ECLI:NL:RBHAA:2008:BF7588
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Naheffingsaanslag omzetbelasting en proceskostenvergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 20 augustus 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een ondernemer in de detailhandel en verhuur van onroerende zaken, en de inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag omzetbelasting voor het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998, die oorspronkelijk was vastgesteld op € 115.638, maar bij uitspraak op bezwaar was verminderd tot € 25.956. Daarnaast was een boete van € 57.819 opgelegd, die bij de uitspraak op bezwaar was teruggebracht tot nihil. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bezwaarfase correct was gebruikt en dat de naheffingsaanslag niet vernietigd diende te worden. De rechtbank oordeelde dat de inspecteur niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de administratie van eiser niet voldeed aan de wettelijke eisen, wat de naheffingsaanslag rechtvaardigde.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de door eiser gevraagde proceskostenvergoeding in de bezwaarfase niet kon worden toegewezen, omdat de gemaakte kosten voornamelijk verband hielden met de herstructurering van de administratie van eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een onrechtmatige daad van de zijde van de inspecteur, en dat de kosten voor rekening van eiser kwamen. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter A. van Dongen, in tegenwoordigheid van griffier J.P. Wismeijer. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Amsterdam.