ECLI:NL:RBHAA:2008:BE8964
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.M. Koolen-Zwijnenburg
- F.F.W. Brouwer
- J.N.A. Jolink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in cocaïne-invoeraangifte na onvoldoende bewijs van opzet
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 23 juli 2008 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk invoeren van cocaïne. De verdachte arriveerde op 21 april 2008 op Schiphol vanuit Suriname, waar in haar koffer vijf zakken met kaneelstokjes, die cocaïne bevatten, werden aangetroffen. De verdachte heeft steeds volgehouden dat zij niet wist hoe de cocaïne in haar bagage terecht was gekomen. Ze verklaarde dat zij haar koffer zelf had ingepakt en dat niemand haar had gevraagd om iets mee te nemen. De koffer was opgeslagen bij een kennis in Paramaribo omdat zij geen ruimte had in haar huis.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. Na het horen van de verklaringen van de verdachte en het onderzoek van het dossier, kwam de rechtbank tot de conclusie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de cocaïne in haar koffer. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de verdachte niet kennelijk leugenachtig waren en dat er onvoldoende feiten en omstandigheden waren die erop wezen dat zij wist of had moeten weten dat er cocaïne in haar bagage zat.
Daarom heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Tevens is besloten dat de inbeslaggenomen goederen, waaronder een claimtag, vliegticket en instapkaart, aan de verdachte teruggegeven dienen te worden. De rechtbank heeft het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.