ECLI:NL:RBHAA:2008:BF3692

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
12 augustus 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/711022-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan oplichting en opzettelijk bekendmaken van gegevens verkregen uit misdrijf

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 12 augustus 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan oplichting en het opzettelijk bekendmaken van gegevens die door misdrijf zijn verkregen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, in de periode van 6 september 2006 tot en met 15 maart 2007, samen met onbekend gebleven personen, op meerdere tijdstippen in Amsterdam, opzettelijk handelingen heeft verricht met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen. Dit gebeurde door het aannemen van valse namen en hoedanigheden, en door gebruik te maken van listige kunstgrepen. De verdachte heeft onder andere valselijk een rekening geopend bij de Postbank/ING en heeft via internet overboekingsopdrachten gegeven, waardoor aanzienlijke geldbedragen zijn verkregen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaar, en tot het verrichten van 180 uren taakstraf. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft misbruik gemaakt van zijn positie binnen de Postbank/ING en vertrouwelijke gegevens in de openbaarheid gebracht, wat heeft geleid tot aanzienlijke schade en ongemak voor de betrokken rekeninghouders. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde sancties gemotiveerd.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/711022-07
Uitspraakdatum: 12 augustus 2008
Tegenspraak
verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 juli 2008 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 6 september 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, in elk geval in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
A) de Postbank/ING [zaaksdossier 1],(telkens) heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 69.901,41 euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan als [naam] en/of in die (valse) hoedanigheid met behulp van een vals (Nederlands) identiteitsbewijs een rekening, [rekeningnummer], ten name van [naam] geopend bij de Postbank/ING en/of de toepassing aangevraagd van Mijn.Postbank.nl en/of
- zich voorgedaan als [naam2], zijnde een rekeninghouder van rekening [rekeningnummer] bij de Postbank/ING en/of in die (valse) hoedanigheid met behulp van een (valse) handtekening van die [naam2], [naam] als mederekeninghouder bij de postbankrekening van die [naam2] laten bijschrijven (waardoor de toepassing van Mijn.Postbank.nl automatisch werd gekoppeld aan die van [naam]) en/of
- (vervolgens) (via internet) een of meer overboekingsopdrachten ingevoerd en/of gegeven, strekkende tot het (in gedeelten) overboeken van voornoemd(e) geldbedrag(en) van de postbankrekening van die [naam2] naar de postbankrekening van die [naam] en/of de postbankrekening [rekeningnummer 2] van [naam 3 ] en/of de postbankrekening [rekeningnummer 3] van [naam 4] waardoor die Postbank/ING (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
B) de Postbank/ING [zaaksdossier 3], (telkens) heeft/hebben bewogen tot afgifte van een of meer geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van(ongeveer) 63.850,- euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan als [naam 5], zijnde rekeninghouder van de rekening [rekeningnummer 4] bij de Postbank/ING en/of in die (valse) hoedanigheid een zakelijke rekening [rekeningnummer 5] geopend ten name van [bedrijfsnaam] bij de Postbank/ING en/of
- (vervolgens) voor die zakelijke postbankrekening [rekeningnummer] een Girofoontoepassing aangevraagd en/of
- (vervolgens) de privérekening [rekeningnummer 4] van [naam 5] laten toevoegen aan het Girotelabonnement (waardoor het mogelijk werd om op de privérekening van [naam 5] Girotel zakelijk toe te passen)
- (vervolgens) (via de Girofooncomputer) een of meer overboekingsopdrachten ingevoerd en/of gegeven, strekkende tot het (in gedeelten) overboeken van voornoemd(e) geldbedrag(en) van de postbankrekening van die [naam 5] naar de postbankrekening [rekeningnummer] van [bedrijfsnaam] en/of de postbankrekening [rekeningnummer 6] ten name van [naam 6]
