Bij brief van 7 oktober 2009 heeft de raadsman van [eiser] c.s. verzocht om de zaak ter zitting achter gesloten deuren te behandelen overeenkomstig artikel 27 lid 1 sub c Rv. Na aanvang van de mondelinge behandeling is voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling van de zaak allereerst het verzoek om behandeling achter gesloten deuren beoordeeld. Beide partijen hebben zich achter gesloten deuren over het verzoek uitgelaten.
1.3. Na een korte schorsing heeft de voorzieningenrechter op genoemd verzoek mondeling uitspraak gedaan, zoals hierna in het dictum vermeld. De mondelinge behandeling is vervolgens voortgezet.
1.4. Na afloop van de mondelinge behandeling is de zaak aangehouden tot uiterlijk 26 oktober 2009 teneinde partijen in de gelegenheid te stellen tot een minnelijke regeling te komen. Bij brieven van 26 oktober 2009 hebben de raadslieden van beide partijen elk de voorzieningenrechter laten weten dat partijen niet tot een regeling in der minne zijn gekomen en hebben beiden verzocht om vonnis te wijzen.
1.5. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [eiser] en [gedaagde 1] zijn elkaars achterburen.
Medio 2006 is [gedaagde 1] met [eiser] overeengekomen om namens hem te investeren in een vastgoedproject onder de naam “Palm” in Dubai. Met betrekking tot het project “Palm” hebben [gedaagde 1] en [eiser] de samenwerking vastgelegd in een door een notaris opgestelde overeenkomst van 20 april 2006 tussen [eiser] en [gedaagde 1].
2.2. [eiser] heeft nadien door tussenkomst van [gedaagde 1] in verschillende vastgoedprojecten in Dubai geïnvesteerd. Daarbij ging het om investeringen in appartementen en bedrijfsunits op basis van zogenaamde termijncontracten, die na voldoening van een (eerste) termijn met winst worden verkocht alvorens de eerstvolgende termijn dient te zijn betaald.
2.3. Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Den Haag van 18 augustus 2009 is [gedaagde 1] enig aandeelhouder en algemeen directeur van Dark Stone B.V., welke vennootschap is opgericht op 7 juli 1994 en waarvan de bedrijfsomschrijving luidt: Woninginrichting en advisering daarin, alsmede het verwerven, beheren en exploiteren van registergoederen.
2.4. Op 24 september 2006 is op naam van [gedaagde 1] in Dubai Light Stone Ltd opgericht. [gedaagde 1] voert via deze vennootschap sindsdien onroerend goed activiteiten in Dubai uit.
2.5. In februari 2008 heeft [eiser] een bedrag van 2.400.000,- in de munteenheid de Dirham van de Verenigde Arabische Emiraten (hierna: AED) geïnvesteerd in het project “Waterhome”. Op 17 juni 2008 is het onderliggende termijncontract doorverkocht aan een derde voor een bedrag van 3.800.000,- AED, waardoor een winst is gerealiseerd van 1.400.000,- AED.
2.6. Uit overgelegde e-mailcorrespondentie volgt onder meer dat [gedaagde 1] bij e-mail van woensdag 18 juni 2008 12:11 PM aan [eiser] heeft geschreven:
(…)
Je winst op je waterhome is dus 1,400,000.= aed
Minus de voorlopige advocaat kosten van 5,000.=.
Totaal vandaag overgemaakt aan je:
1,400,000.= -
2,400,000.=
----------------
5,000.=
3,795,000.=
Zie bijgaand fax bank.
(…)
Daaropvolgend heeft [gedaagde 1] een e-mailbericht van donderdag 19 juni 2008 9:46 aan [eiser] gezonden waarin staat:
(…),
Had een 2 cijfers verwisseld ,bij deze de nieuwe goede fax voor de betaling.
(…)
[eiser] heeft daarop gereageerd met een e-mailbericht op zondag 22 juni 2008 1:55 PM
(…)
Heb [B] gemaild voor credit card en kreeg het volgende antwoord.
(…)
Heb jij dat ook?
(…)
Op bovengenoemd e-mailbericht van [eiser] van 22 juni 2008, heeft [gedaagde 1] twee keer gereageerd.
In een e-mailbericht van zondag 22 juni 2008 15:01 heeft [gedaagde 1] aan [eiser] onder meer als volgt vermeld:
(…)
PS Kon via [B] de 3 mio nog regeln, scheelt weer bankkosten. Hou je op de hoogte.
(…)
Daarop heeft [eiser] op 26 juni 2008 om 11:58 AM een e-mail aan [gedaagde 1] gezonden luidende:
(…)
Ga achter creditcard aan en goed vd 3 mio...
(…)
In een volgend e-mailbericht heeft [gedaagde 1], vanaf een ander e-mailadres, op maandag 23 juni 2008 20:15 onder meer als volgt vermeld :
(…)
Ik heb vandaag 40,000 betaald als deposit voor de villa…denk dat het gaat lukken.
Het geld stond nog op tussen rekening,dus kon de 3 mio gebruiken. De rest is door naar je rekening.
Gr. [gedaagde 1] x
Ps heb je stukje Telegraaf gelezen….goed dat wij alles zo zorgvuldig doen.
Daarop heeft [eiser] op 26 juni 2008 11:22 AM als volgt gereageerd:
Welk stukje telegraaf bedoel je…
Gisteren stond stukje over mij in telegraaf maar dat bedoel je vast niet ?
X[eiser]
2.7. Blijkens een overzicht van transacties betreffende de op naam van [eiser] gestelde spaarrekening in Dubai is op 5 juli 2008 een bedrag ter hoogte van 515.000,- AED op de rekening gestort onder vermelding van cheque villa 280000, light stone ltd fee 3795000.
2.8. Nadien is tussen partijen onderhavig geschil ontstaan.
2.9. Blijkens de overgelegde beslagstukken heeft [eiser] c.s. ter verzekering van zijn vorderingen onder meer ten laste van [gedaagde 1] en Darkstone na daartoe op 25 augustus 2009 verkregen verlof beslag gelegd onder derden en op onroerende goederen.
2.10. Bartels Advocaten heeft op 28 september 2009 een persbericht doen uitgaan waarin als volgt is vermeld:
Reactie [eiser] volgt na kort-geding op 19 oktober a.s.
[eiser] geeft vanavond via zijn woordvoerder advocaat Dion Bartels bij RTL/RTL Boulevard en/of Shownieuws een korte verklaring omtrent de gang van zaken.
De in vastgoedfraude gespecialiseerde advocaat Dion Bartels, zal hier met name ingaan op vastgoedbeleggingen en fraude in het algemeen.
[eiser] zal op 19 oktober a.s. na afloop van de kort-geding procedure op een nader te bepalen plaats en tijdstip een persconferentie geven. Tot dat moment zal door hen volledige mediastilte in acht worden genomen ter zake de onderhavige aangelegenheid.
3. Het geschil in conventie
3.1. [eiser] c.s. vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
Ten aanzien van gedaagde sub I
Primair
Gedaagde sub I te veroordelen om uit hoofde van het project Waterhome aan
eisers te voldoen de tegenwaarde van 3.000.000,- AED in Euro’s per datum
opeisbaarheid zijnde 17 juni 2008 althans de tegenwaarde in Euro’s per een door U
in goede justitie te bepalen tijdstip, te vermeerderen met de wettelijke rente
sedert 17 juni 2008 tot aan de dag der algehele voldoening althans een door U in
goede justitie te bepalen tijdstip, danwel te vermeerderen met de contractuele
rente per 1 januari 2009 althans een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, en
voorts
gedaagde sub I te veroordelen in de kosten van deze procedure, de advocaatkosten daaronder uitdrukkelijk begrepen, alsmede in de beslagkosten ad € ..., danwel een door U in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te berekenen vanaf 27 augustus 2009, dan wel vanaf een door U in goede justitie te bepalen tijdstip tot aan de dag der algehele voldoening;
Het vonnis, met in begrip van de kostenveroordeling te waarmerken als Europese
executoriale titel;
Subsidiair
Gedaagde sub I te veroordelen om uit hoofde van de geldleningovereenkomst aan
eisers te voldoen de tegenwaarde van 3.000.000,- AED in Euro’s per datum
opeisbaarheid zijnde 1 januari 2009 althans de tegenwaarde in Euro’s per een door
U in goede justitie te bepalen tijdstip, te vermeerderen met de wettelijke rente
sedert 1 januari 2009 tot aan de dag der algehele voldoening althans een door U in
goede justitie te bepalen tijdstip, danwel te vermeerderen met de contractuele
