ECLI:NL:RBHAA:2009:BH1203

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
22 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740174-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Roofoverval op Rabobank te Hoofddorp met geweld en bedreiging

Op 22 januari 2009 heeft de rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een gewelddadige overval op de Rabobank te Hoofddorp op 14 februari 2008. De verdachte, die als schoonmaker in het pand werkte, heeft zijn mededaders toegang verleend tot de bank en hen voorzien van cruciale informatie over de locatie van de kluis en de directeur. Tijdens de overval werden de medewerkers van de bank bedreigd met vuurwapens en geweld, wat resulteerde in een ernstig steekincident waarbij de bankdirecteur zwaar gewond raakte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het medeplegen van diefstal met geweld. De rechtbank vond dat de verklaringen van de getuigen consistent waren en ondersteunden de beschuldigingen tegen de verdachte. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarbij de rechtbank rekening hield met het feit dat hij geen eerdere strafblad had. De rechtbank benadrukte de ernst van het delict en de impact op de slachtoffers, en dat de verdachte misbruik had gemaakt van zijn positie als schoonmaker om de overval te faciliteren.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740174-08
Uitspraakdatum: 22 januari 2009
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 8 januari 2009 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Curaçao,
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, tenlastegelegd dat:
PRIMAIR
hij op of omstreeks 14 februari 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een Rabobankfiliaal gelegen aan de Hoofdweg 706) heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 1250 euro, althans enig geldbedrag en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan A.[slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van de Rabobank, te weten A.[slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkers van de Rabobank, te weten [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 500 euro, althans enig geldbedrag en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het;
- binnendringen van een ruimte/kantoor in die bank, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) bivakmuts(en) over het hoofd heeft/hebben getrokken en/of
- tonen van een of meer vuurwapen(s) aan die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] en/of
- richten van een vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of
- (hardhandig) op de grond duwen en/of tegen de grond werken van die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] en/of
- vastbinden van de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] met tie-rips en/of tape en/of het met tape afplakken van de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- drukken/duwen van een vuurwapen in de nek van die [slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) en/of
- (daarbij) roepen tegen die [slachtoffer] "I want the key, where is the key from the safe" en/of "Otherwise I blow your head of you fucking idiot, you don’t see your wife again", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- slepen van die [slachtoffer] uit het kantoor en/of van de trap afduwen van die [slachtoffer] en/of
- doorzoeken van de kleding van die [slachtoffer 2] (terwijl deze vastgebonden op de grond lag) en/of
- steken met een mes in het (dij)been van die [slachtoffer] en/of
- (daarbij) tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij de sleutels van de kluis moest geven en/of (vervolgens) roepen tegen die [slachtoffer] "Jaag hem maar een kogel door zijn kop, dan zijn we er vanaf. Maak hem dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meesleuren en/of dwingen mee te lopen van die [slachtoffer] onder bedreiging van een vuurwapen naar een of meer ruimtes en/of naar een pinautomaat in dat pand en/of
- dwingen van die [slachtoffer] om een geldbedrag te pinnen van zijn rekening en/of
zijn pincode in te toetsen en/of
- (meermalen) met een vuurwapen slaan op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] en/of trappen tegen het lichaam van die [slachtoffer],
tengevolge van welk feit die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een steekwond (met als gevolg een slag)aderlijke bloeding) in het (dij)been.
