ECLI:NL:RBHAA:2008:BJ5318
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift wegens termijnoverschrijding in belastingzaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 21 januari 2008 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat door eiser was ingediend tegen een aanslag Inkomstenbelasting/Premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2002. De aanslag was gedateerd op 3 maart 2005 en de bezwaartermijn liep van 4 maart 2005 tot 14 april 2005. Eiser heeft zijn bezwaarschrift op 19 april 2005 ter post bezorgd, wat na afloop van de termijn was. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij door ziekte niet in staat was om tijdig bezwaar in te dienen. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheden die eiser aanvoerde, niet voldoende reden gaven om de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten. Eiser was bekend met de termijnen uit een eerdere procedure en had de mogelijkheid om een gemachtigde in te schakelen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift bevestigd. De rechter heeft benadrukt dat het hebben van bezwaren tegen de aanslag niet gelijkstaat aan het indienen van een bezwaarschrift. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. G.W.J. Harten in aanwezigheid van griffier A.J. Vervoordeldonk. Eiser is in persoon verschenen ter zitting, terwijl verweerder vertegenwoordigd was door A. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken, gezien de uitkomst van de zaak. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam, binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak.