ECLI:NL:RBHAA:2008:BG6284

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
31 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700493-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van poging tot computervredebreuk en diefstal in vereniging met betrekking tot skimming van pinautomaten

In deze zaak heeft de rechtbank Haarlem op 31 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van poging tot computervredebreuk en diefstal in vereniging. De tenlastelegging omvatte onder andere het inbreken in geautomatiseerde werken, te weten pinautomaten, en het aanbrengen van skimapparatuur om gegevens van betaalpassen te kopiëren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten in de periode van 9 juni 2008 tot en met 3 juli 2008 in Zandvoort en andere locaties in Nederland hebben geprobeerd om gegevens van pinautomaten te verkrijgen door middel van skimming. De rechtbank oordeelde dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een goed voorbereide en georganiseerde misdaad, waarbij samenwerking tussen meerdere personen noodzakelijk was. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel er enkele tekortkomingen waren in de tenlastelegging, deze niet tot nietigheid van de dagvaarding leidden. De rechtbank heeft de tenlastelegging verbeterd gelezen en de verdachte veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft ook de in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer en de teruggave van bepaalde goederen aan de verdachte gelast. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op het vertrouwen in het betalingsverkeer.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700493-08
Uitspraakdatum: 31 oktober 2008
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 17 oktober 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te Bucuresti (Roemenië),
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Midden Holland, Huis van Bewaring Haarlem te Haarlem.
1. Tenlastelegging
Aan verdacht is - na wijziging ter terechtzitting van de tenlastelegging - tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 9 juni 2008 tot en met 3 juli 2008 te Zandvoort tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem verdachte en/of een of meer van zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken, te weten een of meer pinautomaten, of in een deel daarvan, binnen te dringen en/of om vervolgens gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) voor zichzelf of een ander over te nemen, af te tappen of over te nemen, door
- de pinautoma(a)t(en), welke geplaatst was/ren bij de kassa('s) van het restaurant Il Giardino weg te nemen en/of te (laten) vervangen door een met zogenaamde skimapparatuur bestaande uit in elk geval een chip, althans geheugen) geprepareerde pinautoma(a)t(en) en/of in de pinautoma(a)t(en) skimapparatuur aan te brengen en/of deze (vervolgens) terug te plaatsen en/of
- daarmee de data (de magneetstripgegevens en/of bijbehorende pincodes) van de betaalpassen (waarmee bij de pinautomaat wordt gepind) te kopieren en/of op te slaan op de in de pinautoma(a)t(en) aangebrachte skimapparatuur en/of
- de pinautoma(a)t(en) en/of de skimapparatuur na enige tijd weg te nemen, teneinde over de aldus verkegen data te beschikken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 mei 2008 tot en met 21 juni 2008 te Zandvoort en/of te Westerhoven, gemeente Bergeijk en/of te America, gemeente Horst aan de Maas en/of te Dalen, gemeente Coevorden en/of te Ouddorp, gemeente Goedereede, en/of Heijen, gemeente Gennep, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) ter uitvoering van het door hem verdachte en/of een of meer van zijn mededaders voorgenomen misdrijf om opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer geautomatiseerde werken, te weten een of meer pinautomaten, of in een deel daarvan, binnen te dringen en/of om vervolgens gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat/die geautomatiseerd(e) werk(en) voor zichzelf of een ander over te nemen, af te tappen of over te nemen, door (telkens)
- de pinautoma(a)t(en), welke geplaatst was/ren bij de kassa('s) van een of meer eet/drink/winkelgelegenheden bij Center Parcs, weg te nemen en/of te (laten) vervangen door een met zogenaamde skimapparatuur (bestaande uit in elk geval een chip, althans geheugen) geprepareerde pinautoma(a)t(en) en/of in de pinautoma(a)t(en) skimapparatuur aan te brengen en/of deze (vervolgens) terug te plaatsen en/of
- daarmee de data (de magneetstripgegevens en/of bijbehorende pincodes) van de betaalpassen (waarmee bij de pinautomaat wordt gepind) te kopieren en/of op te slaan op de in de pinautoma(a)t(en) aangebrachte skimapparatuur en/of
- de pinautoma(a)t(en) en/of de skimapparatuur na enige tijd weg te nemen, teneinde over de aldus verkegen data te beschikken,
terwijl (telkens) de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 17 juni 2008 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pin/geldautomaat (serienummer ME7510/4148031946), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Hema, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s).
2. Voorvragen
2.1 geldigheid van de dagvaarding
Bij de beoordeling van de geldigheid van de tenlastelegging van de feiten 1 en 2 is het volgende van belang.
Zorgvuldige lezing van de tenlasteleggingen van de feiten 1 en 2 leidt de rechtbank tot de slotsom dat een omschrijving van uitvoeringshandelingen van de aan verdachte in die tenlasteleggingen verweten gedragingen ontbreekt; immers na de kwalificatieve omschrijving van de feiten die verdachte met mededaders poogde te plegen volgt het woord “door” waarop een omschrijving volgt die logischerwijze moet worden gelezen als een meer feitelijke uitwerking van de strafbare feiten die verdachte met zijn mededaders heeft gepoogd te plegen. De omschrijving van de uitvoeringshandelingen die nadien dient te volgen en die gebruikelijk taalkundig begint met het woord “heeft” ontbreekt vervolgens in de tenlasteleggingen van de feiten 1 en 2.