SUBSIDIAIR:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een onbekend gebleven persoon op of omstreeks 14 februari 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een Rabobankfiliaal gelegen aan de Hoofdweg 706) heeft/hebben weggenomen een geldbedrag van 500 euro, althans enig geldbedrag en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon en/of verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerkers van de Rabobank, te weten [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan henzelf en/of aan hun mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
en/of
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zichzelf en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkers van de Rabobank, te weten [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] heeft/hebben gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 1250 euro, althans enig geldbedrag en/of een portemonnee (met inhoud), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon en/of verdachte,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
- binnendringen van een ruimte/kantoor in die bank, terwijl die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon bivakmuts(en) over het hoofd heeft/hebben getrokken en/of
- tonen van een of meer vuurwapen(s) aan die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] en/of
- richten van een vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of
- (hardhandig) op de grond duwen en/of tegen de grond werken van die [slachtoffer] en/of [slachtoffer 2] en/of
- vastbinden van de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] met tie-rips en/of tape en/of het met tape afplakken van de mond van die [slachtoffer 2] en/of
- drukken/duwen van een vuurwapen in de nek van die [slachtoffer] (terwijl deze op de grond lag) en/of
-(daarbij) roepen tegen die [slachtoffer] "I want the key, where is the key from the safe" en/of "Otherwise I blow your head of you fucking idiot, you don’t see your wife again", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- slepen van die [slachtoffer] uit het kantoor en/of van de trap afduwen van die [slachtoffer] en/of
- doorzoeken van de kleding van die [slachtoffer 2] (terwijl deze vastgebonden op de grond lag) en/of
- steken met een mes in het (dij)been van die [slachtoffer] en/of
- (daarbij) tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij de sleutels van de kluis moest geven en/of (vervolgens) roepen tegen, althans in het bijzijn van die [slachtoffer] "Jaag hem maar een kogel door zijn kop, dan zijn we er vanaf. Maak hem dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
- meesleuren en/of dwingen mee te lopen van die [slachtoffer] onder bedreiging van een vuurwapen naar een of meer ruimtes en/of naar een pinautomaat in dat pand en/of
- dwingen van die [slachtoffer] om een geldbedrag te pinnen van zijn rekening en/of zijn pincode in te toetsen en/of
- (meermalen) met een vuurwapen slaan op/tegen het hoofd van die [slachtoffer] en/of trappen tegen het lichaam van die [slachtoffer],
tengevolge van welk feit die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een steekwond met als gevolg een (slag)aderlijke bloeding in het (dij)been,
bij/tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 10 februari 2008 tot en met 14 februari 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon te vertellen dat er een kluis in die Rabobank was en/of
- (in zijn functie als schoonmaker bij die Rabobank) te inventariseren waar de beveiligingscamera's in het pand zijn geplaatst en/of
- zijn, verdachte's, mobiele telefoon (met telefoonnummer [mobiel nummer]) ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon en/of
- ervoor zorg te dragen dat de overige schoonmakers in het pand op 14 februari 2008 een uur eerder dan gebruikelijk het pand hebben verlaten en/of
- voor die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon een toegangsdeur van die Rabobank te openen en/of
- die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of die onbekend gebleven persoon te begeleiden naar en/of te verbergen in een (leegstaande) kamer in die Rabobank en/of die [medeverdachte 1] en/of die [medeverdachte 2] en/of
- die onbekend gebleven persoon te vertellen wie van de nog in het pand aanwezige personen de directeur van de bank was.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
PRIMAIR
hij op 14 februari 2008 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een Rabobankfiliaal gelegen aan de Hoofdweg 706 heeft weggenomen een geldbedrag van 1250 euro, toebehorende aan A.[slachtoffer] en een portemonnee met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen medewerkers van de Rabobank, te weten A.[slachtoffer] en/of [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan zijn mededaders de vlucht mogelijk te maken,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond uit het:
- binnendringen van een kantoor in die bank, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders bivakmutsen over het hoofd hadden getrokken en
- tonen van vuurwapens aan die [slachtoffer] en [slachtoffer 2] en
- richten van een vuurwapen op het hoofd van die [slachtoffer 2] en
- hardhandig tegen de grond werken van die [slachtoffer] en [slachtoffer 2] en
- vastbinden van de handen en voeten van die [slachtoffer 2] met tie-rips en tape en het met tape afplakken van de mond van die [slachtoffer 2] en
- duwen van een vuurwapen in de nek van die [slachtoffer] terwijl deze op de grond lag en
- daarbij roepen tegen die [slachtoffer] "I want the key, where is the key from the safe" en "Otherwise I blow your head of you fucking idiot, you don’t see your wife again", en
- slepen van die [slachtoffer] uit het kantoor en van de trap afduwen van die [slachtoffer] en
- doorzoeken van de kleding van die [slachtoffer 2] terwijl deze vastgebonden op de grond lag en
- steken met een mes in het dijbeen van die [slachtoffer] en
- daarbij tegen die [slachtoffer] zeggen dat hij de sleutels van de kluis moest geven en vervolgens roepen "Jaag hem maar een kogel door zijn kop, dan zijn we er vanaf. Maak hem dood", en
- meesleuren en dwingen mee te lopen van die [slachtoffer] onder bedreiging van een vuurwapen naar een ruimte en naar een pinautomaat in dat pand en
- dwingen van die [slachtoffer] om een geldbedrag te pinnen van zijn rekening en zijn pincode in te toetsen en
- met een vuurwapen slaan tegen het hoofd van die [slachtoffer] en trappen tegen het lichaam van die [slachtoffer],
tengevolge van welk feit die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft bekomen, te weten een steekwond met als gevolg een slagaderlijke bloeding in het dijbeen.
