ECLI:NL:RBHAA:2008:BD3271

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08-3737
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.C. Terwiel-Kuneman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bouwvergunning en vrijstelling voor patiowoning in plaats van loods met goede ruimtelijke onderbouwing

Op 29 mei 2008 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bouwvergunning en vrijstelling voor de bouw van een patiowoning op een perceel dat voorheen een loods huisvestte. De zaak werd aangespannen door verzoekers die bezwaar maakten tegen het bouwplan, omdat zij van mening waren dat de omvang en stijl van de nieuwe woning niet in overeenstemming waren met het karakter van de wijk. De verzoekers voerden aan dat de bouw zou leiden tot een vermindering van zonlichttoetreding in hun tuinen.

De voorzieningenrechter heeft de mondelinge uitspraak gedaan dat het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen. De rechter overwoog dat de gemeente Haarlem, als verweerder, voldoende had aangetoond dat de ruimtelijke onderbouwing voor de verleende vrijstelling adequaat was. De voorzieningenrechter merkte op dat de voorgestelde woning, hoewel afwijkend in stijl en omvang, passend was voor de specifieke locatie in de binnenstad en dat de gevolgen voor de zonlichttoetreding minder ernstig waren dan wanneer een hogere woning zou worden toegestaan.

De voorzieningenrechter concludeerde dat de belangen van de verzoekers niet zwaarder wogen dan de belangen van de gemeente en dat er geen reden was om het besluit van de gemeente te herzien. De rechter gaf aan dat de afweging van de belangen door de gemeente in redelijkheid was gemaakt en dat er geen grond was voor toewijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening. De uitspraak werd gedaan zonder dat er rechtsmiddelen openstonden tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 3737
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 mei 2008
in de zaak van:
[verzoekers],
wonende te [woonplaats],
[verzoek(st)er(s)],
gemachtigde: mr. L.J.L. Heukels, advocaat te Haarlem,
tegen:
het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,
verweerder,
derde partij:
[naam derde partij],
wonende te [woonplaats].
Tegenwoordig: mr. A.C. Terwiel-Kuneman, voorzieningenrechter, en mr. M. Hekelaar, griffier.
Zitting: 29 mei 2008
Verschenen: Verzoeker [verzoeker 1] die ter zitting heeft verklaard weliswaar veelvuldig in het huis van verzoekster [verzoekster] aanwezig te zijn, maar als zaakwaarnemer voor haar op te treden, en [verzoeker 2] in persoon, bijgestaan door voornoemde gemachtigde.
Verweerder vertegenwoordigd door J. Hartmans, werkzaam bij de gemeente Haarlem.
De derde partij in persoon.
Het geschil betreft het besluit van 26 februari 2008, waarbij verweerder aan [naam derde partij] vrijstelling krachtens artikel 19, tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), vrijstelling van de Bouwverordening Haarlem en bouwvergunning heeft verleend voor het bouwen van een woning aan[straat adres 1] te [woonplaats].
Bij mondelinge uitspraak van 29 mei 2008 heeft de voorzieningenrechter het verzoek van verzoekers tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft daartoe het volgende overwogen.
Het bouwplan betreft de bouw van een patiowoning op gronden met de bestemming Bedrijfsdoeleinden B; de woning komt in de plaats van een bedrijfsgebouw dat niet als zodanig in het bestemmingsplan Leidsevaart is bestemd. Dat aan het perceel thans een woonfunctie is toegekend, is passend op deze locatie in de binnenstad en in deze (woon)wijk.
Verzoekers hebben tegen het bouwplan als bezwaar aangevoerd dat het wat betreft omvang en stijl niet in de stijl en het karakter van de wijk past en dat het door de lengte en de hoogte - in onderlinge samenhang bezien - leidt tot vermindering van zonlichttoetreding.
Naar verweerder ter zitting heeft toegelicht zou een woning die qua stijl en karakter meer overeenstemt met de bestaande woningen aan de [straat adres 1], waar een goothoogte van 6 meter is toegestaan, betekenen dat er hoger gebouwd zou (mogen) worden dan de enkelvoudige bouwlaag van het bouwplan, namelijk met een tweede bouwlaag met daarop weer een schuin dak. Dit zou voor de direct omwonenden, op de nummers 2 en 2a van de [naam straat ], leiden tot aanzienlijk groter verlies aan zonlicht dan die ten gevolge van het bouwplan. Weliswaar leidt het bouwplan blijkens de ter zitting overgelegde "Bezonningsstudie" tot minder zonlicht in de tuin van de bewoners aan de [naam straat ] 2, 2a en 2b, maar dit gevolg is naar verweerders mening geringer dan het verlies aan zonlicht ingeval een hoge(re) bouwhoogte zou zijn toegestaan. Voorts heeft verweerder acht geslagen op de specifieke aspecten van het perceel waardoor een afwijkende stijl en omvang voor een nieuwe woning aanvaardbaar is.
Naar voorlopig oordeel heeft verweerder met het bovenstaande de ruimtelijke onderbouwing van de verleende vrijstelling voldoende toegelicht, zodat hierin geen grond is gelegen voor toewijzing van het verzoek.
De vermindering van zonlichttoetreding, met name die van de avondzon, in de tuin van [naam straat ] nummers 2 en 2b heeft verweerder in het kader van de afweging van de bij een vrijstelling betrokken belangen, in verhouding gering genoemd en van minder gewicht geacht dan de overige betrokken belangen. Niet gezegd kan worden dat verweerder met deze afweging in redelijkheid niet tot het vrijstellingsbesluit heeft kunnen komen.
Ter zake van de bewoners van de [naam straat] nummer 4 is ter zitting namens verweerder toegezegd dat nader bekeken zal worden of en zo ja, hoeveel centimeters het (platte) dak van het bouwplan blijft onder het balkon van hun woning.
Hetgeen is aangevoerd ter zake van schade, die zou zijn ontstaan door de sloopwerkzaamheden, is in dit geding niet aan de orde en blijft derhalve buiten beoordeling. Daarbij is aanmerking genomen dat tot nu toe geen werkzaamheden met betrekking tot de bouw c.q. ingevolge de bouwvergunning hebben plaatsgevonden.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal,
(griffier) (voorzieningenrechter)
afschrift verzonden op:
Rechtsmiddel: Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.