Hoewel zulks in beginsel tot nietigverklaring van de dagvaarding ten aanzien van de feiten 1 en 2 zou dienen te leiden, zal de rechtbank daartoe niet overgaan, omdat – naar de rechtbank ter terechtzitting is gebleken – verdachte en zijn raadsman de tenlasteleggingen van de feiten 1 en 2 – overeenkomstig de kennelijke bedoeling van de steller daarvan – hebben begrepen in die zin dat met het woord “door” de uitvoeringshandelingen worden ingeleid.
De rechtbank zal daarom de tenlasteleggingen van de feiten 1 en 2 overeenkomstig de bedoeling van de steller daarvan verbeterd lezen, op de wijze als – ingeval van bewezenverklaring – aldaar zal worden vermeld.
Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de tenlastelegging van feit 1 en feit 2 voor zover betrekking hebbend op het eerste lid van artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht in de kwalificatieve omschrijving een poging tot dat misdrijf inhoudt en in haar feitelijke uitwerking een voltooid delict. In zoverre kan de raadsman worden toegegeven dat de tenlastelegging innerlijk tegenstrijdig is. Niettemin zal de rechtbank, nu de tenlastelegging mede is gebaseerd op het strafbare feit van het tweede lid van artikel 138a van het Wetboek van Strafrecht, de tenlastelegging op dit punt niet nietig verklaren, omdat zij - in overeenstemming met de kennelijke bedoeling van de steller van de tenlastelegging - de tenlastelegging van de feiten 1 en 2, voor zover het betreft de kwalificatieve omschrijving verbeterd leest door in de plaats van de woorden : “opzettelijk en wederrechtelijk in ... binnen te dringen en/of om vervolgens,” te lezen als “nadat zij opzettelijk en wederrechtelijk……waren binnengedrongen, vervolgens”.
2.2 Overige voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Oordeel van de rechtbank
3.1. Bewijs
3.1.1 Vrijspraak
Met betrekking tot feit 2 acht de rechtbank onvoldoende bewijs aanwezig om de betrokkenheid van verdachte bij het aldaar aan hem verweten feit vast te stellen. De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Uit het dossier komt naar voren dat er bij Center Parcs vestigingen in Ouddorp, America, Heijen, Westerhoven en Dalen, net als bij de vestiging in Zandvoort, gemanipuleerde pin-terminals zijn aangetroffen. In deze gemanipuleerde pin-terminals is in alle gevallen een vergelijke chip aangetroffen, zoals die geïnstalleerd was bij de gemanipuleerde pin-terminal bij Center Parcs, park Zandvoort. Uit het dossier blijkt verder dat de mobiele telefoon van verdachte en/of de mobiele telefoon van zijn medeverdachte op steunzenders aanstralen in de omgeving van de betreffende parken op het moment waarop de gemanipuleerde pin-terminals waren aangemeld.
De rechtbank acht het vorenstaande echter onvoldoende om enige directe betrokkenheid van verdachte en zijn medeverdachte bij manipulatie van de betreffende pin-terminals bewezen te achten. Niet is gebleken dat verdachte en zijn medeverdachte zijn waargenomen in of nabij de betreffende parken en er is evenmin forensisch materiaal aangetroffen op de betreffende plaatsen. Naar het oordeel van de rechtbank is dan ook niet bewezen hetgeen verdachte als feit 2 is tenlastegelegd. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
3.2 Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten onder 1 en 3 heeft begaan, in dier voege dat:
1.
hij in de periode van 9 juni 2008 tot en met 3 juli 2008 te Zandvoort tezamen en in vereniging met anderen ter uitvoering van het door hem verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om, nadat zij opzettelijk en wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk, te weten een pinautomaat, waren binnengedrongen, vervolgens gegevens, die waren opgeslagen, werden verwerkt of werden overgedragen door middel van dat geautomatiseerd werk, waarin hij verdachte en zijn mededaders zich wederrechtelijk bevonden, voor zichzelf of een ander over te nemen of, af te tappen,
- de pinautomaat, welke geplaatst was bij de kassa van het restaurant Il Giardino heeft weggenomen en (laten) vervangen door een met zogenaamde skimapparatuur, bestaande uit in elk geval een chip, althans geheugen, geprepareerde pinautomaat en deze vervolgens terug heeft geplaatst, teneinde
- daarmee de data, de magneetstripgegevens en/of bijbehorende pincodes van de betaalpassen, waarmee bij de pinautomaat wordt gepind te kopiëren en op te slaan op de in de pinautomaat aangebrachte skimapparatuur en
- de pinautomaat en de skimapparatuur na enige tijd weg te nemen, teneinde over de aldus verkregen data te beschikken,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 17 juni 2008 te Amersfoort tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een pin/geldautomaat (serienummer ME7510/4148031946), toebehorende aan de Hema;
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
3.3 Bewijsmiddelen
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten op grond van de navolgende bewijsmiddelen. De voor het bewijs gebruikte schriftelijke stukken worden slechts tot bewijs gebruikt in samenhang met de overige voor feit 1 gebruikte bewijsmiddelen.
