RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
zaak/rolnr.: 374003/ CV EXPL 08-1977
datum uitspraak: 9 juli 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
[eiser]
te [woonplaats]
eisende partij
hierna te noemen [eiser]
gemachtigde mr. R. Muurlink
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SECURITAS BEVEILIGING B.V.
te Amsterdam
gedaagde partij
hierna te noemen Securitas
gemachtigde mr. M.M. Rotmans.
[eiser] heeft Securitas gedagvaard op 12 februari 2008. Securitas heeft schriftelijk geantwoord. De kantonrechter heeft bij tussenvonnis van 7 mei 2008 een comparitie van partijen gelast, welke heeft plaatsgevonden op 13 juni 2008, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt van hetgeen partijen verder naar voren hebben gebracht. [eiser] heeft een pleitnota overgelegd.
De volgende feiten zijn komen vast te staan, omdat zij niet of onvoldoende weersproken zijn of omdat zij uit de niet bestreden inhoud van overgelegde stukken blijken.
a. [eiser] is met ingang van 18 juni 2007 voor bepaalde tijd tot 18 juni 2008 in dienst van Securitas als beveiliger tegen een salaris van € 1.734,24 bruto per vier weken exclusief vakantietoeslag. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Particuliere Beveiliging van toepassing.
b. [eiser] leeft in gezinsverband met een partner en twee kinderen van respectievelijk 2 en 4 jaar. Op 11 september 2007 heeft de partner van [eiser] een buikwandcorrectie laten uitvoeren in een particuliere kliniek, nadat zij op 3 september een eerste consult hadden gehad bij de plastisch chirurg die de operatie heeft uitgevoerd. Omdat er een andere operatie uitviel kreeg de partner van [eiser] de gelegenheid om al heel snel daarna (op 11 september dus) geopereerd te worden. [eiser] en zijn partner hebben die gelegenheid genomen, opdat het litteken van voor de zomer 2008 zo goed mogelijk genezen zou zijn. De kosten van de operatie zijn niet aan [eiser] en zijn partner vergoed door de ziektekostenverzekeraar. [eiser] en zijn partner zijn voor een verwijzing naar de specialist die de operatie heeft uitgevoerd niet bij hun huisarts geweest, omdat zij er van uitgingen dat de operatie toch niet vergoed zou worden.
c. Op 4 september 2007 heeft [eiser] in een gesprek met zijn leidinggevende de heer Janssen van Securitas (hierna: Janssen) aangekondigd dat zijn partner op 11 september 2007 de hiervoor bedoelde operatie zou ondergaan.
d. Van 11 tot en met 17 september 2007 heeft [eiser] met toestemming van Securitas niet gewerkt om voor zijn partner en hun twee kinderen te zorgen.
e. [eiser] heeft geprobeerd om thuiszorg te regelen voor die periode, maar dat is niet gelukt.
[eiser] vordert (samengevat) veroordeling van Securitas tot het alsnog toekennen van (kortdurend) zorgverlof over de periode van 11 tot en met 17 september 2007 en tot het terugboeken van 48 verlofuren naar zijn verlofsaldo. Daarnaast vordert hij betaling van een bedrag van € 690,-- aan buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling in de proceskosten. [eiser] stelt daartoe dat hij in de bedoelde periode de noodzakelijke zorg heeft gehad voor zijn partner en hun twee kinderen, omdat zijn partner als gevolg van een operatie ziek was. Hij heeft dus aanspraak gemaakt op toepassing van het bepaalde in artikel 5:1 van de Wet arbeid en zorg (hierna: Waz). Securitas heeft geweigerd de door [eiser] opgenomen dagen als verlofdagen in de zin van de Waz aan te merken en heeft die dagen als vakantie geboekt.
Omdat Securitas bij herhaling weigerachtig bleef om zorgverlofdagen toe te kennen, was [eiser] genoodzaakt juridische hulp in te roepen. Hij heeft een toevoeging en de medegevorderde buitengerechtelijke incassokosten hebben betrekking op de eigen bijdrage.
