ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ9558

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
6 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700433-09
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontuchtige handelingen en bezit van kinderpornografie

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 6 oktober 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende een lange periode schuldig heeft gemaakt aan ontuchtige handelingen met jonge meisjes en het bezit van kinderpornografische afbeeldingen. De verdachte, die lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van pedofilie, heeft meerdere feiten gepleegd waarbij hij jonge meisjes heeft benaderd en ontuchtige handelingen heeft verricht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 12 juni 2009 in Zaandam een minderjarige heeft benaderd met de bedoeling om ontuchtige handelingen te plegen. Daarnaast heeft hij in de periode van 12 juni 2005 tot en met 12 juni 2009 in bezit gehad van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 24 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 10 jaren. Dit om herhaling van soortgelijke misdrijven te voorkomen. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen harddisk onttrokken aan het verkeer en een schadevergoeding van € 75,00 toegewezen aan een benadeelde partij. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700433-09
Uitspraakdatum: 6 oktober 2009
Tegenspraak
verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 september 2009 in de zaak tegen:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in PI Noord Holland Noord - HvB Zwaag te Zwaag.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging tenlastegelegd dat:
1.
Primair
hij op of omstreeks 12 juni 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) een of meer personen, genaamd [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), - die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gezegd om hem te helpen een of meerdere kind(eren) te zoeken en/of - die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gevraagd om daartoe met hem mee te gaan in de bosjes en/of - heeft gezegd dat zij niet naar de speeltuin moesten gaan en/of heeft gezegd dat de speeltuin gevaarlijk is en/of - zijn, verdachte's, fiets te plaatsen voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], zodat zij niet weg konden gaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair:
hij op of omstreeks 12 juni 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum]) en/of [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum]), die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen,
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gezegd om hem te helpen een of meerdere
kind(eren) te zoeken en/of
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft gevraagd om met hem mee te gaan in de bosjes en/of
- heeft gezegd dat zij niet naar de speeltuin moesten gaan en/of heeft gezegd
dat de speeltuin gevaarlijk is en/of
- zijn, verdachte's, fiets heeft geplaatst voor die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], zodat
zij niet weg konden gaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 30 maart 2007 te Zaandam, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum], en/of [slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit - het laten kijken naar en/of vasthouden en/of voelen en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] en/of - het zeggen dat die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] moest(en) plassen en/of - het zeggen dat die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] hun broek naar beneden moest(en) doen en/of dat die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3] hun onderboek naar beneden moesten doen en/of - het aanraken en/of betasten van de vagina van die [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 3], al dan niet over de onderbroek heen, en/of - het optillen van die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3], terwijl verdachte, die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 3] tussen de benen vast hield;
3.
hij op of omstreeks 29 oktober 2006 te Zaandam, gemeente Zaanstad,, met [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum], en/of [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, (telkens) bestaande uit - het laten kijken naar en/of vasthouden en/of voelen en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of - het met zijn, verdachtes, hand aanraken en/of betasten en/of wrijven over de vagina van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], al dan niet over de onderbroek heen;
4.
hij op of omstreeks 23 september 2007 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad,, met [slachtoffer 7] geboren op [geboortedatum] en/of [slachtoffer 8], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande uit het vasthouden en/of voelen en/of heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die [slachtoffer 7] en/of die [slachtoffer 8];
5.
