ECLI:NL:RBHAA:2008:BE8782

• Datum uitspraak: 14 augustus 2008
• Publicatiedatum: 5 april 2013
• Zaaknummer: zaak/rolnr.: 382813 / CV EXPL 08-3174
• Instantie: Rechtbank Haarlem
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Eerste aanleg - enkelvoudig
• Rechters: F.M. Visser
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Incasso door zorgverzekeraar met onduidelijke vorderingen

In deze zaak heeft Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeert. De vordering betreft een bedrag van € 219,20, dat is voortgekomen uit achterstallige premiebetalingen over de periode van 1 juli 2007 tot 1 februari 2008. De gedaagde heeft echter aangevoerd dat een groot deel van deze bedragen al via een ander incassobureau is betaald. Na het verweer van de gedaagde heeft Groene Land haar vordering aangepast en de periode van februari tot en met juni 2008 toegevoegd aan de vordering, waarbij zij ook eerder betaalde bedragen in mindering heeft gebracht.

De kantonrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat vorderingen van Groene Land met argwaan moeten worden bekeken, gezien de frequentie waarmee onduidelijkheden en fouten in hun incassoprocedures naar voren komen. In deze specifieke zaak bleek dat de oorspronkelijke vordering grotendeels al was geïncasseerd door een ander bureau, en dat Groene Land zonder duidelijke uitleg een nieuwe vordering had ingesteld. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Groene Land uiteindelijk nog recht had op een bedrag van € 129,95, na correcties van eerder betaalde bedragen en kosten.

De rechter heeft besloten dat Groene Land als de overwegend in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt en heeft hen veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. De uiteindelijke beslissing was dat de gedaagde € 79,05 aan Groene Land moest betalen, met de bepaling dat eventuele eerder betaalde bedragen onmiddellijk terugbetaald moeten worden. Dit vonnis is uitgesproken op 14 augustus 2008 door de kantonrechter F.M. Visser.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM

Sector kanton

Locatie Zaandam

zaak/rolnr.: 382813 / CV EXPL 08-3174

datum uitspraak: 14 augustus 2008

VONNIS VAN DE KANTONRECHTER

inzake

Groene Land PWZ Achmea Zorgverzekeringen N.V.

te Utrecht

eisende partij

hierna te noemen Groene Land

gemachtigde mr. M.J. Vermeulen

tegen

[gedaagde]

te [adres]

gedaagde partij

hierna te noemen [gedaagde]

procedeert in persoon

De procedure

Groene Land heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].

Hierop heeft [gedaagde] geantwoord.

Vervolgens is schriftelijk voort geprocedeerd. Groene Land heeft de grondslag van haar vordering buiten bezwaar van [gedaagde] veranderd, alsmede de vordering verminderd.

Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.

De vordering

Groene Land vordert na vermindering van eis dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Groene Land te betalen de somma van € 219,20 met (verdere) rente en kosten.

In de dagvaarding ging het in hoofdsom om een bedrag groot € 405,68 (dan wel € 318,28 ?) wegens achterstallige premie over de periode 1 juli 2007 tot 1 februari 2008. Nadat [gedaagde] in haar verweer had aangegeven dat deze periode (grotendeels) was betaald aan een ander incassobureau, heeft Groene Land de periode februari tot en met juni 2008 bij haar vordering opgeteld, waarna zij aan het andere incassobureau betaalde bedragen (zonder de toen betaalde buitengerechtelijke kosten) weer van haar vordering heeft afgetrokken, zo ook een nabetaling en een no-claim teruggave. Per saldo zou, inclusief rente en de nieuwe buitengerechtelijke kosten nog € 219,20 openstaan.

Het verweer

Nadat het eerder genoemde verweer was gevoerd, heeft [gedaagde] zich bereid verklaard de resterende € 219,20 te betalen, kennelijk onder de voorwaarde dat de vordering van Groene Land in zoverre gegrond is.

De beoordeling van het geschil

Voorop gesteld moet worden dat in de praktijk helaas is gebleken, dat vorderingen van Groene Land met de nodige argwaan moeten worden bekeken. Want zogauw verweer wordt gevoerd moet veel te vaak worden geconstateerd dat de onderbouwing niet klopt, veelal ten nadele van de gedaagde. Dat gebeurt zo vaak, dat er bij deze kantonrechter inmiddels enige twijfels zijn gerezen over de professionele integriteit bij de incassoafdeling van Groene Land.

Ook in de onderhavige zaak blijkt er na verweer weinig te kloppen van de incasso. Immers, de vordering die is ingesteld blijkt grotendeels al via een ander incassobureau te zijn geïncasseerd. Hoe het mogelijk is dat Groene Land die zelfde vordering dan toch weer via een ander incassobureau aanhangig maakt wordt niet uitgelegd. Vervolgens probeert Groene Land de zaak dan te redden door met nieuwe periode’s (van ná de dagvaarding) en nieuwe bedragen aan te komen. Weliswaar wordt de vordering vervolgens verminderd, maar verzuimd wordt de buitengerechtelijke kosten weg te strepen. De kantonrechter zou in elk geval niet weten waarom Groene Land onder deze omstandigheden met goed fatsoen nog buitengerechtelijke kosten zou mogen doorberekenen.

Aan de hand van de berekeningen van Groene Land, die in zoverre niet betwist zijn gebleven, blijkt Groene Land uiteindelijk tot en met juni 2008 nog toe te komen € 219,20 -/- € 75,-- -/- € 14,25 = € 129,95.

Dat betekent dat [gedaagde] nog slechts € 129,95 moet betalen, waarop de aan haar verschuldigde proceskosten nog in mindering komen, zoals hierna te bepalen. Rente vanaf de dag van dagvaarding kan bij gebreke van voldoende gegevens niet worden berekend.

Gelet op de uitkomst moet Groene Land als de overwegend in het ongelijk gestelde partij te worden aangemerkt en daarom in de proceskosten te worden veroordeeld.

Beslissing

[gedaagde] wordt veroordeeld om aan Groene Land te betalen de somma van € 129,95.

Groene Land wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 50,--.

Verstaat dat [gedaagde] per saldo nog aan Groene Land moet betalen de somma van € 79,05. Wat ze eventueel reeds meer aan Groene Land heeft betaald moet onmiddellijk aan haar worden terugbetaald!

Dit vonnis wordt uitvoerbaar verklaard bij voorraad.

Het meer of anders gevorderde wordt afgewezen.

Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 augustus 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.