ECLI:NL:RBHAA:2008:BD7958
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.A. Plaisier
- F.F.W. Brouwer
- P. Heidinga
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak rondom ondeugdelijke klimgordel en schadevergoeding
In de zaak voor de Rechtbank Haarlem, uitgesproken op 11 juli 2008, is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit dat hij verantwoordelijk zou zijn voor het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan het slachtoffer tijdens een klimactiviteit. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om aan te nemen dat de klimgordel, die door de stichting waarvan de verdachte directeur is werd gebruikt, ondeugdelijk was. De getuige-deskundige verklaarde dat het stikwerk van de klimgordel professioneel was uitgevoerd en dat de gordel-gespcombinatie als deugdelijk werd beoordeeld. Bovendien werd gesteld dat het aanbindpunt van de gordel zich altijd onder het lichaamszwaartepunt bevindt en dat het ontbreken van een keurmerk niet automatisch betekent dat de gordel niet voldeed aan de Europese Norm (EN 12277). De rechtbank concludeerde dat de gebreken aan de gordel, zoals een verbogen middenbalk van de gesp, niet leidden tot een onveilige situatie, mits de banden correct waren teruggestoken. Hierdoor was er geen grond om de verdachte schuldig te achten aan het ten laste gelegde feit.
Daarnaast diende het slachtoffer een vordering tot schadevergoeding in van € 11.983,06, maar omdat de verdachte werd vrijgesproken, kon de benadeelde partij niet in deze vordering worden ontvangen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in tegenwoordigheid van de griffier en heeft het vonnis uitgesproken op de openbare terechtzitting. De samenstelling van de rechtbank bestond uit de voorzitter en twee rechters, waarbij één rechter niet in staat was het vonnis mede te ondertekenen.