ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0350

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
14 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740063-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en valsheid in geschrift door ambtenaar gemeente Bloemendaal

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 14 oktober 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een ambtenaar van de gemeente Bloemendaal, die beschuldigd werd van verduistering en valsheid in geschrift. De verdachte, werkzaam als beleidsmedewerker financiën, heeft in de periode van 21 september 2007 tot en met 23 december 2008 een bedrag van in totaal 950.255 euro verduisterd. Dit deed hij door valse betalingsopdrachten te creëren en deze te laten uitvoeren, waarbij hij gebruik maakte van zijn functie en bevoegdheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op meerdere tijdstippen geldbedragen van de rekening van de gemeente naar zijn eigen rekeningen heeft overgemaakt, door middel van het plaatsen van digitale handtekeningen op valse brieven.

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten, waarbij de bewezenverklaring is gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en de aangifte van de gemeente. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 36 maanden geëist, maar de rechtbank heeft, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, een lagere straf opgelegd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft daarbij ook de ernst van de feiten en het schaden van het vertrouwen in de integriteit van ambtenaren meegewogen in haar beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740063-09
Uitspraakdatum: 14 oktober 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 30 september 2009 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1
Primair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 september 2007 tot en met 23 december 2008, te Overveen en/of Bloemendaal, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, in zijn hoedanigheid als ambtenaar (van/bij de Gemeente Bloemendaal), opzettelijk een hoeveelheid geld van in totaal (ongeveer) euro 950.255 in elk geval geld, dat telkens toebehoorde aan een ander, te weten de Gemeente Bloemendaal, en welk geld verdachte telkens anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van zijn bediening, namelijk krachtens zijn functie als Beleidsmedewerker Financiën en/of Financieel controller, onder zich had, heeft verduisterd , immers heeft hij, verdachte, voornoemde gelden onttrokken aan hun bestemming, door (middels het plaatsen van een 2e/finale digitale handtekening) opdracht te geven tot het uitvoeren van vijf, althans een of meer betalingsopdracht(en) ten laste van de rekening van de Gemeente Bloemendaal (met rekeningnummer 28.50.01.205 van de Bank Nederlandse Gemeenten), te weten
- op of omstreeks 21-09-2007 een of meer bedrag(en) van in totaal ongeveer euro 200.000 ovv St. Kath. Basisonderwijs, en/of
- op of omstreeks 12-01-2008 een of meer bedrag(en) van in totaal ongeveer euro 223.475 ovv B.dienst Amsterdam,kenmerk 26717371, en/of
- op of omstreeks 18-07-2008 een of meer bedrag(en) van in totaal ongeveer euro 215.000 ovv B.dienst Den Haag,kenmerk 26717371, en/of
- op of omstreeks 10-10-2008 een of meer bedrag(en) van in totaal ongeveer euro 175.415 ovv B.dienst Den Haag, kenmerk 26717371, en/of
- op of omstreeks 19-12-2008 een of meer bedrag(en) van in totaal ongeveer euro 136.365 ovv B.dienst Den Haag, kenmerk 26717371, en dit geld (vervolgens) over te laten maken naar twee, althans een of meerdere bank- en/of girorekening(en) van hem, verdachte, te weten Raborekening [rekeningnummer] en/of ING (Fundix)rekening [rekeningnummer];
Subsidiair:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 21 september 2007 tot en met 23 december 2008, te Overveen en/of Bloemendaal, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, de Gemeente Bloemendaal (telkens) (op valse gronden) heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), (in totaal (ongeveer) euro 950.255,-) , althans van (een) geldbedrag(en), in elk geval enig goed,hebbende verdachte toen en aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid -
- een of meer brie(f)(ven) opgesteld gericht aan een of meer derde(n) (onder andere St. kath. Basisonderwijs en/of Belastingdienst Amsterdam en/of Belastingdienst Den Haag) met daarin de mededeling dat de Gemeente Bloemendaal een of meer bedrag(en) is verschuldigd aan deze derde(n), (te weten:
- een of meer bedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 200.000 aan St. Kath. Basisonderwijs, en/of
- een of meer bedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 223.475 aan Belastingdienst Amsterdam, en/of
- een of meer bedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 215.000 aan Belastingdienst Den Haag, en/of
- een of meer bedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 175.415 aan Belastingdienst Den Haag, en/of
- een of meer bedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 136.365 aan Belastingdienst Den Haag),en/of (vervolgens)
- in deze brie(f)(ven) zijn, verdachtes, bank- en/of girorekeningnummer (te weten Raborekening [rekeningnummer] en/of ING (Fundix)rekening [rekeningnummer]) vermeld als zijnde het bank- en/of girorekening van eerdergenoemde derde(n), en/of (vervolgens)
- deze brie(f)(ven) ondertekend met zijn, verdachtes, naam, en/of voorzien vaneen (gemeente)stempel, en/of (vervolgens)
- deze (gemeente)stempel voorzien van (onder andere) een (valse/vervalste) paraaf van de budgethouder ([budgethouder]),
en/of (vervolgens)
- deze brie(f)(ven) aangeboden aan de kassier van de gemeente Bloemendaal, en/of (vervolgens)
- voor deze brie(f)(ven) een (2e digitale en/of finale) handtekening geplaatst,
waardoor die Gemeente Bloemendaal (telkens) werd bewogen tot de afgifte van bovenomschreven bedrag(en);
Feit 2:
hij op of omstreeks 18 december 2008, te Overveen en/of Bloemendaal, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, een schrijven d.d. 18 december 2008 uit naam van de Gemeente Bloemendaal gericht aan de Belastingdienst (Holland-Midden/ Kantoor/ Hoofddorp) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - (telkens) valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst en/of heeft laten opmaken en/of vervalsen, immers heeft hij,verdachte, (telkens) valselijk - immers opzettelijk in strijd in strijd met de waarheid- in/op dat geschrift, - opgenomen en/of aangegeven dat de Gemeente Bloemendaal een of meer geldbedrag(en) van in totaal (ongeveer) euro 136.365 verschuldigd was aan een derde, te weten de Belastingdienst, en/of - opgenomen en/of aangegeven dat voornoemd(e) bedrag(en) overgemaakt dienden te worden naar het rekeningnummer [rekeningnummer] (zijnde het rekeningnummer van verdachte zelf), en/of genoemd geschrift (telkens) voorzien van een of meer (gemeente)stempel(s) en/of handtekening(en) en/of (valse/vervalste) para(af)(ven) ter bevestiging en/of accordering van de juistheid van de daarin gedane opgave(n), zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken;
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
4. Bewijs
4.1. Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen nu verdachte een bekennende verdachte is als bedoeld in artikel 359 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering:
• de bekennende verklaring van verdachte, zoals die ter terechtzitting is afgelegd;
• de aangifte van de heer [aangever], namens de gemeente Bloemendaal d.d. 15 januari 2009 (dossierpagina 519 e.v.).
4.2. Bewezenverklaring
Gezien het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1:
Primair hij op meer tijdstippen in de periode van 21 september 2007 tot en met 23 december 2008, te Overveen en Bloemendaal, meermalen, in zijn hoedanigheid als ambtenaar bij de Gemeente Bloemendaal, opzettelijk een hoeveelheid geld van in totaal euro 950.255, dat telkens toebehoorde aan de Gemeente Bloemendaal, en welk geld verdachte telkens anders dan door misdrijf, te weten uit hoofde van zijn bediening, namelijk krachtens zijn functie als Beleidsmedewerker Financiën of Financieel controller, onder zich had, heeft verduisterd, immers heeft hij, verdachte, voornoemde gelden onttrokken aan hun bestemming, door middels het plaatsen van een 2e/finale digitale handtekening opdracht te geven tot het uitvoeren van vijf betalingsopdrachten ten laste van de rekening van de Gemeente Bloemendaal (met rekeningnummer 28.50.01.205 van de Bank Nederlandse Gemeenten), te weten