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte wordt hiervan vrijgesproken.
3.2 Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de navolgende bewijsmiddelen:
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] (ordner 1, dossierpagina 2.06.02), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd als verklaring van aangever dat:
- aangifte doet van diefstal met geweld;
- hij directeur is van het Rabobankfiliaal gelegen aan de Hoofdweg 706 te Hoofddorp;
- hij op 14 februari 2008, omstreeks 18.20 uur in het pand van de Rabobank is overvallen door drie gemaskerde en gewapende personen;
- omstreeks 18.15 uur de deur van zijn kantoor met een klap werd geopend en er drie mannen met bivakmutsen op met veel kabaal naar binnen stormden;
- hij vrijwel onmiddellijk tegen de grond gedrukt werd;
- hij voelde dat er een pistool in zijn nek werd geduwd en dat de man zei ‘I want to see your hands’;
- hij voelde dat de man een knie en pistool in zijn nek zette en vervolgens zei ‘I want the key, where is the key from the safe’ en ‘Otherwise I blow your head of you fucking idiot, you don’t see your wife again’;
- de man hem uiteindelijk onder bedreiging van het pistool mee terug sleurde in de richting van zijn kamer;
- hij zag dat de kleinste dader een mes vol in zijn been stak;
- de andere dader hem een harde klap met de revolver voor op zijn hoofd gaf, waardoor hij kwam te vallen;
- hij direct hierop van de trap werd afgeduwd en vervolgens door de man weer de gang opgesleurd;
- hij hierbij doorlopend werd bedreigd;
- hij de kleine dader vervolgens hoorde zeggen ‘Jaag hem maar een kogel door zijn kop, dan zijn we er vanaf. Maak hem dood.’;
- hij beneden was met de dader die hem al de gehele tijd meesleurde;
- hij naar de pinautomaat werd geduwd en daar onder bedreiging van het vuurwapen en door bedreigende taal werd gedwongen zijn pincode in te toetsen;
- hij, toen het geld eruit kwam, een harde klap met het pistool tegen zijn hoofd kreeg waardoor hij viel;
- hij voelde dat de man hem nog een harde trap gaf;
- dader I hem meerdere malen hard op zijn hoofd heeft geslagen;
- hij het vreemd vond dat de schoonmaker zonder te vragen kwam stofzuigen in zijn kamer en daarbij de deur van zijn kamer dichtdeed terwijl hij dit nooit doet
- hij denkt dat de daders zijn binnengelaten en naar zijn kamer zijn gelopen, niemand weet dat hij daar zit;
- de schoonmaker weet dat er een kluis op de afdeling van de arbodienst is;
- ook opvallend was dat de schoonmakers al weg waren, normaal werken zij tot 19.00 uur door.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] (ordner 2, dossierpagina 3.12.01), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- hij medewerker van de Rabobank is en dat hij op 14 februari 2008 omstreeks 17:30 uur vanwege een afspraak met de heer [slachtoffer] in de Rabobank te Hoofddorp aanwezig was;
- er om ongeveer 18.15 uur een persoon het kantoor binnenkwam waar hij op dat moment met [slachtoffer] aanwezig was;
- hij zich omdraaide en direct in de loop van een pistool keek;
- de loop op zijn voorhoofd werd gericht en hij direct fysiek tegen de grond werd gewerkt;
- hij op zijn buik kwam te liggen en in een snelle actie voelde dat er iemand op hem ging zitten;
- zijn armen op zijn rug werden getrokken en zijn beide handen en polsen met tape werden omwikkeld;
- aansluitend zijn hoofd naar achteren werd getrokken en zijn mond werd afgeplakt met tape;
- hij vervolgens door een persoon in de gaten werd gehouden;
- de daders tegelijk binnen kwamen en dader 1 zich op hem stortte en de overige op [slachtoffer];
