zaaknummer / rolnummer: 154429 / KG ZA 09-81
Vonnis in kort geding van 30 maart 2009
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B.V. V/H A. DEN BREEJEN,
gevestigd te Cruquius, gemeente Haarlemmermeer,
eiseres,
verweerster in het incident tot voeging,
advocaat mr. S.I. van der Staal,
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE HAARLEMMERMEER,
zetelend te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde,
verweerster in het incident tot voeging,
advocaat mr. J.C. Binnerts,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VESSIES INFRA B.V.,
gevestigd te Lisse,
eiseres in het incident tot voeging,
advocaat mr. R.G. Degenaar te Gorinchem.
Partijen zullen hierna Den Breejen, de gemeente en Vessies genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie van Vessies
- het mondelinge vonnis van de voorzieningenrechter in het incident van Vessies, waarbij de incidentele vordering is toegewezen
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Den Breejen
- de pleitnota van de gemeente
- de pleitnota van Vessies.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2.1. De gemeente heeft een aanbestedingsprocedure gevoerd om te komen tot opdrachtverlening voor het uitvoeren van werkzaamheden aan het plan Primaviera te Rijsenhout. Het betreft een niet-Europese aanbesteding door middel van een meervoudig onderhandse procedure.
2.2. In het bestek staat onder meer:
0.04 INSCHRIJVING
[…]
4. Kwaliteitssysteemcertificaat
De inschrijver moet in het bezit zijn van een kwaliteitssysteemcertificaat op basis van de norm ISO 9002 ‘Kwaliteitsmanagementsystemen –Eisen’, dat betrekking heeft op de aard van het werk. Dit certificaat moet zijn afgegeven door een certificatie-instelling, die daartoe is geaccrediteerd door een nationale accreditatie-instelling (in Nederland: de Raad voor Accreditatie).
0.07 OPDRACHT
1. Het gunningscriterium is de laagste prijs.
1.04 ALGEMENE BESCHRIJVING
Het werk bestaat in hoofdzaak uit:
- Voorbereidende werkzaamheden.
- Grondwerkzaamheden.
- Leidingwerk.
- Waterbouwkundige constructies.
- Overige algemene werkzaamheden.
2.3. Bij brief d.d. 21 november 2008 heeft de gemeente Den Breejen uitgenodigd voor de onderhandse aanbesteding van het werk.
2.4. Op 18 december 2008 hebben onder meer Den Breejen en Vessies ingeschreven op het werk. Daarbij heeft Den Breejen het laagste en Vessies het op een na laagste bedrag ingeschreven.
2.5. Bij brief d.d. 2 februari 2009 heeft de gemeente aan Den Breejen meegedeeld dat haar inschrijving dient te worden afgewezen en dat zij voornemens is de opdracht te gunnen aan Vessies. In de brief staat verder onder meer:
BV v/h A. den Breejen heeft weliswaar de laagste prijs geboden, maar voldoet niet aan alle gestelde eisen.
Blijkens 0.04 punt 4 van het Bestek 08-044 dient u in het bezit te zijn van een kwaliteitssysteemcertificaat op basis van de norm ISO 9001 ‘Kwaliteitsmanagementsystemen – Eisen’, dat betrekking heeft op de aard van het werk. De door u overgelegde ISO-certificaten hebben ondermeer geen betrekking op waterbouwkundige constructies. […]
Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat uw inschrijving dient te worden afgewezen.
2.6. Op verzoek daartoe van de gemeente heeft Den Breejen bij brief d.d. 14 januari 2009 aan de gemeente een kopie gezonden van een aan haar verstrekt ISO 9001 certificaat (hierna: het ISO-certificaat). Dit certificaat is afgegeven op 3 april 2006 door SKW Certificatie BV (hierna: SKW) en is geldig tot 3 april 2009. Het certificaat is afgegeven voor loonwerk, grondverzet, sloopwerkzaamheden en verhuur van bemande machines voor de uitvoering van deze werkzaamheden.
3. Het geschil in de hoofdzaak
3.1. Den Breejen vordert samengevat - de gemeente te verbieden de opdracht te gunnen aan een derde, op straffe van verbeurte van een dwangsom in geval van overtreding van dat verbod, kosten rechtens.
3.2. De gemeente en Vessies voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in het incident
4.1. Vessies vordert dat haar wordt toegestaan zich in de hoofdzaak aan de zijde van de gemeente te voegen.
4.2. Den Breejen en de gemeente hebben zich dienaangaande gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter.
5.1. Het verzoek van Vessies om zich te mogen voegen aan de zijde van de gemeente in het geding tussen Den Breejen en de gemeente - waartegen Den Breejen en de gemeente geen bezwaar hebben gemaakt - is ter zitting toegewezen, aangezien Vessies geacht kan worden belang te hebben bij voeging om benadeling van haar eigen rechten en rechtspositie te voorkomen en aangezien voorts het geding ten gevolge van de voeging niet nodeloos wordt vertraagd of nodeloos ingewikkeld wordt.
