ECLI:NL:RBHAA:2008:BG5654
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie in faillissementsprocedure met betrekking tot Flight2start B.V.
In deze zaak verzocht de opposante, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FLIGHT2START B.V., om ontslag van instantie op grond van artikel 27 lid 2 van de Faillissementswet (Fw). Dit verzoek volgde nadat Flight2start op 12 augustus 2008 in staat van faillissement was verklaard en de curator had aangegeven het geding niet te zullen overnemen. De opposante stelde dat zij belang had bij het verlenen van het ontslag van instantie, omdat dit zou leiden tot het vervallen van het verstekvonnis van 7 juni 2006. De kantonrechter oordeelde dat artikel 148 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), dat betrekking heeft op het verval van instantie na verzet, ook analogisch van toepassing is op situaties van ontslag van instantie ingevolge artikel 27 lid 2 Fw.
De kantonrechter volhardde in de overwegingen van het tussenvonnis van 6 augustus 2008, waarin de zaak naar de rol was verwezen voor uitlating van Flight2start over het aan haar opgedragen bewijs. De gemachtigde van Flight2start had echter aangegeven niet meer voor Flight2start in rechte op te treden. De opposante had vervolgens de curator opgeroepen, maar deze had aangegeven het geding niet te willen overnemen. Gezien het feit dat er geen feiten of omstandigheden waren die het verzoek tot ontslag van instantie konden weerleggen, verleende de kantonrechter het gevraagde ontslag.
De kantonrechter oordeelde verder dat het faillissement van Flight2start niet aan de opposante kon worden toegerekend en dat het in het systeem van het burgerlijk procesrecht past dat, wanneer een partij wordt ontslagen uit de instantie, de failliet veroordeeld wordt in de proceskosten die aan de zijde van de wederpartij zijn gemaakt. Flight2start werd daarom veroordeeld tot betaling van de proceskosten in de verzetprocedure, met uitzondering van de kosten van het verzetexploot, die voor rekening van de opposante kwamen. Het vonnis werd uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 november 2008.