- hij het idee had dat de actie gericht was op [slachtoffer] en dat bij herhaling naar de kluis en de sleutels van de kluis werd gevraagd;
- de man die binnenkwam op hem af liep en hem aan zijn jas omhoog trok en met kracht naar linkerbinnenzak greep;
- de man vervolgens weer in de linkerbinnenzak van colbert greep en zijn portemonnee pakte;
- zijn bewaker ook tie-rips om zijn ring- en middelvinger van zijn linkerhand deed en deze samenvoegde met de ring- en middelvinger van zijn rechterhand;
- zijn weggenomen portemonnee onder meer een geldbedrag van ongeveer 200 euro bevatte en pasjes.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [schoonmaakster] (ordner 2, dossierpagina 3.16.01), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- zij werkzaam is voor Ariston als schoonmaakster van de Rabobank te Hoofddorp;
- zij op 14 februari 2008 de wc’s heeft schoongemaakt;
- [verdachte] (verdachte, rechtbank) haar, nadat hij de kamers van de arbeidsdienst had gecontroleerd, kwam helpen;
- [verdachte] haar hielp omdat hij moe was en hoofdpijn had en snel naar huis wilde;
- [verdachte] begon te pushen om eerder weg te gaan;
- [verdachte] die dag heeft stof gezogen, de kamers heeft gecontroleerd, de vuilniszak naar buiten heeft gebracht en haar heeft geholpen;
- zij het raar vind dat zij een tijd niet het geluid van de stofzuiger heeft gehoord;
- zij het raar vind dat [verdachte] de kar van [schoonmaker] ([schoonmaker], rechtbank) heeft opgeruimd;
- [verdachte] had gezegd dat hij de kar naar beneden bracht, maar dat [werkgeefster] vertelde dat er een kar is aangetroffen op de kamers van de arbodienst.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [schoonmaker] (ordner 2, dossierpagina 3.17.01), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- hij werkzaam is voor het schoonmaakbedrijf Ariston en uit dien hoofde schoonmaakt in het gebouw van de Rabobank te Hoofddorp;
- hij op 14 februari 2008 de tafels moest schoonmaken, [schoonmaakster] ([schoonmaakster], rechtbank) de toiletten moest schoonmaken en die andere jongen moest stofzuigen;
- de jongen na ongeveer 5 minuten de stofzuiger heeft uitgezet en hij hem hoorde praten door zijn telefoon;
- hij na ongeveer 5 minuten de telefoon weer hoorde en hem zag stofzuigen bij de hoofdingang;
- de jongen hierna naar de achterdeur liep en de stofzuiger in de hoek bij de achterdeur stond en hij [verdachte] weer niet zag;
- de jongen na ongeveer 10 minuten weer terugkwam;
- de jongen zei dat ik de vier kantoorruimtes niet schoonde hoefde te maken omdat hij er net geweest was en het schoon was;
- hij naar de keuken ging en de jongen zei dat ik niets meer hoefde te doen en hij mijn kar naar beneden zou brengen;
- de jongen zei dat we tegelijk weg gingen;
- het hem opviel dat de jongen die normaal niet zoveel haast heeft, gisteren wel veel haast had.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige] (ordner 2, dossierpagina 3.27.01), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als haar verklaring is gerelateerd dat:
- zij [verdachte] (verdachte, rechtbank) kent van een chatsite en msn;
- [verdachte] haar kent als [getuige];
- [verdachte] haar een keer tijdens een telefoongesprek vertelde dat hij moest ophangen omdat hij een bankoverval ging plegen/voorbereiden op een Rabobank ergens;
- zij op 14 februari 2008 naar een begrafenis is geweest en haar telefoon met telefoonnummer eindigend op [nummer] gedurende de periode van 14:30 uur tot 16:00 uur heeft uitgezet en daarna thuis weer heeft aangezet.