Feiten 1 en 3:
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [aangever], namens Center Parcs park Zandvoort (dossierpagina 004), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer als verklaring van aangever is gerelateerd dat:
- tussen 20 juni 2008 en 3 juli 2008 de pinautomaat van Center Parcs te Zandvoort is opengemaakt, er vervolgens skimapparatuur is geplaatst, pinautomaat weer is dichtgemaakt, verzegeld is met valse stickers en is teruggeplaatst.
• een schriftelijk stuk, te weten een aangifte door [aangever], namens Equens, payment services for europe (dossierpagina 007), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer als verklaring van aangever is gerelateerd dat:
- hij werkzaam is als opsporingscoördinator van de afdeling Fraud Control van Equens Nederland B.V.;
- het hem ambtshalve bekend is dat het type terminal, de HFT 201 Hypercom, welke in gebruik is bij onder meer Center Parcs zich leent om succesvol te ‘skimmen’;
- fraudeurs in staat zijn om skimapparatuur aan te brengen in dergelijke pinterminals;
- veelal in de nacht dan wel de avonduren wordt ingebroken of dat men zich kort voor sluitingstijd laat insluiten in de desbetreffende winkel;
- de pin-terminal wordt ontkoppeld en vervoerd naar een technische man die in staat is om in korte tijd (enkele uren) skimapparatuur aan te brengen in de gestolen pin-terminal;
- deze gestolen, gemanipuleerde pin-terminal vervolgens weer wordt teruggeplaatst in de winkel en weer gekoppeld aan het kassasysteem;
- na enige tijd het geheugen uit de pin-terminal wordt verwijderd door de fraudeur en de fraudeur over een bepaalde hoeveelheid pincode’s en bijbehorende magneetstripgegevens beschikt;
- alvorens de fraudeur gaat inbreken, dan wel zich laat insluiten om het geheugen weg te nemen deze vaak nog even in de winkel tijdens openingstijd komt om te controleren of de manipulatie niet ontdekt is door het winkelpersoneel;
- hij om manipulaties van pin-terminals te voorkomen cq te ontdekken alle winkels in Nederland heeft geadviseerd om dit type HFT 201 Hypercom te voorzien van een zegel (sticker) en ook de pin-terminals van Center Parcs in Nederland zijn voorzien van dergelijke zegels;
- hij op 2 juli 2008 de manager van Center Parcs Kempervennen heeft geadviseerd om bij alle vestigingen van Center Parcs in Nederland de pin-terminals te laten controleren;
- uit deze controle bleek dat bij meerdere vestigingen van Center Parcs, waaronder het Park Zandvoort, een of meerdere pinpads waren voorzien van een vals zegel en waren voorzien van skimapparatuur;
- hij op 3 juli 2008 van dhr. [coordinator], coördinator Fraudemeldpunt Br. Noord-West en Midden Nederland, hoorde dat de politie Zandvoort voornemens was om die nacht te gaan posten in de vestiging van Center Parcs Zandvoort omdat de politie het vermoeden had dat de daders die nacht zouden terug komen om de geskimde data weg te nemen;
- hij hierop dhr. [coordinator] heeft verteld dat het zeer aannemelijk is dat de daders eerst tijdens de openingsuren komen controleren of de manipulatie niet ontdekt is, alvorens men in de nachtelijke uren inbreekt dan wel zich laat insluiten om de data definitief weg te nemen;
- hij dhr. [coordinator] heeft geadviseerd om tijdens de avonduren te posten in plaats van tijdens de nachtelijke uren, gezien het feit dat de bewuste gemanipuleerde terminal al was vervangen door een andere pinterminal;
- hij op 4 juli 2008 zich op het politiebureau te Zandvoort bevond waar hem door dhr. [verbalisant] foto’s werden getoond van de in beslag genomen gemanipuleerde pinterminal afkomstig van Center Parcs Zandvoort;
- hij kan verklaren dat deze terminal is voorzien van skimapparatuur, waarbij zowel de pincode als de magneetstripgegevens aan de binnenzijde van de pinterminal zijn weggenomen;
- hij zag dat op de plaats waar de draad is verbonden aan de printplaat de informatie frauduleus werd afgetapt en naar een geheugenchip werd geleid en dat de pincode bij deze manipulatie werd weggenomen voordat deze wordt versleuteld;
- er op dat moment werd geskimd en er sprake was van een heterdaadsituatie waarbij de daders alleen nog een moment moesten uitkiezen om de data te collecteren.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van [belanghebbende] (dossierpagina 014), waarin - zakelijk weergegeven - onder meer als zijn verklaring is gerelateerd dat:
- op de betaalautomaten drie genummerde stickers zijn bevestigd;
- één sticker om de kaartlezer zit en twee stickers aan beide zijden van het apparaat om onzichtbaar openen te voorkomen;
- deze stickers niet te verwijderen zijn zonder deze te beschadigen;