waardoor die Postbank/ING (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
EN/OF
C) de Postbank/ING [zaaksdossier 2 en 4, (telkens) heeft bewogen tot afgifte van een of meer geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 17.340,80 euro, en/of afgifte van een of meer geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 6.650,- euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan als [bedrijfsnaam 2], zijnde rekeninghouder van rekening [rekeningnummer 7] bij de Postbank/ING en/of [bedrijfsnaam], zijnde rekeninghouder(s) van de rekening [rekeningnummer] bij de Postbank/ING en/of in die (valse) hoedanighe(i)d(en) een boekje met overschrijvingskaarten aangevraagd en/of
- (vervolgens) via die overschrijvingskaarten een of meer overboekingsopdrachten ingevoerd en/of gegeven, strekkende tot het overboeken van voornoemd(e) geldbedrag(en) van de postbankrekening van die [bedrijfsnaam 2] naar de postbankrekening [rekeningnummer 7] ten name van [naam 8] en/of naar de postbankrekening [rekeningnummer 8] ten name van [naam 8] en/of naar de postbankrekening ten name [rekeningnummer 9] van [naam 10] en/of van die postbankrekening van [bedrijfsnaam 3] naar de postbankrekening [rekeningnummer 11] ten name van [naam 10] en/of de postbankrekening van [rekeningnummer 12] ten name van [naam 12]
waardoor die Postbank/ING (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
EN/OF
D) de Postbank/ING [zaaksdossier 7], (telkens) heeft bewogen tot afgifte van een of meer geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van (ongeveer) 2.749,30 euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
- zich voorgedaan als [naam 13], zijnde rekeninghouder van rekening [rekeningnummer 13] bij de Postbank/ING en/of in die (valse) hoedanigheid een nieuwe giropas en/of bijbehorende pincode aangevraagd en/of
- vervolgens middels die nieuwe giropas een of meer geldopnamen en/of betalingen gedaan
waardoor die Postbank/ING (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n)
bij en/of tot het plegen van welke misdrij(f)ven hij, verdachte, op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk behulpzaam is geweest en/of gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door (terwijl hij, verdachte, in dienst en/of werkzaam was bij de Postbank/ING) de postbankrekening(en) en/of bijbehorende saldo/saldi van (een of meer van) bovengenoemde rekeninghouders in de computer/bestand(en) van de Postbank/ING te raadplegen en/of vervolgens het/de saldo/saldi van die postbankrekening(en) aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) te verschaffen en/of ter beschikking te stellen;
2. PRIMAIR:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 6 september 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk gegevens die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk van een onderneming van handel, nijverheid of
dienstverlening en die betrekking hebben op deze onderneming, bekend heeft gemaakt of uit winstbejag heeft gebruikt, terwijl deze gegevens ten tijde van die bekendmaking of het gebruik niet algemeen bekend waren en daaruit enig nadeel kon ontstaan, immers heeft hij, verdachte, met gebruikmaking van het user-id en wachtwoord van [naam], de computer/bestanden van de Postbank/ING privérekening(en) van postbankrekeninghouders geraadpleegd (terwijl hij daartoe niet geautoriseerd was) en het/de daarbij behorende saldo/saldi - zijnde (aldus) door computervredebreuk, in elk geval door enig misdrijf door hem, verdachte, verkregen gegevens - bekend gemaakt aan onbekend gebleven perso(o)n(en);
SUBSIDIAIR:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 6 september 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk aangaande een onderneming van handel, nijverheid of dienstverlening bij welke hij werkzaam is of is geweest, bijzonderheden waarvan hem geheimhouding is opgelegd, bekend heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, die toen en aldaar werkzaam is of is geweest bij de Postbank/ING onder meer (telkens) saldogegevens van rekeninghouders van die Postbank/ING aan (een) onbekend gebleven perso(o)n(en) doorgegeven en/of ter beschikking gesteld.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1.