- zij ’s avonds met vriendinnen is thuisgebleven;
- zij die avond niet door [verdachte] is gebeld;
- [verdachte] als schoonmaker bij de Rabobank werkte en hij vertelde dat hij op die manier onder het schoonmaken de situatie in de bank kon bestuderen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ordner 3, dossierpagina 1.01.14), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- alles wat hij met [getuige] besprak serieus was.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 11 december 2008, waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- hij bij de politie de waarheid heeft verklaard;
- niemand hem onder druk heeft gezet om een bepaalde verklaring af te leggen;
- hij voor het eerst over de overval op de Rabobank te Hoofddorp heeft gehoord toen het diezelfde avond op televisie was;
- hij daarvoor wel had gehoord over plannen om deze bank te overvallen;
- [verdachte] hem vertelde dat hij dit wilde gaan doen;
- [verdachte] zei dat het om een bank zou gaan, de bank waar hij werkte;
- [verdachte] dit een week voor de overval heeft gezegd en er eenmaal met hem over gesproken heeft;
- hij [verdachte] de dag na de overval heeft gesproken;
- [verdachte] vertelde dat het fout was gegaan;
- [verdachte] de deur heeft opengehouden en dat anderen naar binnen zijn gekomen en in de bank gingen schuilen;
- het fout was gegaan omdat zij geen geld hadden gekregen;
- hij [verdachte] op 15 februari 2008 in de trein heeft gesproken;
- [verdachte] zei dat het fout was gegaan en hij was geschrokken door een steekincident;
- [verdachte] zei dat er € 1.000,- was gepind;
- [verdachte] in een persoonlijk gesprek heeft gezegd dat hij van plan was een overval te plegen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] van 19 mei 2008 (ordner 2, dossierpagina 3.28.01), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- hij van [verdachte] (verdachte, rechtbank) heeft gehoord dat het de bedoeling was dat de drie overvallers zich in de wc zouden verstoppen, maar dat de wc nog schoon gemaakt moest worden;
- hij van [verdachte] hoorde dat [verdachte] de overvallers vervolgens naar een lege kamer boven heeft gebracht en de deur dicht heeft gedaan;
- hij van [verdachte] hoorde dat hij en zijn collega schoonmakers zijn weggegaan terwijl de overvallers binnen waren;
- hij van [verdachte] hoorde dat de overvallers eisten dat [verdachte] terug zou gaan naar Hoofddorp en dat hij later met een van de jongens naar Den Haag is gereisd;
- hij van [verdachte] hoorde dat de man was neergestoken in zijn been;
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 2.08.01), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd dat:
- de beelden van de bewakingscamera’s in het Rabobankgebouw te Hoofddorp zijn uitgekeken;
- het tijdsverschil tussen camera 1 en camera 2 24 seconden bedraagt;
- op de camerabeelden te zien is dat om 17.37 binnen komt vanaf de rechterzijde bij de ronding (camera 2)
- op de camerabeelden te zien is dat om 17.44 uur [verdachte] uit beeld aan de rechterzijde verdwijnt en in de richting van de ronding loopt (camera 2);
- op de camerabeelden te zien is dat om 17.51:06 uur drie personen in donkere kleding aan komen lopen naar de personeelsingang (camera 1);
- op de camerabeelden te zien is dat om 17.51.20 de deur wordt geopend (camera 1);
- op de camerabeelden te zien is dat de deur wordt geopend van binnenuit en dat bij de eerste opening van de deur een spiegeling te zien is in het glas van de deur (camera 1);
- op de camerabeelden te zien is dat om 17.56 uur [verdachte] vanuit de onderzijde de ruimte met de stofzuiger binnen (camera 2).
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (ordner 1, dossierpagina 2.27.02), waaruit onder andere volgt dat:
- de telefoonnummers [mobiel nummer] en [mobiel nummer 2] op 14 februari 2008 tussen 17.09 uur en 18.06 uur 11x contact met elkaar hebben gehad;
- de telefoonnummers [mobiel nummer] en [mobiel nummer 2] op 14 februari 2008 geen contact hebben gehad met telefoonnummer [mobiel nummer getuige] noch met een telefoonnummer eindigend op de cijfers [nummer].