- op of omstreeks 21-09-2007 een bedrag van in totaal euro 200.000 ovv St. Kath. Basisonderwijs, en
- op of omstreeks 12-01-2008 een bedrag van in totaal euro 223.475 ovv B.dienst Amsterdam,kenmerk 26717371, en
- op of omstreeks 18-07-2008 een bedrag van in totaal euro 215.000 ovv B.dienst Den Haag,kenmerk 26717371, en
- op of omstreeks 10-10-2008 een bedrag van in totaal euro 175.415 ovv B.dienst Den Haag, kenmerk 26717371, en
- op of omstreeks 19-12-2008 een bedrag van in totaal euro 136.365 ovv B.dienst Den Haag, kenmerk 26717371,
en dit geld vervolgens over te laten maken naar twee bank- of girorekeningen van verdachte, te weten Raborekening [rekeningnummer] en ING (Fundix)rekening [rekeningnummer];
Feit 2:
hij op of omstreeks 18 december 2008, te Overveen, een schrijven d.d. 18 december 2008 uit naam van de Gemeente Bloemendaal gericht aan de Belastingdienst Holland-Midden/ Kantoor/ Hoofddorp - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte, valselijk - immers opzettelijk in strijd met de waarheid - in dat geschrift,
- opgenomen en aangegeven dat de Gemeente Bloemendaal een geldbedrag van in totaal euro 136.365 verschuldigd was aan een derde, te weten de Belastingdienst, en
- opgenomen en aangegeven dat voornoemd bedrag overgemaakt diende te worden naar het rekeningnummer [rekeningnummer](zijnde het rekeningnummer van verdachte zelf), en
genoemd geschrift voorzien van een gemeentestempel en een handtekening en een valse paraaf ter bevestiging en accordering van de juistheid van de daarin gedane opgave, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en door anderen te doen gebruiken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair: als ambtenaar opzettelijk geld dat hij in zijn bediening onder zich heeft, verduisteren, meermalen gepleegd;
feit 2: valsheid in geschrift.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte was sinds januari 2000 aangesteld als ambtenaar bij de gemeente Bloemendaal waar hij in de functie van financieel beleidsmedewerker en later financieel controller werkzaam was. Verdachte was onder meer budgetbeheerder, in welke hoedanigheid hij diverse budgetten beheerde. Bij besluit van 19 juni 2007 was verdachte tevens aangewezen als 2e tekeningsbevoegde bij financiële transacties in de functie van administrateur, ook wel comptabele geheten. Als budgetbeheerder en comptabele was verdachte bevoegd te beschikken over gelden van de gemeente, deze betaalbaar te stellen en in te stemmen met overboekingen. Naar aanleiding van een melding van de ING Bank van begin januari 2009 over ongebruikelijke transacties die ten laste van de rekening van de gemeente hadden plaatsgevonden, is door de gemeente een intern onderzoek ingesteld. Uit dit interne onderzoek en het na de aangifte gevolgde onderzoek door de politie, is gebleken dat verdachte in de periode van 21 september 2007 tot en met 23 december 2008, vijf maal grote geldbedragen, van in totaal 950.255,- euro toebehorende aan zijn werkgever, heeft verduisterd door deze bedragen van de rekening van de gemeente naar twee op zijn naam staande privérekeningen (een betaalrekening bij de Rabobank en een beleggingsrekening bij de ING) te laten overboeken. Alle vijf de betalingen hebben op een min of meer identieke wijze plaatsgevonden, waarbij aan de overboekingen steeds gefingeerde, door verdachte opgestelde brieven van de gemeente ten grondslag lagen. Op basis van deze valselijk opgestelde brieven liet verdachte door de nietsvermoedende kassier van de gemeente een eerste digitale handtekening zetten, waarna hij de tweede digitale handtekening zelf plaatste en de overboeking plaatsvond.