- op 3 juli 2008 alle op het Center Parcs Zandvoort aanwezige betaalautomaten gecontroleerd zijn door [medewerker 1] en [medewerker 2];
- zij hebben geconstateerd dat er bij het restaurant Il Giardino een betaalautomaat was aangetroffen, die was voorzien van een valse antifraudesticker;
- bij controle bleek dat de sticker met nummer 0971 vals was;
- het streepje onder de “p” niet grijs/groen van kleur was, maar rood en dat het papier anders aanvoelde;
- [medewerker 2] het apparaat open heeft geschroefd en toen bleek dat er skimapparatuur aanwezig was.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 030), waarin door [verbalisant 1] - zakelijk weergegeven - onder meer is gerelateerd dat:
- op 3 juli 2008, omstreeks 17.45 uur is begonnen met het observeren van de betaalautomaat bij de pizzeria Il Giardino op het bungalowpark Center Parcs in Zandvoort;
- de betaalautomaat werd geobserveerd vanuit de pizzeria, zittend aan een tafel op een afstand van ongeveer vijf meter;
en waarin – zakelijk weergegeven – als observaties van verbalisant [verbalisant 1] onder meer is gerelateerd dat:
- hij omstreeks 20.00 uur een man bij de betaalautomaat zag verschijnen;
- deze man bij de ingang van de pizzeria bleef stil staan en enkele ogenblikken naar het menu dat links van de ingang hing keek;
- de man vervolgens zich rechtsom draaide en achter de katheder ging staan;
- dit opviel, daar er tot op dat moment enkel bedienend personeel achter de katheder had gestaan;
- de man voorover boog, richting de achterzijde van de betaalautomaat en deze op een afstand van ongeveer 20 cm aandachtig bekeek;
- hij dit afleidde uit het feit dat de man ongeveer 4 tot 5 seconden naar de betaalautomaat keek;
- op de katheder enkel de betaalautomaat en een informatiebord stond;
- de man vervolgens om de katheder heen liep en aan de voorzijde ging staan;
- de man vervolgens voor over boog en de betaalautomaat vanaf een afstand van ongeveer 30 cm aandachtig bekeek;
- hij dit afleidde uit het feit dat de man zijn hoofd naar links en rechts kantelde;
- de man vervolgens uit zijn gezichtsveld verdween, achter een pilaar;
- hij uit de contouren van de achterzijde van de man kon vaststellen dat de man nog steeds ter hoogte van de katheder stond;
- de man vervolgens wegliep in de richting van de in- en uitgang aan de zijde van de Vondellaan cq het parkeerterrein;
- hij telefonisch contact heeft gezocht met zijn collega [verbalisant 2] en de omschrijving van de man heeft doorgegeven;
- hij van zijn collega hoorde dat de man had plaatsgenomen als bestuurder van een personenauto Volkswagen, type Passat, met Duits kenteken [kenteken];
- hij zag dat er korte tijd later een persoon met tenger postuur in de auto stapte als bijrijder en dat de auto na ongeveer tien seconden wegreed.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 033), waarin - zakelijk weergegeven – als observaties van verbalisant [verbalisant 2] onder meer is gerelateerd dat:
- hij zich op 3 juli 2008 met zijn collega [verbalisant 1] bij Center Parcs te Zandvoort bevond en hij omstreeks 20.04 uur werd gebeld door collega [verbalisant 1] die hem vertelde dat een manspersoon, gekleed in het zwart, zeer veel belangstelling had voor de betaalautomaat en dat deze persoon naar buiten kwam lopen;
- hij zag dat de man in een personenauto Volkswagen Passat stapte en kort sprak met de andere persoon in de auto;
- hij zag dat de andere persoon, gekleed in een zwarte trainingsbroek met witte biezen en een zwarte trainingsjas uitstapte en vervolgens de Market Dome inliep;
- de man rechtstreeks naar de pizzeria liep en bij de katheder van de ingang van het restaurant ging staan en schuin naar het aldaar geplaatste betaalautomaat keek;
- de man afwisselend naar de betaalautomaat en het menubord keek;
- de man steeds verder voorover boog en na een keer of drie de man over de genoemde katheder boog en zijn hoofd zeer dicht bij de betaalautomaat bracht;
- de man na ongeveer twee seconden weer overeind kwam en zeer gehaast naar de uitgang van de Market Dome liep;
- hij zich ten tijde van dit alles op ongeveer vier meter afstand van de man en de betaalautomaat bevond;
- de man rechtstreeks en doelbewust naar de katheder bij de ingang van het restaurant liep en geen enkele poging deed om ergens anders naar toe te gaan of in het restaurant aanwezig personeel aan te spreken.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen loggegevens PIN-terminal (dossierpagina 068), waarin - zakelijk weergegeven –onder meer is gerelateerd dat:
- dhr. [operation manager] in de functie van operation-manager van EFT Systems, de fabrikant van de PIN-terminal merk Hypercom, type HFT201, de terminal met serienummer 4126026655 heeft aangesloten op zijn netwerk en de loggegevens heeft uitgeprint;