rente per 1 januari 2009 althans een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, en
voorts
gedaagde sub I te veroordelen in de kosten van deze procedure, de advocaatkosten daaronder uitdrukkelijk begrepen, alsmede in de beslagkosten ad € …, danwel een door U in goede justitie te bepalen bedrag, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te berekenen vanaf 27 augustus 2009, dan wel vanaf een door U in goede justitie te bepalen tijdstip tot aan de dag der algehele voldoening;
Het vonnis, met in begrip van de kostenveroordeling te waarmerken als Europese
executoriale titel;
Ten aanzien van gedaagde sub II
Primair
Gedaagde sub II hoofdelijk, des dat gedaagde sub I betalende gedaagde sub II tot
aan het bedrag van betaling zal zijn bevrijd, te veroordelen om uit hoofde van het
project Waterhome aan eisers te voldoen de tegenwaarde van 3.000.000,- AED in
Euro’s per datum opeisbaarheid zijnde 17 juni 2008 althans de tegenwaarde in
Euro’s per een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, te vermeerderen met de
wettelijke rente sedert 17 juni 2008 tot aan de dag der algehele voldoening
althans een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, danwel te vermeerderen
met de contractuele rente per 1 januari 2009 althans een door U in goede justitie
te bepalen tijdstip, en voorts
Gedaagde sub II hoofdelijk, des dat gedaagde sub I betalende gedaagde sub II tot
aan het bedrag van betaling zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze
procedure, de advocaatkosten daaronder uitdrukkelijk begrepen, alsmede in de
beslagkosten ad € ..., danwel een door U in goede justitie te bepalen bedrag, een
en ander te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te berekenen vanaf 27
augustus 2009, dan wel vanaf een door U in goede justitie te bepalen tijdstip tot aan
de dag der algehele voldoening;
Het vonnis, met in begrip van de kostenveroordeling te waarmerken als Europese
executoriale titel;
Subsidiair
Gedaagde sub II hoofdelijk, des dat gedaagde sub I betalende gedaagde sub II tot
aan het bedrag van betaling zal zijn bevrijd, te veroordelen om uit hoofde van de
geldleningovereenkomst aan eisers te voldoen de tegenwaarde van 3.000.000,-
AED in Euro’s per datum opeisbaarheid zijnde 1 januari 2009 althans de
tegenwaarde in Euro’s per een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, te
vermeerderen met de wettelijke rente sedert 1 januari 2009 tot aan de dag der
algehele voldoening althans een door U in goede justitie te bepalen tijdstip, danwel
te vermeerderen met de contractuele rente per 1 januari 2009 althans een door U
in goede justitie te bepalen tijdstip, en voorts
Gedaagde sub II hoofdelijk, des dat gedaagde sub I betalende gedaagde sub II tot
aan het bedrag van betaling zal zijn bevrijd, te veroordelen in de kosten van deze
procedure, de advocaatkosten daaronder uitdrukkelijk begrepen, alsmede in de
beslagkosten ad € ..., danwel een door U in goede justitie te bepalen bedrag, een
en ander te vermeerderen met de wettelijke rente daarover te berekenen vanaf 27
augustus 2009, dan wel vanaf een door U in goede justitie te bepalen tijdstip tot aan
de dag der algehele voldoening;
Het vonnis, met in begrip van de kostenveroordeling te waarmerken als Europese
executoriale titel;
3.2. [eiser] c.s. legt aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat hij een opeisbare vordering heeft op [gedaagde 1] c.s. op het restant bedrag van (het equivalent van) 3.000.000,- AED uit hoofde van het project “Waterhome”. [eiser] c.s. stelt dat partijen zijn overeengekomen dat de volledige winst uit dit project aan hem zou toekomen en dat partijen zijn overeengekomen dat het restantbedrag op een door [gedaagde 1] beheerde tussenrekening zou worden geplaatst met de afspraak dat [gedaagde 1] dit bedrag niet mocht aanwenden, anders dan voor risicoloze deals. Darkstone is hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van [gedaagde 1], althans mede-schuldenaar, aldus [eiser] c.s.
3.3. Blijkens de verklaringen van [gedaagde 1] ter zitting luidt het verweer van [gedaagde 1] c.s. dat het betreffende bedrag van 3.000.000,- AED, tezamen met een door [gedaagde 1] zelf geïnvesteerd bedrag van 6.000.000,- AED, is aangewend voor een zogenaamde ABC-transactie, waarbij het de bedoeling is om vastgoed via een lokale makelaar aan te kopen en vervolgens direct door te verkopen. [gedaagde 1] heeft op deze wijze een villa gekocht. De opvolgende koper was op het moment van de aankoop al bekend, maar deze heeft zich op het laatste moment teruggetrokken waardoor de transactie tot doorverkoop nooit heeft plaatsgevonden. [gedaagde 1] heeft de ABC-transactie terug kunnen draaien, onder de voorwaarde dat het bedrag in een ander project zal worden geïnvesteerd. Thans staat het bedrag geparkeerd bij de betreffende lokale makelaar, het bedrijf IFA Hotels & Resorts te Dubai, in afwachting van een ander project. [gedaagde 1] c.s. stelt dat [eiser] steeds op de hoogte is geweest dat het om de koop van een villa ging en dat hij toestemming heeft gegeven voor de investering.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. [gedaagde 1] c.s. vordert:
1. Tot veroordeling van gedaagden in reconventie tot opheffing van alle uit hoofde
van een van beide verzoekschriften d.d. 25 augustus 2009 gelegde beslagen,
en doorhaling daarvan in de openbare registers, zulks binnen 48 uur na
betekening van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van een dwangsom van
€ 10.000,-- per dag of dagdeel dat gedaagden in reconventie nalaten aan hun
verplichtingen uit het vonnis te voldoen;
2. Tot veroordeling van gedaagden in reconventie tot het plaatsen van een
advertentie, zonder bijkomend commentaar, zwart omkaderd, groot
(tenminste) 12 bij 12 cm, op de voorpagina van “De Telegraaf” en het
“Haarlems Dagblad” met een voor die pagina gebruikelijk lettertype, in alle
edities van die kranten op de eerste zaterdag ten minste 48 uur na betekening
van het in deze te wijzen vonnis, met daarin goed leesbaar de navolgende tekst:
“Rectificatie.
In uitzendingen van RTL Boulevard en SBS Shownieuws op 28 september 2009
heeft mr. D.A.N. Bartels, advocaat te Zeist, namens [eiser] uitlatingen
gedaan omtrent [gedaagde 1]. Deze uitlatingen zijn door de
Voorzieningenrechter van de Rechtbank te Haarlem onrechtmatig bevonden, nu
de daarvan uitgaande suggesties en beschuldigingen van strafbare feiten niet
met bewijsmiddelen gesteund worden. De Voorzieningenrechter van de
Rechtbank te Haarlem heeft het plaatsen van deze rectificatie bij vonnis d.d. …
2009 bevolen.”
Althans een rectificatie van een zodanige tekst, omvang en plaatsingswijze,
danwel een zodanige andere voorziening als de Voorzieningenrechter in goede
Justitie zal vermenen te behoren, op straffe van een dwangsom van € 25.000,--
per dag of dagdeel dat gedaagden in reconventie in strijd met een van hun
verplichtingen uit het in deze te wijzen vonnis handelen,
3. alles uitvoerbaar bij voorraad en met veroordeling van gedaagden in
reconventie in de kosten van de procedure in reconventie.