Naar het oordeel van de rechtbank gaat het hierbij om ernstige, strafbare feiten. Verdachte heeft door zijn handelwijze gemeenschapsgeld van de gemeente Bloemendaal aan zijn rechtmatige bestemming onttrokken. Op geraffineerde wijze heeft verdachte uitgedacht hoe hij de door de gemeente gehanteerde veiligheidsmaatregelen voor het betalingsverkeer kon omzeilen en ontdekking van zijn handelen kon tegenaan. Zo heeft hij de aan de laatste overboeking ten grondslag liggende brief van 18 december 2009 zelf valselijk opgesteld, ondertekend en van een gemeentelijke blokstempel voorzien. Verdachte heeft op de brief niet alleen zijn eigen paraaf gezet, maar tevens onbevoegd de paraaf van de budgethouder geplaatst. Hij deed dit alles om bij zijn collega, in haar functie als kassier, de indruk te wekken dat de overschrijving authentiek en gerechtvaardigd was. Ook heeft verdachte de geldbedragen bij de overschrijvingen naar zijn eigen rekening steeds in kleinere bedragen verdeeld, zodat zijn handelen, naar zijn eigen zeggen, niet door de bank ontdekt zou worden.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij door zijn handelen het vertrouwen van burgers in de integriteit van gemeente-ambtenaren heeft beschaamd. Ook heeft hij het vertrouwen dat zijn werkgever en collega’s in hem stelden, ernstig geschonden. Verdachte heeft nietsvermoedende collega’s bij zijn strafbare handelingen betrokken. Met de valselijk opgemaakte brief van 18 december 2008 heeft verdachte een integere collega misleid tot het zetten van haar digitale handtekening waardoor zij in een vervelende en verdachte situatie is gebracht.
De rechtbank houdt het ervoor dat verdachte zich in zijn handelen enkel en alleen heeft laten leiden door persoonlijk financieel gewin. Hij heeft het gemeenschapsgeld immers enkel voor privédoeleinden gebruikt. Verdachte heeft het grootste gedeelte van het verduisterde geld aangewend voor beleggingen, daarnaast heeft hij ook een gedeelte van zijn hypotheek afgelost en geld gebruikt voor privé-uitgaven. Een groot deel van dit geld is, zo blijkt uit het dossier en uit de verklaring van verdachte ter terechtzitting, inmiddels door de dalende beurzen verdampt. Desgevraagd heeft verdachte geen inzicht kunnen verschaffen in hetgeen hem bewogen heeft tot het plegen van de hem verweten feiten. Dat verdachte, zoals hij ter terechtzitting heeft gesteld, in paniek heeft gehandeld omdat hij vreesde dat hij aan het einde van de looptijd van zijn hypotheek in financiële problemen zou geraken, acht de rechtbank onwaarschijnlijk. Ten tijde van het plegen van de strafbare feiten was immers geen sprake van enig reëel probleem met verdachtes hypotheek. Bovendien beschikte hij over voldoende spaargeld en heeft hij met de door hem verduisterde gelden ook uitgaven in de privé-sfeer gedaan.
Alles overwegende is de rechtbank van oordeel dat op deze feiten niet anders kan worden gereageerd dan met een vrijheidsbenemende straf van na te melden duur.
Wel ziet de rechtbank in de persoonlijke omstandigheden van verdachte aanleiding om ten voordele van verdachte af te wijken van de straf zoals deze door de officier van justitie is gevorderd. Verdachte is niet eerder in aanraking gekomen met politie en justitie. Voorts weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat hij, nadat zijn handelen was ontdekt, meteen openheid van zaken heeft gegeven en volledige medewerking aan het onderzoek heeft verleend. Ook heeft verdachte ter terechtzitting en eerder bij brief, zijn excuses gemaakt naar de gemeente en zijn collega’s. Dat verdachte berouw heeft, blijkt tevens uit de omstandigheid dat hij heeft verklaard dat hij, voor zover nog mogelijk, het door hem verduisterde geldbedrag aan de gemeente wil terugbetalen. Ten slotte weegt de rechtbank mee dat verdachte door zijn handelingen zijn aanzien, zijn baan, zijn huwelijk en zijn huis heeft verloren. Deze persoonlijke omstandigheden zijn voor de rechtbank echter, in weerwil van hetgeen de raadsman van verdachte heeft aangevoerd, niet dusdanig zwaarwegend dat de rechtbank om die reden een gevangenisstraf niet op zijn plaats acht. Daarvoor vindt de rechtbank de feiten die over een langere periode hebben plaatsgevonden en eerst door een intern onderzoek van de gemeente aan het licht zijn gekomen, te ernstig.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaar, opdat verdachte er tijdens die proeftijd van wordt weerhouden strafbare feiten te begaan.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 57, 225, 359 Wetboek van Strafrecht
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 primair en 2 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Hoendervoogt, voorzitter,
mr. M.J. Kronenberg en mr F.S.N. Nasrullah-Oemar, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier A.M.W. Martens,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 oktober 2009.