ECLI:NL:RBHAA:2008:BE8695
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M. van Santen
- R.E.A. Toeter
- G.K. Schoep
- Rechtspraak.nl
Seksueel misbruik van een dementerende vrouw door een bejaarde man
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 19 augustus 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een bejaarde man die meermalen een dementerende vrouw seksueel heeft misbruikt. De verdachte, die wist dat het slachtoffer leed aan de ziekte van Alzheimer, heeft verschillende seksuele handelingen met haar verricht, waaronder het seksueel binnendringen met zijn vingers. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de kwetsbaarheid van het slachtoffer en dat hij misbruik heeft gemaakt van haar onvermogen om weerstand te bieden. Dit gedrag heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit en de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer, wat mogelijk nadelige psychische gevolgen voor haar kan hebben.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren om de vervolging te schorsen. De verdachte werd als bekennende verdachte beschouwd, en de rechtbank heeft de bewijsmiddelen opgesomd die tot de bewezenverklaring hebben geleid. De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld en dat hij inmiddels een zedendaderbehandeling had gevolgd. Gezien zijn leeftijd en het tijdsverloop tussen de aanvang van de vervolging en de behandeling van de zaak, heeft de rechtbank besloten de op te leggen straf te matigen.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan de tenuitvoerlegging is opgeschort onder de voorwaarde van een proeftijd van twee jaar. Tevens is er een contactverbod met het slachtoffer opgelegd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat de bewezenverklaarde feiten onder artikel 243 van het Wetboek van Strafrecht vallen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, met mr. J.M. van Santen als voorzitter.