ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ7663
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.D. de Jong
- C.E. Heyning-Huydecoper
- M. Mateman
- Rechtspraak.nl
Verlening voorschot op een aanspraak krachtens de WW in afwachting uitkomst ontslagprocedure
In deze zaak gaat het om de verlening van een voorschot op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet (WW) in afwachting van de uitkomst van een ontslagprocedure. De korpsbeheerder van de Politie Kennemerland had eerder een voorwaardelijk strafontslag opgelegd aan de heer [naam] wegens plichtsverzuim. De heer [naam] had op 1 mei 2006 een aanvraag ingediend voor een WW-uitkering, maar deze was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) bij besluit van 12 december 2006 blijvend geweigerd, omdat hij verwijtbaar werkloos zou zijn geworden. De heer [naam] maakte bezwaar tegen deze beslissing, en het Uwv besloot om, gezien de onzekerheid over het recht op loondoorbetaling, een voorschot van € 130,63 bruto per dag vast te stellen, dat zou worden verrekend met de uiteindelijke WW-uitkering.
De korpsbeheerder betwistte de beslissing van het Uwv en stelde dat de gedragingen die tot het ontslag hebben geleid wel degelijk aan de heer [naam] konden worden toegerekend, ook al was er een psychiatrische rapportage die verminderde toerekenbaarheid suggereerde. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht een voorschot had vastgesteld, gezien de onzekerheid over de rechtmatigheid van het ontslag en het recht op loondoorbetaling. De rechtbank concludeerde dat de beschikbare gegevens voldoende aanknopingspunten boden voor de verwachting dat de gedragingen van de heer [naam] niet konden worden verweten.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de korpsbeheerder ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 17 augustus 2009, en er staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.