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (ordner 1, dossierpagina 2.28.01), waaruit onder meer volgt dat:
- de telefoonnummers [mobiel nummer] en [mobiel nummer 2] (beide op naam van verdachte) op 14 februari 2008 hetzelfde zendmastgedrag vertonen als het telefoonnummer van medeverdachte [medeverdachte 2] ([mobiel nummer medeverdachte 2]) door op nagenoeg hetzelfde moment van Den Haag naar Hoofddorp te reizen en vervolgens aldaar te verblijven in de nabijheid van de Rabobank gedurende de periode dat de overval op deze bank heeft plaatsgehad.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ordner 3, dossierpagina 1.01.08), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- zijn mobiele nummer [mobiel nummer 2] is;
- hij zijn mobiele telefoon niet uitleent.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van verdachte (ordner 3, dossierpagina 1.01.09), waarin onder meer – zakelijk weergegeven – als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- hij op 14 februari 2008 omstreeks 17.15 uur bij de Rabobank te Hoofddorp aanwezig was voor zijn schoonmaakwerkzaamheden;
- hij de kamer waar de twee mannen zaten niet heeft schoongemaakt omdat dit niet mocht;
- hij vervolgens de deur heeft dicht gedaan van die kamer;
- hij tijdens zijn werk op die dag alleen zijn vriendin [getuige] heeft gebeld;
- hij [getuige] in eerste instantie niet te pakken kreeg, maar hij haar na drie keer bellen aan de telefoon heeft gehad;
- [getuige] een telefoonnummer [mobiel nummer getuige] heeft dat in zijn telefoon staat;
- [getuige] nog een ander nummer heeft dat niet in zijn telefoon staat en verdachte ook niet uit zijn hoofd kent;
- het nummer [mobiel nummer] van hem is;
- hij de telefoon met dit nummer eind januari 2008 is verloren.
• een schriftelijk stuk, te weten een aanvraagformulier medische informatie, waarin drs. M.J.K.D. Soelten als letsel bij [slachtoffer] heeft vermeld:
- een steekverwonding in het rechter bovenbeen met ongeveer 750cc bloedverlies;
- klappen op het hoofd en rug en pijnlijke drukpunten bij onderzoek.
• een schriftelijk stuk, te weten een kopie van het relevante deel van de rol van transacties van de Rabobank op 14 februari 2008, waaruit volgt dat op 14 februari 2008 € 1.250,- is gepind en uitgekeerd.
3.3 Bewijsoverweging
De raadsvrouw van verdachte heeft ter terechtzitting aangevoerd dat de verklaringen van getuige [getuige 2] d.d. 19 mei 2008 en 13 juni 2008 onrechtmatig zijn verkregen en om die reden als bewijsmiddel dienen te worden uitgesloten. Door de politie zou ongeoorloofde druk op [getuige 2] zijn uitgeoefend, aldus de raadsvrouw.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt als volgt.
Uit het proces-verbaal van het eerste verhoor van [getuige 2] d.d. 19 mei 2008 volgt dat de verbalisanten [getuige 2] hebben geconfronteerd met het feit dat zijn antwoorden op onderdelen niet overeenstemden met de onderzoeksgegevens die tot op dat moment bekend waren. Vervolgens hebben zij [getuige 2] uitgelegd dat indien hij deze verklaring onder ede zou herhalen hij zich schuldig zou kunnen maken aan meineed.
De rechtbank is van oordeel dat verbalisanten door deze handelwijze geen ontoelaatbare druk op getuige [getuige 2] hebben uitgeoefend.
Het verweer wordt dan ook verworpen.
Voor zover de raadsvrouw van verdachte heeft willen betogen dat de verklaringen van [getuige 2] als onbetrouwbaar dan wel ongeloofwaardig dienen te worden aangemerkt, overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [getuige 2] consistent zijn en bevestiging vinden in de overige bewijsmiddelen. Zo bevat de verklaring van [getuige 2] daderkennis, die hij slechts heeft kunnen horen van een van de direct betrokkenen bij de roofoverval. [getuige 2] verklaart dat de bankdirecteur in zijn been is gestoken; in de media is evenwel slechts over een steekwond gesproken en niet dat deze in het been is geweest. Ook de verklaring dat verdachte de deur heeft geopend en de overvallers naar een lege kamer boven in het pand heeft gebracht, is niet in het nieuws gekomen. Wel past de daarmee overeenstemmende veronderstelling dat verdachte de overvallers naar een op de bovenverdieping gelegen lege ruimte van de arbeidsdienst zal hebben gebracht naadloos in de verklaringen van [schoonmaker] die van verdachte hoorde dat hij die kamers niet hoefde schoon te maken en het feit dat verdachte de kar van [schoonmaker] kort voor het vertrek van de schoonmakers naar de betreffende kamer heeft gebracht.
De raadsvrouw heeft voorts betoogd dat de verklaring van [getuige] ongeloofwaardig is en om die reden niet voor het bewijs kan worden gebruikt. Zij heeft daarbij met name gewezen op een aantal inconsistenties in de verklaringen die [getuige] heeft afgelegd. De rechtbank oordeelt als volgt.
Weliswaar verklaart [getuige] in haar verschillende verklaringen op punten wisselend, maar zij heeft aangegeven de opmerkingen van verdachte in eerste instantie niet serieus te hebben genomen. Bijgevolg zal zij aanvankelijk niet alert zijn geweest op de exacte inhoud van deze opmerkingen. Eerst nadat zij van de overval hoorde begreep zij dat het een serieus plan was, welk plan ook daadwerkelijk was uitgevoerd. Voorts neemt de rechtbank in aanmerking dat de verklaringen van [getuige] op hoofdlijnen overeen komen met de verklaringen zoals afgelegd door getuige [getuige 2]. Zo verklaren beiden dat verdachte heeft gezegd dat hij via zijn werk als schoonmaker bij de Rabobank de situatie goed kon bekijken.
De rechtbank beoordeelt, anders dan door de raadsvrouw betoogd, de verklaring van [getuige] niet als ongeloofwaardig maar als bruikbaar voor het bewijs.
Naast het hierboven overwogene omtrent het gebruik tot het bewijs van de verklaringen van [getuige 2] en [getuige], heeft de rechtbank de navolgende omstandigheden in aanmerking genomen bij haar uiteindelijke oordeel dat het tenlastegelegde feit kan worden bewezen verklaard.
Verdachte zelf heeft geen verklaring gegeven voor een aantal zaken die wel degelijk om een uitleg vroegen en heeft op punten aantoonbaar in strijd met de waarheid verklaard.
Zo blijft verdachte volhouden dat hij op 14 februari 2008 tijdens zijn schoonmaakwerk bij de Rabobank zijn toenmalige vriendin [getuige] ([getuige]) aan de telefoon heeft gesproken. Uit de printlijstgegevens van de mobiele telefoon van verdachte, alsmede uit de verklaring van [getuige] volgt echter dat dit niet het geval is geweest.
Ook zijn aanvankelijke verklaring omtrent zijn andere telefoonnummer (eindigend op [mobiel nummer verdachte]) is aantoonbaar in strijd met de waarheid gebleken. Verdachte heeft immers in eerste instantie steeds ontkend dit nummer gebeld te hebben; hij heeft verklaard dat hij dit nummer al vanaf januari 2008 kwijt was. Eerst nadat uit onderzoek onomstotelijk vast was komen te staan dat hij gedurende zijn werkzaamheden op 14 februari 2008 meermalen naar dit nummer had gebeld, heeft verdachte verklaard dat hij naar een drugsdealer heeft gebeld aan wie hij blijkbaar deze telefoon had uitgeleend en met wie hij na zijn werkzaamheden in Den Haag drugs zou gaan dealen. Verdachte laat vervolgens echter na een logische verklaring te geven waarom uit de printlijstgegevens volgt dat dit telefoonnummer op 14 februari 2008 nagenoeg gelijktijdig met de andere telefoon van verdachte, die hij zelf in gebruik had, alsmede de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] vanuit Den Haag naar Hoofddorp is gereisd en gedurende de overval in de nabijheid van de Rabobank te Hoofddorp is geweest. Nu het telefoonnummer eindigend op [mobiel nummer verdachte] na de avond van 14 februari 2008 niet meer is gebruikt tot 1 maart 2008, houdt de rechtbank het erop dat verdachte via dit telefoonnummer contact heeft gehad met zijn mededader(s).
Tot slot heeft verdachte ondanks de aanwezigheid van camerabeelden ontkend dat hij slechts 6 ½ minuut heeft gestofzuigd op de begane grond. Hiermee ter terechtzitting geconfronteerd heeft verdachte wel aangegeven dat een dergelijke tijdsduur zeer kort is voor deze werkzaamheden. Tegelijk heeft hij echter aangegeven dat zijn gedrag die bewuste avond niet afweek van andere avonden, terwijl zijn collega’s beiden hebben verklaard dat verdachte die avond aan het pushen was om snel naar huis te kunnen en dat hij ook ander afwijkend gedrag vertoonde, hetgeen ook aangever [slachtoffer] is opgevallen. De rechtbank kan niet anders dan deze haast en dit afwijkende gedrag plaatsen in het licht van de overval en ook deze omstandigheden overtuigen de rechtbank van verdachtes betrokkenheid daarbij.