- uit de loggegevens blijkt dat de terminal op 22 juni 2008 om 10.03 uur, 12.31 uur en 12.42 uur is aangemeld en tevens op 3 juli 2008 om 14.28 uur, 15.52 uur en 15.53 uur.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 071), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- uit onderzoek door de fabrikant “EFT Systems” de pinterminal is onderzocht;
- uit dit onderzoek is gebleken dat de pin-terminal op 26 februari 2008 is geïnstalleerd;
- een pin-terminal non-stop staat aangemeld;
- blijkt dat de terminal op 22 juni 2008 om 10.03 uur, 12.31 uur en 12.42 uur is aangemeld;
- met zekerheid gesteld kan worden dat het apparaat voor 22 juni 2008, 10.03 uur is geskimd.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 238), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- op 3 juli 2008 in de Volkswagen, type Passat, voorzien van Duits kenteken [kenteken] een zwartkleurige portemonnee is aangetroffen;
- in de portemonnee een pasje van de Caland Fit clubpas is aangetroffen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 295), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- de Caland Fit clubpas blijkens gegevens van het fitness-centrum is afgegeven op 12 juni 2008 aan [valse naam verdachte], [adres] te Osdorp, mobiele telefoon: [nummer];
- van de aanvrager een foto is gemaakt;
- verbalisant op de foto de verdachte [verdachte] herkende;
- uit de gegevens bleek dat de houder van de pas driemaal bij CalandFit was geweest, op respectievelijk 13 juni 2008 (2x) en 30 juni 2008;
- medewerker [medewerker] verklaard heeft dat er drie mannen bij CalandFit kwamen;
- deze mannen verklaarden Roemenen te zijn;
- er één persoon was die voornamelijk het woord voerde en dat dit – naar later bleek – [medeverdachte] betrof;
- [medeverdachte] bij inschrijving als [adres] te [plaats] heeft opgegeven met als telefoonnummer [nummer].
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek telecommunicatie mobiele nummer [nummer verdachte] (dossierpagina 403), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- [verdachte] op 4 juli 2008 verklaarde dat hij in het bezit was van een mobiele telefoon, voorzien van het nummer [nummer verdachte] en op 10 juli 2008 dat hij hiervan de enige gebruiker is;
- uit onderzoek van de historische verkeersgegevens is gebleken dat in de periode 11 juni 2008 tot en met 4 juli 2008 steunzenders werden aangestraald in Nederland met het mobiele nummer [nummer verdachte];
Feit 3:
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte door [aangever], namens Hema (dossierpagina 07), waarin – zakelijk weergegeven – als verklaring van aangever is gerelateerd dat:
- er op 17 juni 2008 uit de winkel van de Hema te Amersfoort een pinautomaat is weggenomen;
- hij op camerabeelden van die dag zag dat om 11.08 uur de pinautomaat door een tweetal mannen is weggenomen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal (dossierpagina 11), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- op 14 augustus 2008 door verbalisanten [verbalisanten 5 en 6] de camerabeelden van de HEMA Amersfoort hebben bekeken;
- verbalisanten zagen dat omstreeks 11.00 uur twee mannen de Hema in kwamen lopen;
- verbalisanten zagen dat de mannen omstreeks 11.07 uur bij de rechter kassa gingen staan waar geen medewerkster van de HEMA achter stond;
- verbalisanten zagen dat op de kassa een pinautomaat stond;
- verbalisanten zagen dat de tweede man zijn schoudertas vanaf zijn rug naar zijn buik draaide;
- verbalisanten zagen dat omstreeks 11.08 uur de mannen weg liepen van de kassa in de richting van de uitgang;
- verbalisanten zagen dat het pinapparaat was verdwenen.
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] (dossierpagina 15), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- op 28 augustus 2008 op de politiesite RI-online een artikel werd geplaatst waarin de identiteit werd verzocht werd van twee mannen welke op 17 juni 2008 een pinautomaat in de winkel HEMA in Amersfoort hadden gestolen;
- verbalisanten op 5 september 2008 op RI-online keken;
- zij zagen dat op de eerste foto een blanke man stond met donker haar die zij herkenden als de bij hen ambtshalve bekende [verdachte].
• het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen (dossierpagina 19), waarin – zakelijk weergegeven – onder meer is gerelateerd dat:
- uit de verkregen historische verkeersgegevens van het telefoonnummer welke [verdachte] had opgegeven als zijnde zijn nummer, blijkt dat dit telefoonnummer op 16 juni 2008, 23.11 uur, alsmede op 17 juni 2008, 17.51 uur een steunzender aanstraalt op het Korte Water 1-123 te Amsterdam.
