ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ8503
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- L.M. Kos
- M.J.A. Plaisier
- F.S.N. Nasrullah-Oemar
- Rechtspraak.nl
Toelaatbaarheid van uitlevering aan Noorwegen van opgeëiste persoon
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 2 september 2009 uitspraak gedaan over een verzoek tot uitlevering van een opgeëiste persoon aan de Noorse autoriteiten. Het verzoek, dat op 26 juni 2009 door het Ministerie van Justitie en Politie in Noorwegen werd ingediend, betreft strafvervolging voor feiten die in strijd zijn met het Noorse Wetboek van Strafrecht. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de vereisten voor toelaatbaarheid van de uitlevering is voldaan, zoals gesteld in het Europees Verdrag betreffende uitlevering (EUV). De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Nederlandse nationaliteit bezit. De rechtbank heeft ook de stukken beoordeeld die door de Noorse autoriteiten zijn overgelegd en geconcludeerd dat deze voldoen aan de eisen die het toepasselijke verdrag stelt.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen beletselen zijn voor de uitlevering, ondanks de argumenten van de raadsvrouw van de opgeëiste persoon over de dubbele strafbaarheid en het vermoeden van schuld. De rechtbank heeft geoordeeld dat het tenlastegelegde feit II, dat betrekking heeft op het voorhanden hebben van heroïne, een misdrijf is volgens Nederlands recht, en dat de uitlevering voor dit feit toelaatbaar is. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het aan de Noorse rechter is om te bepalen of het recht tot strafvervolging voor het tenlastegelegde feit II is verjaard.
Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de uitlevering aan Noorwegen toelaatbaar te verklaren, waarbij de relevante juridische bepalingen zijn genoemd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de rechters de beslissing gezamenlijk hebben genomen. De rechtbank heeft de Minister van Justitie erop gewezen dat de opgeëiste persoon aanspraak moet kunnen maken op de garantie dat hij zijn straf in Nederland kan ondergaan, maar heeft geen uitspraak gedaan over deze kwestie, aangezien dit buiten haar bevoegdheid valt.