Gelet op het vorenoverwogene acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 14 februari 2008 in het pand van de Rabobank te Hoofddorp telefonisch contact heeft onderhouden met zijn mededaders, hen heeft binnengelaten en naar een lege kamer heeft gebracht. Aldus heeft verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de overval op de Rabobank.
Reeds nu verdachte zijn mededaders voorzien van bivakmutsen en in het bezit van een tweetal vuurwapens en een mes heeft binnengelaten, heeft verdachte ook het opzet gehad op het bij de overval gebezigde geweld. De rechtbank is van oordeel dat het letsel dat het slachtoffer [slachtoffer] hierbij heeft opgelopen als zwaar lichamelijk letsel dient te worden aangemerkt nu hij hierbij zeer veel bloed heeft verloren en zonder medisch ingrijpen waarschijnlijk was doodgebloed.
4. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zijn mededaders de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie(s) en van overige beslissingen
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder primair tenlastegelegde feit en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar, zulks met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte is samen met zijn mededaders betrokken geweest bij de overval op de Rabobank te Hoofddorp, waarbij gebruik is gemaakt van een tweetal vuurwapens en een mes en waarbij een van de slachtoffers een ernstige beenwond heeft opgelopen.
Bij de overval zijn onder meer pistolen gericht op de slachtoffers. De slachtoffers, die in het pand met elkaar in bespreking waren, zijn met de wapens bedreigd door de overvallers die donkere kleding en bivakmutsen droegen. De overvallers wisten direct wie de bankdirecteur was en derhalve wie hen naar de kluis kon brengen. Het andere slachtoffer is vrijwel meteen tegen de grond geduwd en opgesloten in een kamer, nadat zijn handen en voeten waren vast getapet. Ook zijn mond was dichtgeplakt. De bankdirecteur is onder bedreiging van een vuurwapen gedwongen naar de kluis te gaan. Toen bleek dat deze kluis geen geldkuis was, is het slachtoffer door een van de daders in het bovenbeen gestoken. Vervolgens heeft het slachtoffer zijn eigen pinpas aangeboden om op die manier al het mogelijke te doen om aan de wensen van de overvallers tegemoet te komen. Uiteindelijk is hiermee een bedrag van € 1.250,-- buitgemaakt.
De rol van verdachte bestond hieruit dat hij met gebruikmaking van kennis die hij had uit zijn dienstbetrekking als schoonmaker in het pand van de Rabobank informatie aan zijn mededaders heeft doorgegeven, zoals de aanwezigheid en vindplaats van een kluis en het aanwijzen van de (kamer van de) directeur. Verder heeft hij tijdens zijn schoonmaakwerkzaamheden op 14 februari 2008 contact onderhouden met de mededaders, heeft hij hen binnengelaten via de personeelsingang aan de achterzijde van het pand en ondergebracht in een lege kamer in het pand. Tenslotte heeft hij ervoor gezorgd dat de schoonmakers allemaal vroeger dan normaal het pand hadden verlaten, waardoor zijn mededaders vrij spel hadden. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat hij misbruik heeft gemaakt van de informatie die hij wegens zijn dienstbetrekking te weten is gekomen.
Het bewezenverklaarde feit is zeer ernstig van aard en heeft tot grote maatschappelijke beroering geleid. Een dergelijk delict brengt gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij teweeg, om naar maar niet te spreken van de enorme impact van het delict op de directe slachtoffers ervan. Verdachte en zijn mededaders hebben het feit planmatig voorbereid. Voorzien van wapens hebben zij een lafhartige overval gepleegd, waarbij een van de slachtoffers door een messteek een slagaderlijke bloeding heeft opgelopen. De overval lijkt slechts ingegeven te zijn door een zucht naar geld, terwijl de gevolgen onevenredig zijn geweest.
Ten voordele van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij nog geen documentatie heeft. Hierin ziet de rechtbank aanleiding de op te leggen straf enigszins te matigen.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder primair tenlastegelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde feit het hierboven onder 4. vermelde strafbare feit oplevert.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van DRIE (3) JAREN.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voorzover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.T. Goossens, voorzitter,
mrs. E.C.M. van Mierlo en J. Candido, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M. Valk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 januari 2009.