ECLI:NL:RBHAA:2009:BH1156

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 januari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/7985
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • G. Guinau
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bouwwerkzaamheden uitbreiding schoolgebouw in Badhoevedorp

Op 20 januari 2009 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Dit verzoek was ingediend door twee verzoekers, wonende te Badhoevedorp, die zich verzetten tegen de bouwwerkzaamheden voor de uitbreiding van een schoolgebouw ter vervanging van vier noodlokalen. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. J.M. Smits, stelden dat de bouwwerkzaamheden in strijd waren met het bestemmingsplan, omdat het bouwplan de 40% norm overschrijdt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aangevoerde beroepsgronden zonder nadere toelichting niet op hun volle merites konden worden beoordeeld. Hierdoor onthield de voorzieningenrechter zich van een voorlopig oordeel over de rechtmatigheid van het bestreden besluit.

Bij de zitting waren ook vertegenwoordigers van de gemeente Haarlemmermeer en de vergunninghoudster, de Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs, aanwezig. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de verzoekers afgewogen tegen die van de verweerder, die belang had bij het doorgaan van de bouwwerkzaamheden. De voorzieningenrechter concludeerde dat er op dat moment geen aanleiding was om een voorlopige voorziening te treffen. De verzoekers werden verzocht om nadere toelichting te geven op hun standpunt dat de kadastrale gegevens niet overeenkomen met de feitelijke situatie. Ook werd de verweerder gevraagd om verduidelijking over de bebouwingsoppervlakte en de bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten.