3.4 Bewijsoverwegingen
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 1:
Bij de beoordeling van hetgeen aan verdachte onder 1 is tenlastegelegd, gaat de rechtbank ervan uit dat niet kan worden vastgesteld of het pinapparaat, waarin de skimapparatuur is aangebracht het originele pinapparaat is of een door verdachte en zijn mededaders geplaatst vervangend apparaat. Voor de beoordeling van de vraag of bewezen kan worden hetgeen aan verdachte – voor zover thans nog aan de orde – is ten laste gelegd is dat niet van belang op grond van het navolgende. Ook wanneer de oorspronkelijk aanwezige pinautomaat tijdelijk door verdachte en zijn mededaders is vervangen door een andere van skimapparatuur voorziene pinautomaat, gaat het daarbij om een geautomatiseerd werk, waarin gegevens zijn opgeslagen van in dit geval Center Parcs en niet van verdachte en zijn mededaders, waarbij opmerking verdient dat zonneklaar is dat verdachte en zijn mededaders over een dergelijke automaat niet rechtmatig kunnen en mogen beschikken. In dat geautomatiseerd werk zijn gegevens van het betalingsverkeer ten behoeve van Center Parcs opgenomen, waarin het verdachte en zijn mededaders niet was toegestaan wederrechtelijk binnen te dringen, zoals zij hebben gedaan door daarin skimapparatuur aan te brengen. Het voor zichzelf overnemen, aftappen en opnemen was derhalve verdachte en zijn mededaders niet toegestaan.
De raadsman heeft voorts nog betoogd dat informatie ontbreekt, waaruit daadwerkelijk gegevens van pinpassen en pincodes op de skimapparatuur zijn opgeslagen en dat het de vraag is of het met de geplaatste apparatuur wel mogelijk is geweest om gegevens te kopiëren. Wellicht gaat het – zo heeft de raadsman betoogd – om een experiment en wordt er een absoluut ondeugdelijk middel gehanteerd.
Vooropgesteld moet worden dat niet gesteld of gebleken is dat verdachte en zijn mededaders bezig waren met een experiment. Reeds de heimelijke wijze waarop verdachte en zijn mededaders te werk zijn gegaan, staat er aan in de weg hun optreden als een experiment te beschouwen. Daarnaast kan niet worden gezegd dat hetgeen verdachte en zijn mededaders hebben ondernomen om tot de – kennelijk - door hen beoogde wederrechtelijke verkrijging van betalingsgegevens van klanten van Center Parcs te komen, - gelet op de in het dossier gerelateerde bevindingen - moet leiden tot de slotsom dat er hier sprake was van een absoluut ondeugdelijke poging.
Strafbare feiten als het onder feit 1 ten laste gelegde vergen een gedegen voorbereiding en maken in hun uitvoering samenwerking van meerdere personen met verschillende taken noodzakelijk, waarbij te denken valt aan het wegnemen van het oorspronkelijk aanwezige pinapparaat, het plaatsen van een vervangend apparaat met daarin tevoren door de verdachten aangebrachte skimapparatuur, het aanbrengen van valse stickers op het vervangend apparaat, de controle of de uitvoering van het door de verdachten voorgenomen misdrijf niet is ontdekt en tenslotte het weghalen van de pinautomaat met skimapparatuur en het terugplaatsen van het oorspronkelijk aanwezige apparaat. Om die reden moet worden geconcludeerd dat wanneer kan worden vastgesteld dat een of meer verdachten een van de hiervoor beschreven taken vervullen bij de uitvoering van het misdrijf zij als mededaders kunnen worden aangemerkt. Daaraan doet, in aanmerking genomen dat het gaat om een tevoren door de verdachten gemaakt plan, niet af dat de door verdachten te verrichten handelingen niet meer kunnen leiden tot voltooiing van het misdrijf. In dit verband kan de vergelijking worden gemaakt met de invoer van verdovende middelen, waarbij betrokken zijn de leverancier van de verdovende middelen in het bronland, de koerier en degene die zich voor de daadwerkelijke invoer van de verdovende middelen bereid heeft verklaard die verdovende middelen op de luchthaven van aankomst van de koerier over te nemen. Ook wanneer de koerier met de verdovende middelen op de luchthaven wordt aangehouden en de afhaler er daarom niet in slaagt om de verdovende middelen in ontvangst te nemen, is de afhaler mededader.
De raadsman van verdachte heeft betwist dat uit de observaties zou blijken dat verdachte bijzondere interesse zou hebben voor het pinapparaat en dat de observaties kunnen hebben plaatsgevonden zoals ze zijn gerelateerd.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de observaties zijn neergelegd in een op ambtseed/ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal. Daarin geven de verbalisanten een gedetailleerde beschrijving van de gedragingen van verdachten, zoals de manier waarop zij naar det katheder en het daar aanwezige pinapparaat kijken en vanaf welke afstand waarop zij dat doen, dit eveneens in relatie tot het op het katheder aanwezige informatiebord. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding te twijfelen aan de neergelegde observaties, dat verdachte en zijn medeverdachte gerichte belangstelling voor het pinapparaat hebben getoond.