4.2. [gedaagde 1] c.s. legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de beslagen dienen te worden opgeheven nu gelet op het door haar in conventie gevoerde verweer summierlijk blijkt van de ondeugdelijkheid van het door [eiser] c.s. ingeroepen recht in de zin van artikel 705 lid 2 Rv. Aan de vordering tot rectificatie legt [gedaagde 1] c.s. ten grondslag dat de raadsman van [eiser] c.s. in de media, onder meer op 28 september 2009 in uitzendingen van het televisieprogramma RTL Boulevard en SBS Shownieuws, bepaalde uitlatingen heeft gedaan die feitelijk onjuist zijn en voor [gedaagde 1] onnodig grievend. De uitlatingen zijn derhalve onrechtmatig, aldus [gedaagde 1] c.s.
4.3. [eiser] c.s. voert verweer en stelt dat [eiser] niet zelf de media heeft opgezocht en de gedragingen van mr. Bartels [eiser] niet kunnen worden verweten. Voorts voert [eiser] c.s. aan dat de rectificatie een beperking vormt op de vrijheid van meningsuiting van [eiser] c.s. en dat de uitlatingen niet onnodig grievend zijn.
4.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling
verzoek ex artikel 27 lid 1 sub c Rv
5.1. [gedaagde 1] c.s. heeft zich tegen het verzoek om de mondelinge behandeling achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, verzet.
5.2. Het verzoek is afgewezen. Ter zitting heeft de voorzieningenrechter mondeling vonnis gewezen en dat als volgt gemotiveerd.
Het belang van [eiser] c.s. bij de eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer, de zakelijk financiële gegevens betreffende zijn bedrijf daaronder begrepen, zijn in de gegeven omstandigheden zoals door hem naar voren gebracht, niet zodanig groot dat daardoor een afwijking gerechtvaardigd is van het in de wet neergelegde uitgangspunt dat de terechtzitting in het openbaar dient plaats te vinden.
Personen die zijn aan te merken als publieke figuren zullen zich meer aandacht van de pers moeten laten welgevallen dan personen die niet als publieke figuren zijn aan te merken, zeker als zij zelf de publiciteit hebben gezocht over de aan de orde zijnde zaak, zoals in het onderhavig geval is gebeurd door middel van de advocaat van [eiser] c.s., die op 28 september jl. een persbericht over de zaak heeft doen uitgaan en vervolgens die dag in de televisieprogramma’s Boulevard van RTL4 en Shownieuws van SBS6 over de zaak heeft verklaard. Dat één en ander, naar [eiser] zelf ter zitting heeft verklaard, zonder zijn toestemming en tegen zijn wil is gebeurd, ontneemt [eiser] niet diens verantwoordelijkheid voor de namens hem door zijn advocaat gedane uitlatingen.
in conventie
5.3. De gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering in kort geding is slechts dan plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn, terwijl voorts uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is en het risico van onmogelijkheid van terugbetaling bij afweging van de belangen van partijen - aan toewijzing niet in de weg staat.
5.4. Vast staat dat [eiser] in verband met de doorverkoop op 17 juni 2008 uit het project “Waterhome” recht heeft op betaling van de investering van 2.400.000,- AED en tevens recht heeft op de winst, na aftrek van bepaalde kosten. Voorts staat vast dat [eiser] op 5 juli 2008 een deelbetaling van 515.000 AED uit hoofde van dit project heeft ontvangen. Het restantbedrag van 3.000.000,- AED heeft [eiser] tot op heden nog niet ontvangen.
Tussen partijen is thans in geschil of [eiser] aan [gedaagde 1] toestemming heeft gegeven om het restantbedrag opnieuw te investeren in een ander project.
5.5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat het verweer van [gedaagde 1] c.s., dat zij met toestemming van [eiser] het restantbedrag in een ander project heeft geïnvesteerd, onvoldoende aannemelijk is. Ter onderbouwing van de stelling dat [eiser] toestemming heeft gegeven heeft [gedaagde 1] c.s. verwezen naar de e-mailcorrespondentie zoals vermeld onder 2.6. Uit de bewoordingen in die correspondentie valt niet eenduidig af te leiden dat [eiser] toestemming heeft verleend om 3.000.000,- AED in een project te investeren. [gedaagde 1] heeft geen andere feiten en omstandigheden aangedragen waaruit de toestemming van [eiser] zou kunnen blijken.
5.6. Daarbij komt dat [gedaagde 1] c.s. niet heeft weersproken dat [gedaagde 1] aanvankelijk in januari 2009 aan [eiser] heeft meegedeeld dat het restantbedrag was ontvreemd. Evenmin heeft [gedaagde 1] c.s. weersproken dat [gedaagde 1] vervolgens in een gesprek op 28 februari 2009 bij [eiser] thuis voor het eerst heeft meegedeeld dat het geld geïnvesteerd was in een project betreffende de aankoop van de villa CBRV9 Palm Jumierah. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie volgt voorts dat [gedaagde 1] c.s. niet eerder dan bij e-mailbericht van vrijdag 13 maart 2009 de reeds in juni 2008 tussen [gedaagde 1] en IFA Hotels & Resorts Sales Center gevoerde e-mailcorrespondentie over de betreffende ABC-deal en de villa aan [eiser] heeft doorgezonden.
5.7. Aangezien gelet op het voorgaande onvoldoende aannemelijk is dat [eiser] toestemming heeft verleend om het restantbedrag te investeren, is de voorzieningenrechter van oordeel dat de omvang en de vordering van [eiser] voor een bedrag van 3.000.000,- AED voldoende vast staat.
5.8. [gedaagde 1] c.s. betwist voorts dat sprake is van enige contractuele verplichting tussen [eiseres] en [gedaagde 1], dan wel Darkstone.
5.9. De voorzieningenrechter is van oordeel dat niet is gebleken dat [eiseres] een vorderingsrecht toekomt. De stelling van [eiser] c.s. dat [eiseres] een volledig door [eiser] gecontroleerde vennootschap is, en dat betalingen ten behoeve van verschillende investeringen via [eiseres] zijn verlopen, is daartoe onvoldoende. Uit de overgelegde stukken volgt in het geheel niet dat betalingen via [eiseres] zijn verlopen, terwijl blijkens de onder 2.7 vermelde transactie [eiser] op eigen naam een spaarrekening aanhield bij de Emirates Bank in Dubai via welke rekening betalingen voor de verschillende projecten verliepen en waarop in ieder geval het bedrag van 515.000,- AED uit het project “Waterhome” is gestort.
5.10. Voor zover [eiser] c.s. zich ten aanzien van de betrokkenheid van [eiseres] beroept op het concept van de geldleningovereenkomst van maart 2009 dat blijkens de stelling van partijen op initiatief van [eiser] is opgesteld, kan dit beroep hem niet baten. Uit de enkele omstandigheid dat [eiseres] als partij is vermeld in het concept kan niet volgen dat [eiseres] een vorderingsrecht heeft. Bovendien is niet komen vast te staan dat tussen partijen daadwerkelijk overeenstemming bestond over de inhoud van die betreffende geldleningovereenkomst.
5.11. De gevraagde voorzieningen komen derhalve voor zover ingesteld door [eiseres] niet voor toewijzing in aanmerking.
5.12. Voorts betwist [gedaagde 1] c.s. dat [gedaagde 1] in persoon, dan wel Darkstone, als partij kunnen worden aangesproken en voert daartoe aan dat de vennootschap Light Stone Ltd. in Dubai de partij was waarmee [eiser] zaken deed.
5.13. Onbetwist staat vast dat [gedaagde 1] heeft besloten tot investering van de 3.000.000,- AED van [eiser] en daartoe een transactie is aangegaan. De omstandigheid dat de factuur waarbij provisie voor het project “Waterhome” in rekening wordt gebracht op naam staat van Light Stone Ltd, doet daar niet aan af.
5.14. De betrokkenheid van Darkstone is niet komen vast te staan. Zoals hiervoor reeds overwogen onder 5.10 ten aanzien van de betrokkenheid van [eiseres] kan uit de concept geldleningovereenkomst evenmin de betrokkenheid van Darkstone volgen.
