ECLI:NL:RBHAA:2008:BG5493
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- F.F.W. Brouwer
- H.J.M. Burg
- J. Candido
- Rechtspraak.nl
Aanhouding op basis van CIE-informatie en rechtmatigheid van bewijsverkrijging in drugszaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 31 oktober 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland. De aanhouding van de verdachte vond plaats op basis van informatie van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE), die als betrouwbaar werd aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat de CIE-informatie voldoende specifiek was om de aanhouding te rechtvaardigen, en dat het inwinnen van aanvullende informatie bij de luchtvaartmaatschappij slechts een bevestiging was van de reeds aanwezige informatie. Hierdoor was de aanhouding rechtmatig en kon het bewijs dat uit deze aanhouding voortkwam niet als onrechtmatig worden aangemerkt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De verdachte werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van een hoeveelheid cocaïne op 8 augustus 2008 te Schiphol. De rechtbank achtte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte. De rechtbank weegt daarbij mee dat er geen recidive was, aangezien een eerder feit was geseponeerd en de verdachte geen documentatie had op het gebied van de Opiumwet.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Tevens zijn twee in beslag genomen elektronische vliegtickets verbeurd verklaard. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte, die opnieuw zwanger bleek te zijn. De rechtbank heeft de documentatie van de verdachte niet in haar nadeel meegewogen bij de bepaling van de strafmaat, omdat deze niet aan de rechtbank was voorgelegd.