Securitas betwist de vordering. Op haar verweer zal, voor zover van belang, bij de beoordeling van het geschil nader in worden gegaan.
De beoordeling van het geschil
1. Partijen verschillen van mening of [eiser] aanspraak kan maken op kortdurend zorgverlof als bedoeld in artikel 5:1 Waz. In verband daarmee stelt de kantonrechter het volgende voorop. Allereerst staat vast dat Llindeboom en zijn partner de buikwandcorrectie zelf hebben betaald. [eiser] heeft zelf aangegeven dat zij ervan uitgingen dat deze operatie niet voor vergoeding door hun ziektekostenverzekeraar in aanmerking kwam De kantonrechter leidt hieruit af dat voor de operatie geen medische noodzaak bestond. [eiser] heeft pas op de zitting aangevoerd dat tijdens de operatie bleek dat zijn partner een navelbreuk had en er dus wel medische noodzaak voor de ingreep bestond. Omdat [eiser] deze stelling niet nader heeft onderbouwd en vaststaat dat hij ook achteraf niet heeft geprobeerd de kosten van de ziektekostenverzekeraar vergoed te krijgen, gaat de kantonrechter hier aan voorbij.
2. Uit de Memorie van Toelichting op de Waz (kamerstukken 1900-2000, nr. 17207,3) volgt dat het kortdurend zorgverlof bedoeld is om werknemers in staat te stellen zelf gedurende korte tijd zorg te verlenen aan een thuiswonend kind of partner. Deze noodzaak betreft, zo valt te lezen, niet alleen de behoefte aan zorg van het betreffende gezinslid, maar daarnaast ook de omstandigheid dat de zorg door de betreffende werknemer moet worden verleend en niet op andere wijze kan worden verstrekt. De wetgever neemt daarbij tot uitgangspunt dat werkgever en werknemer hun wederzijdse belangen tegen elkaar afwegen.
3. Aan [eiser] kan worden toegegeven dat uit niets blijkt dat het enkele feit dat voor een operatie geen medische noodzaak bestaat in de weg staat of kan staan aan een aanspraak op kortdurend zorgverlof. Een werknemer heeft echter geen recht op kortdurend zorgverlof als bedoeld in artikel 5:1 Waz indien niet komt vast te staan dat er sprake is van “noodzakelijke verzorging”. De kantonrechter overweegt in dit verband als volgt. Vast staat dat [eiser] en zijn partner er zelf voor hebben gekozen de operatie op uiterst korte termijn (8 dagen) te laten uitvoeren. Gelet op het feit dat er geen medische noodzaak voor de operatie bestond, had hen er in redelijkheid niets van behoeven te weerhouden om die ingreep op een later tijdstip te laten uitvoeren. [eiser] en zijn partner hadden dan eerst kunnen onderzoeken hoe zij op een andere wijze in de zorg voor de partner en hun kinderen zouden kunnen voorzien. Door dat na te laten is niet komen vast te staan dat er sprake was van “noodzakelijke verzorging”. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat [eiser] onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn ouders niet in staat zouden zijn geweest om bij te springen, als zij niet met vakantie waren geweest. Ook wordt meegewogen dat er wellicht nog wel andere mogelijkheden zouden zijn geweest als de operatie op wat langere termijn zou zijn afgesproken. [eiser] heeft door te handelen als hij heeft gedaan onvoldoende rekening gehouden met de belangen van Securitas, hetgeen – zo blijkt uit de wetsgeschiedenis – van hem mocht worden verwacht.
4. De kantonrechter is dus van oordeel dat Securitas terecht heeft geweigerd om het door Bij [eiser] opgenomen verlof als zorgverlof in de zin van de Waz aan te merken. Bij deze uitkomst van de procedure kan in het midden blijven wanneer [eiser] aanspraak heeft gemaakt op zorgverlof.
5. De vordering van [eiser] wordt dus afgewezen en [eiser] wordt als de partij die in het ongelijk is gesteld, veroordeeld in de kosten van de procedure.
- veroordeelt [eiser] tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van Securitas tot en met vandaag worden begroot op € 400,-- aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.C. Smits en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.