De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat een voorlopige voorziening alleen kan worden getroffen als de belangen van de verzoekers doorslaggevend zijn. In dit geval was er geen bewijs dat de bouwwerkzaamheden de verkeersveiligheid in gevaar zouden brengen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de mededeling dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 7985
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 20 januari 2009
in de zaak van:
[verzoeker 1] en [verzoeker 2],
wonende te Badhoevedorp,
verzoekers,
gemachtigde: mr. J.M. Smits, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlemmermeer,
verweerder.
derde partij:
Amsterdamse Stichtingen voor Katholiek Onderwijs,
(hierna: vergunninghoudster),
gevestigd te Amsterdam.
Tegenwoordig: mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en M.J.E. de Jong, griffier.
Zitting: 20 januari 2009
Verschenen: Verzoeker [2] in persoon, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder werd vertegenwoordigd door mr. A. Dijk, werkzaam bij de gemeente Haarlemmermeer, vergezeld van [naam], beleidsadviseur bij de gemeente Haarlemmermeer. Namens de vergunninghoudster zijn verschenen [naam], ing. [naam], beiden werkzaam bij het Bestuurskantoor, en mr. [naam], hoofd juridische zaken en werkzaam bij vergunninghoudster. Als extern deskundige is aanwezig ing. [naam], architect en werkzaam bij Architecten-bureau A.A. Bos en Partners B.V. te Baarn.
Het geschil betreft het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in dier voege dat vergunninghoudster wordt gelast om, hangende het bij deze rechtbank aanhangige beroep (kenmerk AWB 08/7073) gericht tegen de verleende bouwvergunning d.d. 11 september 2007, geen aanvang te maken met de bouwwerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van het schoolgebouw ter vervanging van vier noodlokale[adres] te Badhoevedorp (de [naam]).
Bij mondelinge uitspraak van 20 januari 2009 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Met het oog op de voorlopige beoordeling van de rechtmatigheid van het besluit heeft de voorzieningenrechter zich in het bijzonder gericht op de beroepsgronden inhoudende dat het bouwplan in strijd is met (a) het bestemmingsplan omdat het bouwplan de 40% norm overschrijdt en (b) in strijd is met de artikelen 2.5.3 en 2.5.30 van de Bouwverordening voor wat betreft de bereikbaarheid voor het wegverkeer en de parkeernorm.
Voor wat betreft de grond van eisers dat het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan omdat het bouwplan de 40% norm overschrijdt, stelt de voorzieningenrechter vast dat er in ieder geval verschil van mening is met betrekking tot de oppervlakte die bebouwd mag worden. Verweerder komt bij de te bebouwen oppervlakte uit op 1.427,6 m². De architect heeft deze berekening ter zitting nader toegelicht aan de hand van een door hem gemaakte ‘terreintekening’. Ter zitting heeft hij, desgevraagd, toegezegd bij deze ‘terreintekening’ nog een korte schriftelijke toelichting te verstrekken die door verweerder in de procedure zal worden ingebracht.
Van de zijde van verzoekers is betoogd dat de kadastrale gegevens niet corresponderen met de feitelijke situatie ter plaatse. Verzoekers hebben dit standpunt ter zitting niet nader kunnen toelichten en zijn uitgenodigd om dit standpunt in de bodemprocedure nader toe te lichten.
Met betrekking tot de grond dat het bouwplan in strijd is met de in artikel 2.5.3 van de Bouwverordening gestelde eisen met betrekking tot de bereikbaarheid voor het wegverkeer heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan, gelet op het advies van de brandweer van 29 augustus 2007, voldoet aan de brandveiligheidseisen. Verzoekers hebben gesteld dat naar hun inziens de brandweer in een eerder advies heeft aangegeven dat ontheffing van de Bouwverordening nodig is daar waar het gaat om de bereikbaarheid voor het wegverkeer. Verweerder zal hieromtrent alsnog nader advies vragen aan de brandweer en dit nadere advies inbrengen in de bodemprocedure.
Verzoekers hebben aangevoerd dat aan het criterium voor ontheffing van de in artikel 2.5.30 van de Bouwverordening neergelegde parkeernorm niet wordt voldaan. Vooralsnog is onweersproken gebleven dat het niet gaat om uitbreiding van de school maar om vervanging van de thans aanwezige vier noodlokalen aan de [adres] en voorts dat twee lokalen op de locatie [adres] zullen worden gesloopt, zodat bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen, niet van zes maar van vier lokalen zou moeten worden uitgegaan. Verzoekers betwisten dat het geen uitbreiding is maar stellen dat sprake is van een woordenspel. Vergunninghoudster is uitgenodigd aan verweerder inzicht te geven in de ontwikkeling van het leerlingenaantal sedert de oprichting van de noodlokalen aan de [adres], zodat verweerder dit inzicht kan inbrengen in de bodemprocedure.
De voorlopige voorziening is gericht op de hiervoor genoemde beroepsgronden. Uit het voorgaande volgt ook de conclusie dat thans deze gronden nog niet op hun volle merites kunnen worden beoordeeld en dat daarvoor een nadere toelichting noodzakelijk is op de wijze als na te melden. Bij deze stand van zaken zal de voorzieningenrechter zich onthouden van een voorlopig oordeel omtrent de rechtmatigheid van het bestreden besluit.
In dit geval kan een voorlopige voorziening alleen dan worden getroffen indien - na afweging van de belangen van verzoekers bij de gevraagde (onverwijlde) voorziening tegen het belang van verweerder dat is gemoeid met het (vooralsnog) laten doorgaan van de geplande bouwwerkzaamheden - aan de belangen van verzoekers doorslaggevend belang moet worden toegekend. Gesteld noch gebleken is daar waar door verzoekers de belangen van de verkeersveiligheid naar voren zijn gebracht dat geen aanvang gemaakt zou mogen worden met de bouwwerkzaamheden. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er thans geen aanleiding bestaat tot het treffen van een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter verzoekt partijen het volgende:
Aan verzoekers een nadere toelichting te geven op hun standpunt dat de kadastrale gegevens niet kloppen met de feitelijke situatie ter plaatse.
Aan verweerder:
- kenbaar te maken of bij de beantwoording van de vraag welk oppervlak mag worden bebouwd uitgegaan moet worden van de huidige kadastrale gegevens of uitgegaan moet worden van de gegevens zoals door verzoekers in geding is gebracht;
- naar aanleiding van het nader advies van de brandweer van 29 augustus 2007 een reactie te geven op verzoekers standpunt dat met betrekking tot de bereikbaarheid van wegverkeer, waaronder hulpverleningswagens, ontheffing van de Bouwverordening noodzakelijk is;
- inzicht te geven in het verloop van het leerlingenaantal sedert het in gebruik nemen van de noodlokalen aan de [adres] om de vraag te kunnen beantwoorden of sprake is van uitbreiding van de school of niet.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
griffier voorzieningenrechter
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.