hij in of omstreeks de periode van 12 juni 2005 tot en met 12 juni 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, in elk geval in Nederland, één of meermalen een afbeelding en/of een gegevensdrager, bevattende 106, althans 20, in elk geval
een of meer, afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad, bestaande die seksuele gedragingen onder meer uit
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt zit naakt, al dan niet op haar knieën, voor een volwassen man en houdt zijn (stijve) geslachtsdeel vast en/of die man drukt zijn stijve geslachtsdeel
tegen en/of in haar mond en/of houdt zijn geslachtsdeel ter hoogte van de mond van het meisje en/of het meisje likt het geslachtsdeel van de man (onder meer afbeeldingen 3, 5, 6, 8, 12, 13, 15 16 19) en/of
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt poseert naakt terwijl zij al dan niet met gespreide benen ligt op een bed, waardoor haar geslachtsdeel zichtbaar is en/of zij haar schaamlippen open trekt en/of terwijl haar borsten zichtbaar worden gemaakt door haar bovenkleding oomhoog te trekken (onder meer afbeeldingen 1, 7, 10, 11, 17, 20) en/of
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt pleegt ontuchtige handelingendoor op het geslachtsdeel van een naakte volwassen man te zitten en/of op een naakte volwassen man te liggen (onder
meer afbeeldingen 14, 18).
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 subsidiair, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 24 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 10 jaren onder de bijzondere voorwaarde dat hij zich zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van de Reclassering, ook als dat inhoudt een behandeling bij De Waag en dat hij libidoremmende medicatie zal innemen.
4. Bewijs
4.1. Vrijspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en 2 ten laste is gelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
4.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1 subsidiair:
hij op 12 juni 2009 te Zaandam, gemeente Zaanstad, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt, ontuchtige handelingen te plegen,
- die [slachtoffer 1] heeft gezegd om hem te helpen een kind te zoeken en
- die [slachtoffer 1] heeft gevraagd om met hem mee te gaan in de bosjes en
- heeft gezegd dat zij niet naar de speeltuin moest gaan en heeft gezegd dat de speeltuin gevaarlijk is en
- zijn, verdachte's, fiets heeft geplaatst voor die [slachtoffer 1], zodat zij niet weg kon gaan,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 29 oktober 2006 te Zaandam, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum], en [slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet hadden bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, telkens bestaande uit
- het laten kijken naar en vasthouden en voelen en heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en
- het met zijn, verdachtes, hand aanraken en betasten en wrijven over de vagina van die [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6], al dan niet over de onderbroek heen;
4.
hij op 23 september 2007 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad, met [slachtoffer 7] geboren op [geboortedatum], die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande uit het vasthouden en voelen en heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die [slachtoffer 7];
5.
hij in de periode van 12 juni 2005 tot en met 12 juni 2009 teZaandam, gemeente Zaanstad, een gegevensdrager, bevattende 20 afbeeldingen van seksuele gedragingen, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, in bezit heeft gehad, bestaande die seksuele gedragingen onder meer uit
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt, zit naakt, al dan niet op haar knieën, voor een volwassen man en houdt zijn (stijve) geslachtsdeel vast en/of die man drukt zijn stijve geslachtsdeel tegen en/of in haar mond en/of houdt zijn geslachtsdeel ter hoogte van de mondvan het meisje en/of het meisje likt het geslachtsdeel van de man (afbeeldingen 3, 5, 6, 8, 12, 13, 15 16 19) en
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt, poseert naakt, terwijl zij al dan niet met gespreide benen ligt op een bed, waardoor haar geslachtsdeel zichtbaar is en/of zij haar schaamlippen open trekt en/of terwijl haar borsten zichtbaar worden gemaakt door haar bovenkleding omhoog te trekken (afbeeldingen 1, 7, 10, 11, 17, 20) en
- een meisje dat de leeftijd van 18 jaar kennelijk nog niet heeft bereikt, pleegt ontuchtige handelingen door op het geslachtsdeel van een naakte volwassen man te zitten en/of op een naakte volwassen man te liggen (afbeeldingen 14, 18).
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4.3. Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1 subsidiair en ten aanzien van feit 5
De rechtbank acht – anders dan de raadsman heeft betoogd - bewezen dat verdachte zich aan de subsidiair tenlastegelegde poging tot het plegen van ontuchtige handelingen met de minderjarige [slachtoffer 1] heeft schuldig gemaakt, nu de bewezen geachte gedragingen van verdachte – mede bezien in het licht van de onder 3 en 4 bewezen geachte feiten – niet anders kunnen worden beschouwd dan als op voltooiing van dat misdrijf gerichte gedragingen die niet tot voltooiing van het misdrijf hebben geleid doordat verdachte toen daar werd aangehouden.
De rechtbank acht ook – anders dan de raadsman heeft betoogd - bewezen dat verdachte een gegevensdrager bevattende kinderporno in zijn bezit heeft gehad. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
De rechtbank stelt voorop dat aan de strafbaarstelling van het bezit van kinderporno mede als bedoeling van de wetgever ten grondslag ligt dat, daardoor het misbruik van minderjarigen ten behoeve van het vervaardigen van kinderporno wordt tegengegaan. In het licht van hetgeen hiervoor is vooropgesteld, is de rechtbank van oordeel dat nu verdachte – naar hij ter terechtzitting heeft erkend - meermalen gericht heeft gezocht naar websites waarop kinderpornografische afbeeldingen te zien waren, dat hij van daar aangetroffen afbeeldingen kennis heeft genomen en nu als gevolg daarvan die afbeeldingen in de temporary files op de harddisk van de computer van verdachte aanwezig waren, hij in het bezit is geweest van die kinderpornografische afbeeldingen. Dat verdachte ze na het bekijken daarvan heeft weg geklikt doet daaraan niet af, temeer niet nu die afbeeldingen kennelijk nog in de – niet door hem verwijderde - temporary files op de harddisk van de computer van verdachte aanwezig waren en – naar bij onderzoek is gebleken – weer zichtbaar konden worden gemaakt.
5. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
poging tot het buiten echt ontuchtige handelingen plegen met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren
Ten aanzien van feit 3:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van feit 4:
met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen.
Ten aanzien van feit 5:
Een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van de sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte
zoals van een en ander is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van de volgende rapportages:
- het vroeghulp interventierapport van de Brijder verslavingszorg d.d. 15 juni 2009;
- het voorlichtingsrapport van de Reclassering Nederland d.d. 12 augustus 2009 en
- het pro justitia rapport d.d. 25 augustus 2009 van drs. I. van Asselt, gezondheidspsycholoog.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende een lange periode diverse malen ontuchtige handelingen gepleegd met jonge meisjes. De handelingen bestonden uit het laten kijken, vasthouden en voelen en heen en weer bewegen van zijn, verdachtes, ontblote geslachtsdeel door die meisjes alsmede bij een tweetal meisjes het betasten van de vagina van die meisjes. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan een poging tot een soortgelijk feit. Verdachte heeft hierbij geen enkel oog gehad voor de schadelijke gevolgen die zijn handelen kon hebben voor de slachtoffertjes. Verdachte heeft ernstig inbreuk gemaakt op de psychische en ten aanzien van twee meisjes ook de lichamelijke integriteit van hen. Naar de ervaring leert brengt dit voor slachtoffers van feiten als de onderhavige gedurende lange tijd nadelige psychische gevolgen met zich mee. Dergelijke feiten veroorzaken daarnaast ook grote onrust in de samenleving.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De vervaardiging van dergelijk pornografisch materiaal is een ernstig maatschappelijk kwaad, nu hiertoe - vaak zeer jonge - kinderen worden misbruikt, hetgeen schadelijke gevolgen voor de betrokken kinderen tot gevolg kan hebben, zelfs indien van externe druk bij het poseren geen sprake is. Door het bezit van kinderpornografische afbeeldingen is verdachte medeverantwoordelijk voor het misbruik van deze jonge kinderen en de exploitatie daarvan, hetgeen zowel nationaal als internationaal krachtig wordt afgekeurd.
De rechtbank rekent verdachte aan dat hij door het opzettelijk bezoeken van websites, waarop kinderpornografische opnamen beschikbaar zijn, de vervaardiging van kinderpornografie en daarmee het misbruik van deze jonge kinderen mede in stand heeft gehouden.
