ECLI:NL:RBHAA:2008:BJ9974
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van arbeidskorting op Wajong-uitkering in het belastingrecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Haarlem op 27 juni 2008, staat de vraag centraal of de arbeidskorting van toepassing is op een Wajong-uitkering in het kader van de inkomstenbelasting. Eiser, die in 2005 een inkomen uit tegenwoordige arbeid van € 8.617 en een Wajong-uitkering van € 6.098 ontving, had bezwaar gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen die door de Belastingdienst was opgelegd. De Belastingdienst had de aanslag conform de aangifte opgelegd, waarbij rekening was gehouden met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting voor het inkomen uit tegenwoordige arbeid.
De rechtbank heeft in haar uitspraak de relevante wetsartikelen uit de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001) besproken. Artikel 8.11 van de Wet IB 2001 stelt dat de arbeidskorting geldt voor belastingplichtigen die met tegenwoordige arbeid winst, loon of resultaat uit een werkzaamheid genieten. Artikel 1.7a van dezelfde wet verduidelijkt dat Wajong-uitkeringen niet gelijkgesteld worden met loon uit tegenwoordige arbeid, waardoor de arbeidskorting niet van toepassing is op deze uitkering.
Tijdens de zitting heeft eiser zijn grieven tegen het niet tijdig doen van uitspraak op het bezwaarschrift en het niet in aanmerking nemen van de aftrekpost voor buitengewone uitgaven inzake ziektekosten laten vervallen. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst terecht geen arbeidskorting had verleend over de Wajong-uitkering, conform de wettelijke bepalingen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep kunnen instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.