1. [verweerder], 40 jaar oud, is op 1 maart 2008 bij Transavia in dienst getreden in de functie van Junior First Officer Boeing 737, tegen een salaris van € 4.621,26 bruto per maand, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten.
2. Op 11 juli 2009 is [verweerder] door Transavia ingezet op een vlucht van Amsterdam naar Hurghada, met op de volgende dag een terugvlucht naar Amsterdam. Naast [verweerder] waren gezagvoerder [AAA] (hierna: [AAA]) en nog vier cabincrewleden op de vlucht werkzaam.
3. Op 12 juli 2009 heeft [AAA] vanuit Hurghada aan Transavia gemeld dat [verweerder] niet in staat was om terug te vliegen. Transavia heeft een vervangende copiloot ingezet.
4. Bij e-mailbericht van 13 juli 2009 heeft [AAA] onder meer het volgende aan Transavia medegedeeld:
“In Hurghada spreken we af in de hotelbar. [...] [verweerder] komt met een aantal sexistische opmerkingen die bij sommige crewleden in het verkeerde keelgat schiet. [...] hij gaat gewoon door met deze opmerkingen. [...] De pickuptijd was om 21.30 uur [...] Om 21.15 was iedereen bij de receptie van het hotel in Uniform. Alleen [verweerder] stond er nog in t-shirt te wachten op de rekening en een hamburger die nog gegeten moest worden. [...] [verweerder] kon de rekening niet meer betalen en probeerde iemand uit Hurghada zover te krijgen dit voor hem te doen. [...] Ik heb uiteindelijk de rekening (34 euro) voor hem betaald en m’n excuses aangeboden aan de receptiemedewerkers [...]. [verweerder] vertelde in de taxi dat hij de hele nacht niet geslapen had [...]. Hij verzocht mij te vliegen naar Amsterdam omdat hij niet fit was.”
5. Eveneens op 13 juli 2009 heeft cabin attendant [BBB] een e-mailbericht met onder andere de volgende inhoud aan Transavia gezonden:
“[verweerder] begon te praten over homoseksuelen. Deze zouden altijd vieze seks hebben [...] Dit kwam op mij over als een belediging en heeft mij zeer gekwetst. [...] Deze man heeft dringend psychische hulp nodig.”
6. Bij e-mail bericht van 14 juli 2009 heeft purser [CCC] onder meer het volgende aan Transavia geschreven:
“Tijdens de reis van de Airport naar onze accommodatie begon hij erg provocerend en intimiderend te spreken. [...] Bij de naborrel in het hotel begon de heer [verweerder] wederom over het ATM verhaal [...] hierop volgde een te gore uitleg [...] op een hele intimiderende en grove manier. [...] Tegen een cabine collega zei hij alle homo’s zijn vies [...] Ik [...] was letterlijk bang voor hem. [...] Hij is zeer onbeschoft geweest tegen het hotel personeel [...] heel neerbuigend. Hij had geen geld om zijn rekening te betalen toen hij uitcheckte dus hij wilde het hotel verlaten zonder te betalen [...] uiteindelijk heeft de captain zijn rekening betaald. [...] Aan boord terug naar Amsterdam heeft hij eten en drinken besteld wat hij pertinent niet wilde afrekenen. En daar heeft hij aan boord ook stennis over lopen maken, hij zei ik heb al genoeg gezeik gehad waar passagiers bij waren.”
7. Eveneens op 14 juli 2009 heeft cabin attendant [DDD] een schriftelijke verklaring afgelegd, waarin zij onder meer het volgende heeft opgemerkt:
“Aangekomen in Hurgada [...] maakt hij allerlei seksuele opmerkingen [...] [CCC] zegt hierop [...] of hij wil stoppen met dit onderwerp. [verweerder] [...] gaat gewoon door. [...] Tegen [BBB] maakt hij opmerkingen over zijn seksuele voorkeur [...] Het was zeer discriminerend.”