Drs. I. van Asselt, gezondheidspsycholoog, heeft in haar rapport van 25 augustus 2009 geconcludeerd dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van pedofilie. Volgens de psycholoog was verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten op basis van de ziekelijke stoornis in de vorm van pedofilie enigszins verminderd in staat zijn wil in vrijheid te bepalen.
De rechtbank neemt dit oordeel over.
Genoemde psycholoog meent in het voormelde rapport dat de ernst van de ziekelijke stoornis behandeling en begeleiding van verdachte noodzakelijk maakt teneinde het duidelijk aanwezige recidiverisico te kunnen beperken. Bij verdachte is sprake van ziektebesef en motivatie voor behandeling. Geadviseerd wordt als bijzondere voorwaarde op te leggen dat verdachte zich onder behandeling zal laten stellen van de Waag en dat die behandeling een behandeling met libido remmende medicatie kan inhouden. Een verplicht reclasseringscontact wordt dan ook noodzakelijk geacht. Verdachte heeft ter terechtzitting aangegeven mee te willen werken aan behandeling ook als dat zou inhouden dat hij libido remmende middelen zal gebruiken.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd.
Nu er – gelet op de onder 1, subsidiair, en 3 bewezen geachte feiten sprake is van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van zeer jonge meisjes en er in het licht van de bevindingen van de gezondheidspsycholoog Van Asselt en de verklaring van verdachte omtrent zijn seksuele belangstelling voor jonge meisjes, vrees bestaat dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van zeer jonge meisjes, zal de rechtbank teneinde herhaling van soortgelijke misdrijven te voorkomen, aan het voorwaardelijk op te leggen strafgedeelte een proeftijd van 10 jaren verbinden.
In verband daarmee acht de rechtbank verplicht contact met de Brijder reclassering en behandeling bij de Waag gedurende de proeftijd noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen harddisk, dient te worden onttrokken aan het verkeer. Dit voorwerp behoort verdachte toe. Met dit voorwerp is het onder feit 5 bewezen geachte feit begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet.
Vordering benadeelde partij
De gemachtigde van de minderjarige benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft ten behoeve van haar een vordering tot schadevergoeding van € 75,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 4 tenlastegelegde feit zou hebben geleden. De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot het gevorderde bedrag eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het onder 4 bewezenverklaarde feit. De vordering zal dan ook worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 4 bewezenverklaarde feit is toegebracht.
Daarom zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij is toegewezen, te weten € 75,00.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36b, 36d, 36f, 45, 57, 240b, 247 Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 primair en 2 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 subsidiair, 3, 4 en 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens deze feiten tot een gevangenisstraf voor de duur van ZESDERTIG (36) MAANDEN.
Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot VIERENTWINTIG (24) MAANDEN, niet ten uitvoer zal worden gelegd, waarbij de rechtbank een proeftijd vaststelt van tien jaren.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging van dit voorwaardelijke gedeelte kan worden gelast indien:
– verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit;
– verdachte niet naleeft de bijzondere voorwaarde dat hij zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens de Reclassering Nederland, zolang die instelling dit nodig acht, ook als dat inhoudt dat verdachte zich onder behandeling zal stellen bij De Waag, en/of verdachte libidoremmende middelen zal gebruiken.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 7] geleden schade tot een bedrag van
€ 75,00 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag aan de gemachtigde van [slachtoffer 7], voornoemd, rekeningnummer [rekeningnummer], tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 75,00, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 1 dag hechtenis.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij, voornoemd, in mindering strekken op de
verplichting tot betaling aan de staat en dat betalingen aan de staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van
Onttrekt aan het verkeer:
een Hitachi harddisk.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
7 petten waaronder 1 blauwe Nike pet.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. R.E.A. Toeter, voorzitter,
mr. E.A. Minderhoud en mr. W.B. Klaus, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.L.A. van Leer,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 6 oktober 2006.
Mr. Minderhoud is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.