ECLI:NL:RBHAA:2008:BG8796
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot oproeping in vrijwaring en ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Haarlem op 24 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Ymere en een gedaagde partij, die in de hoofdzaak werd vertegenwoordigd door mr. W.G. Fischer. Ymere had de gedaagde gedagvaard wegens huurachterstand en vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woning en betaling van openstaande huur. De gedaagde had op 27 mei 2008 geantwoord op de dagvaarding en een incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring ingediend, maar deze conclusie werd door de kantonrechter afgewezen. De rechter oordeelde dat de oproeping in vrijwaring niet voor alle weren was genomen, zoals vereist door artikel 210 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De persoonlijke omstandigheden van de gedaagde stonden niet in de weg van de toewijzing van de vordering in de hoofdzaak.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde, ondanks aanmaningen, de huur tot en met november 2008 niet had betaald. Ymere vorderde een bedrag van € 2.463,69 aan achterstallige huur en € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten. De rechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de gedaagde veroordeeld tot ontruiming van de woning. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van Ymere zijn begroot op een totaalbedrag van € 544,40, inclusief de kosten van de gemachtigde.
De uitspraak benadrukt het belang van het correct indienen van verzoeken in het kader van vrijwaring en de gevolgen van huurachterstand voor de huurovereenkomst. De kantonrechter heeft de gedaagde ook gemachtigd om de woning te ontruimen met behulp van de sterke arm, indien hij hier zelf niet tijdig aan zou voldoen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. C.A. Boom op de openbare terechtzitting van 24 december 2008.