8. Transavia heeft [verweerder] naar aanleiding van de klachten over zijn gedragingen op 14 juli 2009 geschorst en hem bij brief van 15 juli 2009 uitgenodigd voor een gesprek op 20 juli 2009.
9. Voorafgaande aan dit gesprek heeft [verweerder] per e-mailbericht van 18 juli 2009 zijn versie van de gebeurtenissen in Hurghada aan Transavia gestuurd en in een e-maibericht van 19 juli 2009 aan zijn collega’s (onder andere) laten weten de gebeurtenis te betreuren.
10. In de ochtend van 20 juli 2009 heeft [verweerder] zich op laten nemen op de afdeling Psychiatrie van het Kennemer Gasthuis te Haarlem, nadat hij in de voorgaande nacht het interieur van zijn woning had vernield en de politie door de buren was gealarmeerd.
11. Op 20 juli 2009 is [verweerder] door zowel de Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers (hierna: VNV) als zijn moeder telefonisch bij Transavia ziek gemeld.
12. Bij brief van dezelfde datum heeft Transavia aan [verweerder] medegedeeld dat de gebeurtenissen op 11 en 12 juli 2009 voor haar een dringende reden opleveren voor ontslag op staande voet en dat zij, alvorens hiertoe over te gaan, [verweerder] een laatste mogelijkheid geeft om op 22 juli 2009 schriftelijk dan wel mondeling te reageren.
13. Bij brief van 21 juli 2009 heeft de VNV Transavia verzocht om het besluit tot het geven van ontslag op staande voet aan te houden, totdat meer helderheid over de psychische gesteldheid van [verweerder] bekend zou zijn.
14. Op 22 juli 2009 heeft [verweerder] zich schriftelijk ziek gemeld met ingang van 20 juli 2009 en aangegeven die dag niet op kantoor te kunnen verschijnen.
15. Bij brief van 22 juli 2009 heeft Transavia [verweerder] op staande voet ontslagen, waarbij zij onder meer het volgende heeft opgemerkt:
“U heeft de gestelde termijn ongebruikt laten passeren. [..] Uw ziekmelding hebben wij meegewogen, maar brengt voor ons geen verandering in de situatie.”
16. Bij brief van 27 juli 2009 heeft de VNV de vernietigbaarheid van het ontslag op staande voet ingeroepen.
17. Bij brief van 6 augustus 2009 heeft E. Fletterman, behandelend psychiater van [verweerder], onder meer het volgende aan [verweerder] geschreven:
“Uw gedrag, en het vermoeden dat dit werd veroorzaakt door een psychiatrisch toestandsbeeld, is aanleiding geweest om u een opname aan de bieden. [...] De voorlopige diagnose op dat moment was een ‘manisch psychotisch’ toestandbeeld [...] De symptomen die passen bij een dergelijk toestandbeeld, en waarvan ook bij u ten tijde van opname in meer of mindere mate sprake was, zijn een eufore of gemengd eufoor-depressieve stemming, verhoogd associatief denkvermogen, versneld denken, sterk verminderde slaapbehoefte, achterdochtige gedachten, waan(achtige) ideeën, ontremming in het gedrag en oordeels- en kritiekstoornissen. [...] Meestal ontstaat een dergelijke toestand niet van het ene op het andere moment: terugkijkend zijn meestal, in de dagen of weken daaraan voorafgaand, al aanwijzingen te vinden voor een verandering. Bijvoorbeeld [...] verhoogde spreekdrang, geen tegenspraak dulden, [...] seksueel gedrag dat sociaal niet of nauwelijks aanvaardbaar is [...] Ook in uw geval is het waarschijnlijk dat symptomen van de ziekte al voor 20 juli zijn ontstaan. [...] Het is heel waarschijnlijk dat ook uw gedrag op 11 en 12 juli gekleurd werd door het manisch-psychotisch ziektebeeld. [...] De kans is groot dat [...] de patiënt zelf op dat moment niet het idee heeft anders te zijn en zich niet bewust is van de impact die zijn gedrag heeft [...].”