ECLI:NL:RBHAA:2008:BE8704
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.K. Schoep
- R.E.A. Toeter
- J.M. van Santen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte wegens onzorgvuldig opsporingsonderzoek in drugszaken
In deze zaak heeft de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Haarlem op 19 augustus 2008 uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die op 4 mei 2008 in Volendam werd aangehouden. De verdachte werd beschuldigd van het bezit van ongeveer 9,24 gram cocaïne, een middel dat onder de Opiumwet valt. Tijdens de openbare terechtzitting op 5 augustus 2008 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank oordeelde dat er ernstige tekortkomingen waren in het opsporingsonderzoek. De verbalisanten hadden de verdachte gezien met een buideltas en hadden kennis van zijn eerdere betrokkenheid bij drugshandel. Toen de verdachte werd aangesproken, vluchtte hij, wat leidde tot zijn aanhouding. Tijdens de aanhouding viel er een wikkel uit zijn kleding, en in de omgeving werd een tasje met 14 wikkels aangetroffen. Echter, het was niet duidelijk of de wikkel die uit de kleding viel daadwerkelijk cocaïne bevatte, aangezien uit onderzoek bleek dat een van de wikkels lidocaïne bevatte en niet kon worden vastgesteld of de wikkel die op straat was aangetroffen, de wikkel was die uit de kleding viel. De rechtbank concludeerde dat de fouten in het opsporingsonderzoek, zoals het onzorgvuldig veiligstellen van het materiaal, niet konden worden hersteld met aanvullend onderzoek. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de ten laste gelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij in het bezit was van cocaïne. De rechtbank verklaarde dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten en sprak hem vrij.