ECLI:NL:RBHAA:2009:BI0374
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.P. van der Lelie
- F.F.W. Brouwer
- A.P.W. Duijkersloot
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor verdachte wegens niet bewezen belediging van een groep mensen
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 april 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belediging van een groep mensen, specifiek moslims en/of allochtonen, op basis van hun ras en/of godsdienst. De tenlastelegging betrof uitlatingen die de verdachte op zijn website had geplaatst tussen 5 december 2006 en 30 juni 2008. De officier van justitie vorderde een werkstraf van 80 uren, maar de rechtbank oordeelde dat de uitlatingen niet als beledigend konden worden gekwalificeerd volgens de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft de context van de gewraakte uitlatingen zorgvuldig onderzocht. De verdachte had aangevoerd dat de teksten niet door hem waren geschreven, maar door een groep medewerkers. De rechtbank concludeerde echter dat de verdachte als beheerder en eigenaar van de website verantwoordelijk was voor de inhoud. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen niet specifiek gericht waren op een groep mensen op basis van hun ras of godsdienst, en dat de termen die gebruikt werden niet evident beledigend waren.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat geen van de gewraakte uitlatingen beledigend was voor een groep mensen zoals bedoeld in artikel 137c en 137e van het Wetboek van Strafrecht. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De uitspraak benadrukt het belang van context bij het beoordelen van uitlatingen en de noodzaak om te bepalen of deze uitlatingen daadwerkelijk beledigend zijn voor een specifieke groep.