ECLI:NL:RBHAA:2009:BK0219
Rechtbank Haarlem
- Raadkamer
- M.J.A. Plaisier
- A.C.M. Rutten
- M. Hoendervoogt
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift tegen door openbaar ministerie gelegd anderbeslag ongegrond verklaard
Op 14 oktober 2009 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak waarin klaagsters, vertegenwoordigd door mr. W.J. Koops, een klaagschrift indienen tegen door het openbaar ministerie gelegd anderbeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat op 14 augustus 2009 een klaagschrift is ingediend door verschillende vennootschappen, waaronder [BH] B.V., [CH] B.V., [RVB] B.V., [W] N.V. en [PWH] B.V., die allen betrokken zijn bij een strafrechtelijk financieel onderzoek. De rechtbank heeft de procedure en de relevante feiten uiteengezet, waaronder de machtigingen van de rechter-commissaris voor het leggen van conservatoir beslag op de vermogens van de klaagsters.
De rechtbank heeft de standpunten van de klaagsters en de officier van justitie beluisterd. De raadsman van de klaagsters heeft betoogd dat de gelegde beslagen onrechtmatig zijn, omdat deze niet voldoen aan de vereisten van artikel 94a van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie heeft echter gesteld dat de beslagen rechtmatig zijn gelegd en voldoen aan de wettelijke vereisten.
Na beoordeling van de argumenten en het bewijs heeft de rechtbank geconcludeerd dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de voorwerpen die in beslag zijn genomen, afkomstig zijn van misdrijven en dat de klaagsters wisten dat deze gelden van misdrijf afkomstig waren. De rechtbank heeft de klachten van de klaagsters ongegrond verklaard, waarbij zij heeft benadrukt dat de toetsing van het klaagschrift een marginaal karakter heeft en dat de rechtbank niet in de diepte kan treden in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren ontnemingsprocedure. De rechtbank heeft de beslissing op 14 oktober 2009 openbaar uitgesproken.