ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ1037
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.M. Flohil
- A. Roelvink-Verhoeff
- P.R. de Geus
- Rechtspraak.nl
Verdeling van huwelijksgemeenschap en toedeling van schulden na echtscheiding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 21 april 2009, ging het om de verdeling van de huwelijksgemeenschap tussen een vrouw en een man na hun echtscheiding. De rechtbank had eerder op 3 juni 2008 de echtscheiding uitgesproken en de beslissing over de verdeling aangehouden. De peildatum voor de verdeling werd vastgesteld op 10 november 2008, de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. De te verdelen huwelijksgemeenschap bestond uit verschillende bestanddelen, waaronder inboedel, schulden aan de voormalige werkgever van de man, een bankrekening in Spanje en een doorlopend krediet bij ABN AMRO.
De vrouw verzocht om de toedeling van bepaalde inboedelgoederen, zoals foto’s en cd’s, wat door de rechtbank werd toegewezen. De schuld aan de voormalige werkgever van de man, die voortkwam uit fraude, werd door de rechtbank als verknocht beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat deze schuld niet in de gemeenschap viel. De bankrekening werd aan de man toegewezen, met de verplichting om de vrouw de helft van het saldo af te dragen. De rechtbank oordeelde dat de gemeenschapschulden gelijkelijk tussen beide partijen moesten worden verdeeld, tenzij er bewijs was dat de vrouw niet aansprakelijk was voor bepaalde schulden.
De rechtbank concludeerde dat de man aansprakelijk bleef voor de totale schuld aan zijn voormalige werkgever, maar dat de vrouw ook aansprakelijk was voor de helft van de openstaande schuld na de ontbinding van de gemeenschap. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank wees het meer of anders verzochte af. Tegen deze beschikking kon binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.