één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op meerdere tijdstippen gelegen in de periode van 30 september 2006 tot en met 15 maart 2007 in Nederland (telkens) tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, telkens met het oogmerk om zich en/of die ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
A) de Postbank/ING, telkens heeft/hebben bewogen tot de afgifte van geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van 69.901,41 euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als [naam] en in die valse hoedanigheid met behulp van een vals Nederlands identiteitsbewijs een rekening, [rekeningnummer], ten name van [naam] geopend bij de Postbank/ING en de toepassing aangevraagd van Mijn.Postbank.nl en
- zich voorgedaan als [naam2], zijnde een rekeninghouder van rekening [rekeningnummer] bij de Postbank/ING en in die valse hoedanigheid met behulp van een valse handtekening van die [naam2], [naam] als mederekeninghouder bij de postbankrekening van die [naam2] laten bijschrijven waardoor de toepassing van Mijn.Postbank.nl automatisch werd gekoppeld aan die van [naam] en
- vervolgens via internet overboekingsopdrachten gegeven, strekkende tot het in gedeelten overboeken van voornoemd geldbedrag van de postbankrekening van die [naam2] naar de postbankrekening van die [naam] en de postbankrekening [rekeningnummer 2] van [naam 3 ] en de postbankrekening [rekeningnummer 3] van [naam 4]
waardoor die Postbank/ING telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften,
B) de Postbank/ING, telkens heeft/hebben bewogen tot afgifte van geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van 63.850,- euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als [naam 5], zijnde rekeninghouder van de rekening [rekeningnummer 4] bij de Postbank/ING en in die valse hoedanigheid een zakelijke rekening [rekeningnummer 5] geopend ten name van [bedrijfsnaam] bij de Postbank/ING en
- vervolgens voor die zakelijke postbankrekening [rekeningnummer] een Girofoontoepassing aangevraagd en
- vervolgens de privérekening [rekeningnummer 4] van [naam 5] laten toevoegen aan het Girotelabonnement waardoor het mogelijk werd om op de privérekening van [naam 5] Girotel zakelijk toe te passen en
- vervolgens via de Girofooncomputer overboekingsopdrachten gegeven, strekkende tot het in gedeelten overboeken van voornoemd geldbedrag van de postbankrekening van die [naam 5] naar de postbankrekening [rekeningnummer 5] van [bedrijfsnaam] en de postbankrekening [rekeningnummer 6] ten name van [naam 6]
waardoor die Postbank/ING telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
EN
C) de Postbank/ING, telkens heeft/hebben bewogen tot afgifte van geldbedragen, zijnde in totaal een geldbedrag van ongeveer 17.340,80 euro, hebbende die onbekend gebleven perso(o)n(en) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedriegelijk en/of in strijd met de waarheid
- zich voorgedaan als [bedrijfsnaam 2], zijnde rekeninghouder bij de Postbank/ING en in die valse hoedanigheid een boekje met overschrijvingskaarten aangevraagd en
- vervolgens via die overschrijvingskaarten overboekingsopdrachten gegeven, strekkende tot het overboeken van voornoemde geldbedragen van de postbankrekening van die [bedrijfsnaam 2] naar de postbankrekening [rekeningnummer 7] ten name van [naam 8] en naar de postbankrekening [rekeningnummer 8] ten name van [naam 8] en naar de postbankrekening ten name [rekeningnummer 9] van [naam 10]
waardoor die Postbank/ING telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgiften;
tot het plegen van welke misdrijven hij, verdachte, op meerdere tijdstippen in en omstreeks de periode van 13 oktober 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, opzettelijk gelegenheid en inlichtingen heeft verschaft door, terwijl hij, verdachte, in dienst was bij de Postbank/ING, de postbankrekeningen en bijbehorende saldi van bovengenoemde benadeelde rekeninghouders in de computer/bestanden van de Postbank/ING te raadplegen en vervolgens de saldigegevens van die postbankrekeningen aan die onbekend gebleven perso(o)n(en) te verschaffen;
2. PRIMAIR:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 6 september 2006 tot en met 15 maart 2007 te Amsterdam, telkens opzettelijk gegevens die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk van een onderneming van handel en dienstverlening en die betrekking hebben op deze onderneming, bekend heeft gemaakt en uit winstbejag heeft gebruikt, terwijl deze gegevens ten tijde van die bekendmaking en het gebruik niet algemeen bekend waren en daaruit enig nadeel kon ontstaan, immers heeft hij, verdachte, met gebruikmaking van het user-id en wachtwoord van [naam], de computer/bestanden van de Postbank/ING privérekeningen van postbankrekeninghouders geraadpleegd en de daarbij behorende saldigegevens, terwijl hij daartoe niet geautoriseerd was - zijnde aldus door computervredebreuk, door hem, verdachte, verkregen gegevens - bekend gemaakt aan onbekend gebleven perso(o)n(en).
Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, leest de rechtbank de tenlastelegging verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Met betrekking tot feit 1 overweegt de rechtbank nog het volgende.
Hoewel uit de stukken kan worden afgeleid dat verdachte ook, zonder autorisatie, saldi-gegevens van de bankrekeningen [rekeningnummer] en [rekeningnummer 13] van respectievelijk [naam] en [naam 13] heeft geraadpleegd (zie de onderdelen C en D van feit 1), dateren deze raadplegingen van voor de tenlastegelegde periode. Medeplichtigheid aan frauduleuze handelingen met betrekking tot deze rekeningen kan dan ook niet worden bewezen, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1: medeplichtigheid aan (medeplegen van) oplichting, meermalen gepleegd;
feit 2 primair: het opzettelijk bekendmaken van gegevens die door misdrijf zijn verkregen uit een geautomatiseerd werk van een onderneming van handel en dienstverlening en die betrekking hebben op die onderneming, terwijl die gegevens ten tijde van de bekendmaking niet algemeen bekend zijn en daaruit enig nadeel kan ontstaan, meermalen gepleegd.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de als feit 1 en feit 2 primair tenlastegelegde feiten en gevorderd dat verdachte terzake zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met een proeftijd van twee jaren en een werkstraf voor de duur van 180 uur.
6.2 Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het navolgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft tijdens zijn dienstverband bij de Postbank/ING zonder autorisatie saldogegevens van bankrekeningen geraadpleegd en die gegevens vervolgens, tegen een in het vooruitzicht gestelde beloning, aan derden verschaft. Verdachte heeft daartoe misbruik gemaakt van de inloggegevens van een collega, van wie hij die gegevens onder een vals voorwendsel had verkregen. Een half jaar lang is verdachte zodoende anderen behulpzaam geweest bij het plegen van fraude met bankrekeningen, waarbij de Postbank voor honderdduizenden euro's werd opgelicht en rekeninghouders werden geconfronteerd met veel ongemak en overlast. Daar komt bij dat verdachte aldus vertrouwelijke gegevens in de openbaarheid heeft gebracht en daarmee de geheimhoudingsplicht die hij uit hoofde van zijn functie had, ernstig heeft geschonden.
Naast de enorme schade die deze feiten tot gevolg hebben, wordt daarmee het vertrouwen dat in het bancaire verkeer moet worden gesteld geschonden. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij op zo'n grove misbruik heeft gemaakt van zijn positie binnen de Postbank/ING.
Ook met inachtneming van het gegeven dat de rechtbank ten aanzien van feit 1 minder tenlastegelegde handelingen bewezen acht dan de officier van justitie, acht de rechtbank de medeplichtigheid van verdachte aan die misdrijven van zodanige ernst dat geen andere straf op haar plaats is dan de door de officier van justitie gevorderde.
Aan de oplegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank een proeftijd van twee jaar verbinden, teneinde verdachte er tijdens die proeftijd van te weerhouden opnieuw strafbare feiten te begaan.
7. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Wetboek van Strafrecht: 47, 48, 49, 57, 273 en 326.
8. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 primair tenlastegelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezenverklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) maanden, met bevel dat deze straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt verdachte tot het verrichten van 180 (honderdtachtig) uren taakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet naar behoren verrichten te vervangen door 90 (negentig) dagen hechtenis.
9. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. Grosheide, voorzitter,
mr. Toeter mr. Stefels, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. ten Bos,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 augustus 2008.
Mr. Stefels is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Parketnummer: 15/711022-07
Inzake: [verdachte] blad 8
vonnis