ECLI:NL:RBHAA:2008:BG7844

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
3 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/7236 7 AWB 08/7239
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het kader van de Wet werk en bijstand

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem op 3 december 2008 uitspraak gedaan over verzoeken om voorlopige voorzieningen van verzoekers, [naam verzoeker 1] en [naam verzoeker 2]. De verzoekers hadden maatregelen opgelegd gekregen in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem. De verzoeken om schorsing van de besluiten van 9 september 2008 en 23 oktober 2008 werden ingediend op 20 november 2008, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekers geen spoedeisend belang hadden bij de schorsing van deze besluiten. De voorzieningenrechter overwoog dat de besluiten naar alle waarschijnlijkheid in bezwaar niet zonder meer stand zouden houden, maar dat dit niet voldoende was om een spoedeisend belang aan te nemen.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en gelast dat het door verzoekers betaalde griffierecht van in totaal € 78,-- aan hen wordt vergoed. De voorzieningenrechter concludeerde dat schorsing van het besluit van 23 oktober 2008 zou leiden tot een financiële verplichting voor de gemeente Haarlem, maar dat dit niet opwoog tegen het gebrek aan spoedeisend belang van de verzoekers. De voorzieningenrechter nam ook in overweging dat verzoekers geen bijzondere omstandigheden hadden aangevoerd die een andere beslissing rechtvaardigden.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open, wat betekent dat de beslissing van de voorzieningenrechter definitief is. De zaak illustreert de strikte eisen die aan het spoedeisend belang worden gesteld in bestuursrechtelijke procedures, vooral in het kader van de Wet werk en bijstand.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 7236 en 08-7239 WWB
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van
3 december 2008
in de zaken van:
[naam verzoeker 1] en [naam verzoeker 2],
beiden wonende te [woonplaats],
verzoekers,
gemachtigde: mr. M.E.L. Vallenduuk, advocaat te Haarlem,
tegen
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder.
Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en P.M. van der Pol, griffier.
Zitting: 3 december 2008
Verschenen: Verzoekers in persoon, bijgestaan door hun gemachtigde.
Verweerder, vertegenwoordigd door C. Kreukniet, werkzaam bij de gemeente Haarlem.
Het geschil betreft verzoeken om schorsing van de besluiten van verweerder van 9 september 2008 en 23 oktober 2008, waarbij aan verzoekers maatregelen zijn opgelegd in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) op grond van het feit dat [naam verzoeker 1] (hierna: verzoeker) zich binnen twaalf maanden een aantal keren zodanig heeft gedragen, dat hij door eigen toedoen geen algemeen geaccepteerde arbeid heeft behouden of aanvaard.
Bij mondelinge uitspraak van 3 december 2008 heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen en verweerder vervolgens opgedragen het door verzoekers betaalde griffierecht van in totaal € 78,-- aan hen te vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
De verzoeken om voorlopige voorziening zijn ingediend op 20 november 2008. Een eventuele toewijzing van deze verzoeken zou dan ook slechts mogelijk zijn met een terugwerkende kracht tot die datum. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de maatregel die is opgelegd bij besluit van 23 oktober 2008 doorloopt tot en met 31 december 2008 en dat schorsing van dit besluit er, gelet op de inkomsten van verzoeker, toe zou leiden dat verweerder verzoekers over de periode vanaf 20 november 2008 tot en met 31 december 2008 naar verwachting ongeveer € 70,-- aan aanvullende bijstand zou moeten betalen.
Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat er geen spoedeisend belang bestaat bij schorsing van voormeld besluit. Dit geldt eveneens voor het besluit van 9 september 2008. Bij dit alles neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat verzoekers geen bijzondere omstandigheden naar voren hebben gebracht. Deze zijn ook overigens niet gebleken.
Ter zitting heeft verweerder onder meer verklaard dat de besluiten van 9 september 2008 en 23 oktober 2008 naar alle waarschijnlijkheid in bezwaar niet zonder meer stand zullen houden. Hierin vindt de voorzieningenrechter aanleiding verweerder te gelasten het door verzoekers betaalde griffierecht van in totaal € 78,-- aan hen te vergoeden.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.