5.15. Onweersproken is voorts de stelling van [eiser] dat zijn andere investeringen in gevaar komen omdat hij niet over de opbrengst uit het project “Waterhome” kan beschikken. Daardoor kan [eiser] geen vervolgtermijnen betalen en dreigt het eventueel verschuldigd raken van boetes. Gelet hierop heeft [eiser] voldoende belang, bij zijn vordering, dat daarnaast voldoende spoedeisend is. Een eventueel restitutierisico, voor zover al aanwezig, hetgeen onvoldoende is onderbouwd, weegt daar niet tegen op.
5.16. Gelet op het voorgaande zal de gevorderde betaling van de tegenwaarde van 3.000.000,- AED in Euro’s ten aanzien van [gedaagde 1] aan [eiser] worden toegewezen. Gelet op artikel 6:124 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) dient de omrekening te geschieden naar de koers van de dag van de betaling. Indien als gevolg daarvan de schuldeiser koerswijzigingsschade lijdt, staat vergoeding daarvan via de weg van artikel 6:125 BW open. [eiser] heeft daartoe geen vordering ingesteld. Gelet op de sommatiebrief van 27 augustus 2009 zal de wettelijke rente worden toegewezen met ingang van 5 september 2009.
5.17. [eiser] c.s. vordert [gedaagde 1] c.s. te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. De overgelegde beslagstukken hebben eveneens betrekking op beslagen ten laste van andere vennootschappen dan die in dit geding zijn betrokken. Deze vordering zal als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen, omdat [eiser] c.s. heeft verzuimd de kosten voor de gelegde beslagen ten laste van [gedaagde 1] en Darkstone te noemen en te specificeren.
5.18. [gedaagde 1] c.s. zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] c.s. worden begroot op:
- dagvaarding EUR 72,25
- vast recht 4.836,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 5.724,25
5.19. De gevraagde waarmerking als Europese executoriale titel komt niet voor toewijzing in aanmerking. Blijkens artikel 3 van de hierop van toepassing zijnde verordening, te weten verordening nr. 805/2004 tot invoering van een Europese executoriale titel voor niet-betwiste schuldvorderingen, komen uitsluitend beslissingen inzake een niet-betwiste schuldvordering voor waarmerking als EET in aanmerking. Daarvan is in onderhavig geval geen sprake.
6. De beoordeling in reconventie
6.1. Gelet op de beslissing in conventie zal de gevraagde voorziening tot opheffing van de gelegde beslagen worden geweigerd.
6.2. Ten aanzien van de gevraagde rectificatie overweegt de voorzieningenrechter als volgt. [eiser] heeft ter zitting verklaard dat hij zelf mediastilte in acht heeft genomen en expliciet aan het kantoor van zijn raadsman te kennen heeft gegeven dat hij de media niet als instrument wil gebruiken bij het incasseren van zijn vordering. Daarentegen staat echter vast dat mr. Bartels op 28 september 2009 een persbericht over de onderhavige kwestie heeft doen uitgaan en zich vervolgens in de media, mede namens [eiser], verschillende keren heeft uitgelaten over het geschil tussen partijen. Hoewel de wijze waarop en de uitingen waarmee mr. Bartels namens [eiser] de publiciteit heeft gezocht voor [gedaagde 1] onnodig grievend en belastend zijn geweest, zal gelet op de beslissing in conventie geen rectificatie worden bevolen.
6.3. [gedaagde 1] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiser] c.s. worden begroot op:
- salaris advocaat EUR 408,00 (factor 0,5 × tarief EUR 816,00)
Totaal EUR 408,00
7. De beslissing
De voorzieningenrechter
verzoek ex artikel 27 lid 1 sub c Rv
7.1. wijst het verzoek ex artikel 27 lid 1 sub c Rv af,
in conventie
7.2. veroordeelt [gedaagde 1] om uit hoofde van het project Waterhome aan
[eiser] te voldoen de tegenwaarde van 3.000.000,- AED in Euro’s per dag van de betaling, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2009 tot aan de dag der algehele voldoening,
7.3. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] c.s. tot op heden begroot op EUR 5.724,25, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
7.4. verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7.5. wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
7.6. weigert de gevraagde voorzieningen,
7.7. veroordeelt [gedaagde 1] c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] c.s. tot op heden begroot op EUR 408,00,
7.8. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 2 november 2009.?