1. [verweerder], 50 jaar oud, is sinds 23 november 1981 bij KLM in dienst, laatstelijk in de functie van gezagvoerder Boeing 777 tegen een salaris van € 17.577,99 bruto per maand exclusief vakantiegeld en overige emolumenten.
2. Artikel 6.4 van de CAO voor KLM-vliegers op vleugelvliegtuigen (hierna: de CAO) luidt onder meer:
(1) Het is de vlieger verboden gedurende de periode dat hij werkzaamheden dient te verrichten (in geval van vluchtopdrachten: tussen aan- en afmelding, als werkend bemanningslid), gedurende een reservedienst en wanneer hij het door de KLM resp. KLM Cityhopper voorgeschreven uniform in publieke of voor publiek toegankelijke ruimtes draagt, alcohol en/of drugs, in welke vorm dan ook, te gebruiken dan wel onder invloed te verkeren van alcohol of drugs (…).
(2) Het is de vlieger verboden alcohol te gebruiken binnen 10 uur vóór de aanvang van een vlucht waarvoor hij als werkend bemanningslid is ingedeeld, dan wel binnen 10 uur vóór de aanvang van een reservedienst.
(3) Overmatig gebruik van alcohol is de vlieger verboden binnen 24 uur vóór de aanvang van een vlucht waarvoor hij als werkend bemanningslid is ingedeeld, dan wel binnen 24 uur vóór de aanvang van een reservedienst.
3. In artikel 2.12 Wet Luchtvaart is onder meer het volgende opgenomen:
(…) 3. Het is een lid van het boordpersoneel verboden werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig te verrichten na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat:
a. het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan negentig microgram (90 µg) alcohol per liter uitgeademde lucht, dan wel
b. b. het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan eenvijfde milligram (0,2 mg) alcohol per milliliter bloed. (…)
4. In hoofdstuk 1.5.1 van het Vademecum Vliegend Personeel (hierna: VVP) is opgenomen dat “van 24 tot 10 uur voor het begin van een vlucht of reservedienst overmatig gebruik van alcohol voor het vliegend personeel verboden” is. Als richtlijn wordt een maximum van vier glazen bier genoemd.
5. Op 3 juli 2009 stond [verweerder] ingeroosterd voor een vlucht van Schiphol naar
Dar es Salaam. Toen [verweerder] zich omstreeks 8:15 uur op Schiphol meldde, heeft een veiligheidsmedewerker aan hem gevraagd of hij alcohol had genuttigd. [verweerder] heeft hierop ontkennend geantwoord. [verweerder] is verder gegaan met de vluchtvoorbereidingen en heeft de senior purser en de purser over de vlucht gebriefd.
6. KLM Security Services heeft [verweerder] vervolgens verzocht mee te werken aan een blaastest. Bij de blaastest om 9:10 uur is een waarde van 0,99 promille gemeten. Bij een tweede blaastest om 9.40 uur is een waarde van 0,90 promille gemeten. [verweerder] heeft om 14:10 uur meegewerkt aan een bloedtest, waarbij een waarde van 0,28 promille is gemeten.
7. KLM heeft [verweerder] diezelfde dag een vliegverbod opgelegd en hem geschorst hangende verder onderzoek.
8. Eveneens op 3 juli 2009 heeft [verweerder] een verklaring afgelegd ten behoeve van bovenvermeld onderzoek, onder meer als volgt:
(…) Donderdag 02 juli 2009 heb ik vanaf 16:00 uur tot 23:00 uur 12 flesjes “Brand”bier genuttigd. Tot 10 uur voor de melding van een vlucht mag er geen alcohol meer genuttigd worden. Hier heb ik mij aan gehouden. (…)
9. Op 7 juli 2009 heeft [verweerder] een gesprek gehad met zijn leidinggevende. Tijdens het gesprek heeft hij aangegeven een matige drinker te zijn.
10. [verweerder] heeft op 8 juli 2009 contact opgenomen met zijn leidinggevende en meegedeeld een alcoholverslaving te hebben.
11. [verweerder] heeft op 9 juli 2009 telefonisch contact opgenomen met de bedrijfsarts.
12. Bij brief van 20 juli 2009 heeft KLM aan [verweerder] geschreven het dienstverband te willen beëindigen.
13. Sinds 21 juli 2009 is [verweerder] onder behandeling bij de Radboudkliniek in Nijmegen.