Daar komt nog bij dat verdachte en zijn medeverdachte voortdurend wisselende en onderling tegenstrijdige verklaringen hebben afgelegd over hun aanwezigheid in Nederland en bij restaurant Il Giardiono van Center Parcs Zandvoort.
Zo heeft in verdachte in zijn eerste verklaring (d.d. 4 juli 2008, dossierpagina 209) verklaard dat hij als toerist in Nederland was, en dat de laatste keer in Nederland zo´n twee maanden geleden was, dat hij medeverdachte [medeverdachte] kort voor hun aanhouding in Nederland heeft ontmoet op het Centraal Station van Amsterdam en ze naar Zandvoort zijn gegaan om een kamer te zoeken en dat hij bij Center Parcs is uitgestapt om te kijken of er nog iets anders was waar ze konden eten. Op 10 juli 2008 heeft hij verklaard tegenover de politie (dossierpagina 212) dat hij samen met medeverdachte [medeverdachte] vanuit Duitsland naar Nederland is gekomen. Ook heeft verdachte verklaard dat [medeverdachte] naar binnen is gegaan om te kijken of er plek was om te eten. Verdachte is zelf nadien ook naar binnen gegaan om te kijken of er plaats was. Hij heeft ter zitting verklaard niet naar het toilet te zijn geweest. en dat hij [medeverdachte] heeft ontmoet in Nederland op het [adres] te Amsterdam.
Medeverdachte [medeverdachte] heeft allereerst bij de politie op 4 juli 2008 (dossierpagina 128) verklaard dat hij verdachte in Duitsland heeft ontmoet en dat zij samen naar Nederland zijn gereisd. Op 3 juli 2008 zijn zij samen naar Center Parcs in Zandvoort gegaan. Hij, medeverdachte [medeverdachte], is naar binnen gegaan; hij is eerst naar de speelhal gegaan, toen naar het toilet en heeft bij de pizzeria op de kaart gekeken, toen hij niet werd geholpen is hij weer naar buiten gegaan, waarna verdachte [verdachte] naar binnen zou gaan alleen om naar het toilet te gaan.
Daarnaast heeft verdachte steeds ontkend het adres dat in het navigatiesysteem van de Volkswagen Passat was ingevoerd, [adres] te Amsterdam, te kennen. Ter zitting heeft verdachte aangegeven dit adres wel te kennen en aldaar medeverdachte te hebben ontmoet op 3 juli 2008.
Gelet op het vorenstaande en in aanmerking genomen hetgeen onder de bewijsmiddelen omtrent [echte naam medeverdachte], zijnde de echte naam van de medeverdachte [medeverdachte], is gerelateerd, is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden geacht dat verdachte en zijn medeverdachte bij Center Parcs Zandvoort aanwezig waren om tijdens de openingstijden van Il Giardino te controleren of de manipulatie van de pin-terminal ontdekt was. Bij dat oordeel betrekt de rechtbank ook hetgeen onder feit 3 door de rechtbank is bewezen verklaard, te weten de diefstal in vereniging van een pinautomaat.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3:
De raadsman heeft ter terechtzitting het volgende ten verwere aangevoerd. De fotoherkenning door de verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] dient te worden uitgesloten van het bewijs. De raadsman wijst op het rapport van professor Wagenaar die stelt dat de herkenning van videostill’s of foto’s door verbalisanten gedaan in een soortgelijke casus, niet deugdelijk is geschied. De verdachten waren immers bekend, waardoor verwachting en onderlinge beïnvloeding de waarneming van op zichzelf tamelijk vage beelden op een niet meer te controleren wijze hebben gestuurd. Daarnaast heeft de fotoherkenning plaatsgevonden door een tweetal verbalisanten. Dit kan leiden tot overleg en onderlinge beïnvloeding. Voorts heeft de raadsman betoogd dat [verbalisant 3] en [verbalisant 4] niet als experts kunnen worden aangemerkt. Derhalve is de beoordeling van de foto’s – hoe goed de bedoelingen van verbalisanten ook zijn – amateuristisch en subjectief.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe als volgt.
De raadsman gaat ervan uit dat de herkenning van de op de foto’s afgebeelde personen gebeurt op de wijze als door Wagenaar beschreven. De rechtbank laat in het midden of de door Wagenaar voorgestelde werkwijze, waarbij bijna een laboratoriumachtige situatie wordt gecreëerd, de beste methode van herkenning is; in ieder geval is het naar haar oordeel niet de enig bruikbare methode. Anders dan Wagenaar en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat bij de beoordeling van de beelden ook acht mag worden geslagen op de context waarin de personen worden afgebeeld. De foto’s dienen op zichzelf, maar ook in samenhang met elkaar én de overige bewijsmiddelen bezien te worden.
De bevindingen van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] hebben zij neergelegd in een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen. Verdachte wordt blijkens het gerelateerde in dit proces-verbaal op enkele foto’s herkend door beide verbalisanten. Bij de beoordeling van de waarde die aan de fotoherkenning moet worden toegekend betrekt de rechtbank ook nog dat verbalisant [verbalisant 4] de videoband van Centerparcs Zandvoort van 3 juli 2008, waarop – naar vaststaat - verdachte eveneens te zien was, heeft bekeken (proces verbaal van bevindingen, dossierpagina 53). Ten slotte betrekt de rechtbank bij haar overwegingen dat verdachte een aantoonbaar onjuiste verklaring heeft gelegd. In zijn verhoor bij de politie heeft verdachte immers verklaard dat hij in de periode van 16 tot en met 18 juni 2008 niet in Nederland verbleef. Ter zitting heeft hij verklaard op 17 juni 2008 in Roemenië te zijn verbleven. Uit de verkregen historische verkeersgegevens van het telefoonnummer welke verdachte had opgegeven als zijnde zijn nummer, blijkt echter dat zijn telefoon in die periode, ook op 17 juni 2008, steunzenders in Nederland heeft aangestraald. Verdachte heeft hier desgevraagd geen verklaring voor kunnen of willen geven.
Zoals bij ieder proces-verbaal is het aan de rechter om vast te stellen in hoeverre een proces-verbaal bijdraagt aan de bewezenverklaring. De rechtbank heeft het voornoemd proces-verbaal van bevindingen in samenhang met de daarbij gevoegde foto’s op zijn merites beoordeeld en is tot het oordeel gekomen dat de inhoud daarvan bruikbaar is voor het bewijs. De rechtbank ziet daarom geen reden het proces-verbaal uit te sluiten van het bewijs.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
1. medeplegen van poging tot computervredebreuk,terwijl de dader na opzettelijk en wederrechtelijk te zijn binnengedrongen in een geautomatiseerd werk vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk, waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt, aftapt of opneemt;
3. diefstal door twee of meer verenigde personen.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van sanctie(s) en van overige beslissingen
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte daarvoor zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan een gedeelte groot 4 maanden voorwaardelijk, zulks met een proeftijd van 2 jaar. Met betrekking tot het beslag heeft de officier van justitie gevorderd het geld aan verdachte terug te geven, het kentekenbewijs terug te geven aan de rechthebbende en de beide stickers te onttrekken aan het verkeer.
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het op professionele wijze skimmen van betaalpassen teneinde daarmee valse betaalpassen te vervaardigen en te gebruiken en het wegnemen van een pinapparaat kennelijk met hetzelfde doel.
Het vertrouwen dat door de consument en de acceptant in het betaalnetwerk en in de pinpas moet kunnen worden gesteld is van groot economisch en maatschappelijk belang. Door het onder 1 bewezen verklaarde feit, zou, wanneer het misdrijf was voltooid, een ernstige inbreuk zijngemaakt op het vertrouwen van de consument in het betalingsverkeer. Wanneer dit vertrouwen niet meer aanwezig is, bestaat het risico van een ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer. Daarnaast kan de handelwijze van verdachte en zijn mededaders allereerst leiden tot grote schade voor de eigenaren van de geskimde betaalpassen, maar vervolgens ook tot grote directe en indirecte financiële schade voor Nederlandse banken en Equens Nederland B.V.. Datzelfde geldt voor het onder 3 bewezen verklaarde.
Bij het bepalen van de strafmaat is in aanmerking genomen dat verdachte deze feiten puur uit winstbejag heeft gepleegd en vermoedelijk met dit doel ook naar Nederland is gekomen.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. Ook bij vrijspraak van het onder 2 tenlastegelegde rechtvaardigt de ernst van de wel bewezen verklaarde feiten echter, gelet op het vorenstaande, een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf zoals door de officier van justitie is geëist. Daarnaast acht de rechtbank, evenals de officier van justitie, een voorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden, welke voorwaardelijke vrijheidsstraf er voornamelijk toe strekt verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten en met name soortgelijke te begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat de in beslaggenomen voorwerpen, te weten een tweetal oranje stickers, dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het bewezen verklaarde feit 1 met betrekking tot die voorwerpen is begaan en/of is voorbereid. Het ongecontroleerde bezit van voormelde, inbeslaggenomen is in strijd met het algemeen belang.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 14a, 14b, 14c, 36c, 47, 57, 138a, 310 en 311.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 2 is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2 vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 3 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (TWAALF) MAANDEN. Beveelt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot 4 (VIER) MAANDEN niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op de grond dat verdachte voor het einde van een op twee jaren gestelde proeftijd zich aan een strafbaar feit schuldig maakt.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Onttrekt aan het verkeer:
- 1.00 STK Sticker, Kl: oranje, rood streepje;
- 1.00 STK Sticker, Kl: oranje, grijs streepje.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van:
- 1.00 STK Kentekenbewijs, Volkswagen Passat , [kenteken].
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- Geld Euro, 8 x 50;
- Geld Euro, 74,16.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.P.W van de Ven, voorzitter,
mrs. R.E.A. Toeter en A. Eichperger, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers mrs. D. Gruijters en M. Valk,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 oktober 2008.