5.2. Den Breejen heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat de aard van het werk grondwerk is en dat redelijke uitleg van de bestekseis met zich brengt dat het gevraagde ISO-certificaat enkel behoeft te zien op grondwerk. Den Breejen beschikt over een dergelijk certificaat en zij heeft dit tijdig overgelegd. Volgens Den Breejen bevat het werk geen waterbouwkundige constructies en behoefde zij daarvoor derhalve geen ISO-certificering over te leggen, zodat de gemeente haar inschrijving ten onrechte heeft afgewezen.
5.3. De gemeente heeft betwist dat het werk uitsluitend grondwerk betreft en heeft daartoe aangevoerd dat het aanbrengen van duikers ook tot het werk behoort en dat dit kan worden aangemerkt als een waterbouwkundige constructie. Het ISO-certificaat van Den Breejen heeft geen betrekking op waterbouwkundige constructies en sluit derhalve niet aan op de aard van het werk, aldus de gemeente.
5.4. Zoals weergegeven in 2.2 is in het bestek onder 0.04-4 bepaald dat de inschrijver in het bezit moet zijn van een ISO-certificaat dat betrekking heeft op de aard van het werk. In het bestek zijn in de nadere beschrijving onder 2.2. de werkzaamheden onderverdeeld in de categorieën voorbereidende werkzaamheden (nummer 1), grondwerkzaamheden (nummer 2), leidingwerk (nummer 3) en werk van algemene aard (nummer 8). Hieruit volgt reeds dat het werk uit meer bestaat dan alleen grondwerk, zodat de aard van het werk niet uitsluitend als zodanig kan worden bestempeld, zoals door Den Breejen is gesteld.
5.5. Voor zover Den Breejen heeft betoogd dat het bestek in die zin onduidelijk is, faalt dit betoog. In voornoemde nadere omschrijving zijn in elke categorie de specifieke werkzaamheden die daarop betrekking hebben nader uiteengezet, zodat er geen twijfel over kan bestaan waaruit de werkzaamheden bestaan. Bovendien heeft Den Breejen in haar inschrijvingsstaat de werkzaamheden als genoemd in de nadere beschrijving overgenomen en deze voorzien van een kostprijs, zodat kan worden aangenomen dat Den Breejen heeft begrepen welke werkzaamheden het betreft.
Overigens had Den Breejen, indien het bestek haar niet duidelijk was geweest, voorafgaand aan de inschrijving bij de gemeente om nadere inlichtingen kunnen vragen, hetgeen zij heeft nagelaten. Het beroep op een onduidelijk bestek moet dan ook thans als tardief terzijde worden geschoven.
5.6. De aanleg van duikers staat in meergenoemde nadere beschrijving vermeld in de categorie leidingwerk onder nummer 3, pagina 18 van het bestek en niet in de categorie grondwerkzaamheden onder nummer 2. Gelet daarop kan, anders dan Den Breejen heeft betoogd, redelijkerwijs niet worden aangenomen dat de aanleg van duikers van dezelfde aard is als het grondwerk. Weliswaar kan aan Den Breejen worden toegegeven dat de duikers niet het grootste deel van het werk betreffen, maar dat doet niet af aan de bevoegdheid van de gemeente om niet alleen voor het grondwerk maar ook voor het aanbrengen van duikers certificering te verlangen. De vraag of het aanbrengen van duikers moet worden aangemerkt als waterbouwkundig werk, zoals de gemeente heeft aangevoerd, kan voorshands buiten beschouwing blijven. Feit is immers dat Den Breejen uitsluitend beschikt over een ISO-certificaat voor grondverzet en niet voor de aanleg van duikers, of zulks nu gecategoriseerd moeten worden als waterbouwkundig werk of als leidingwerk.
5.7. Het voorgaande in aanmerking genomen heeft de gemeente de inschrijving van Den Breejen mogen afwijzen. De vordering zal dan ook worden afgewezen.
5.8. Den Breejen zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld aan de zijde van de gemeente en Vessies. De kosten aan de zijde van zowel de gemeente als Vessies worden begroot op:
- vast recht EUR 262,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.078,00
6.1. weigert de gevorderde voorziening,
6.2. veroordeelt Den Breejen in de proceskosten, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op EUR 1.078,00,
6.3. veroordeelt Den Breejen in de proceskosten, aan de zijde van Vessies tot op heden begroot op EUR 1.078,00,
6.4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. van der Meer en in het openbaar uitgesproken op 30 maart 2009.?