ECLI:NL:RBHAA:2008:BF1095
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.I.V. Scherpenhuijsen Rom
- M.J.M. Verpalen
- A.E. Patijn
- Rechtspraak.nl
Medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot cocaïneverkoop
Op 16 september 2008 heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte werd ervan beschuldigd gedurende een periode van meer dan zes jaar betrokken te zijn geweest bij de verkoop en distributie van cocaïne. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de drugslijn van zijn overleden broer had voortgezet en uitgebreid. Hij kocht cocaïne in, versneed deze en verpakte het voor verkoop in gebruikershoeveelheden. De verdachte had zelf ook cocaïne verkocht en maakte gebruik van anderen, waaronder familieleden, om de drugshandel te faciliteren. De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, mede op basis van de bekennende verklaring van de verdachte en de verklaringen van medeverdachten. De rechtbank concludeerde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, wat resulteerde in een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de rol van de verdachte in de drugshandel en de risico's die deze activiteiten met zich meebrachten, vooral gezien het feit dat hij jonge kinderen had. De rechtbank verklaarde de verdachte strafbaar en legde de gevangenisstraf op, met aftrek van de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht.