ECLI:NL:RBHAA:2008:BD2914

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
29 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/700341-08
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissing rechter-commissaris omtrent schorsing voorlopige hechtenis

Op 29 mei 2008 heeft de Rechtbank Haarlem uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door de verdachte tegen een beslissing van de rechter-commissaris. De zaak betreft de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, die op 16 mei 2008 door de rechter-commissaris was opgeheven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het hoger beroep is ingesteld namens de verdachte, maar volgens artikel 87 lid 1 van het Wetboek van Strafvordering heeft alleen de officier van justitie het recht om hoger beroep aan te tekenen tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De wet en de jurisprudentie bieden geen mogelijkheid voor de verdachte om zelf of via een vertegenwoordiger een dergelijk rechtsmiddel in te stellen. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte in het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan in een meervoudige raadkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren. De griffier heeft de zitting bijgewoond, en de beslissing is opgemaakt in aanwezigheid van de oudste rechter in geval van afwezigheid van de voorzitter. De rechtbank heeft de beschikking op 29 mei 2008 gegeven, waarbij de verdachte in het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige raadkamer
Registratienummer: [nummer]
Parketnummer: [nummer]
beslissing op hoger beroep
Gelet op het in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboortedatum],
wonende te [woonplaatss], [adres],
thans gedetineerd in de PI Noord Holland Noord – HvB Zwaag,
op 16 mei 2008 ingestelde hoger beroep tegen de beslissing van 16 mei 2008 van de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, waarin deze de schorsing van de inbewaringstelling van de verdachte heeft opgeheven;
Gelet op het in deze op 28 mei 2008 gehouden onderzoek in raadkamer, waarvan afzonderlijk proces-verbaal is opgemaakt en waarvan de inhoud als hier ingelast moet worden beschouwd;
Gezien de overige zich in het dossier bevindende stukken;
Overweegt:
De rechtbank stelt vast dat het hoger beroep tegen de beslissing van de rechter-commissaris is ingesteld namens de verdachte. Het Wetboek van Strafvordering kent in artikel 87 lid 1 de officier van justitie het recht toe om hoger beroep aan te tekenen van een beschikking van de rechter-commissaris omtrent de schorsing van de voorlopige hechtenis. De wet noch de jurisprudentie voorziet echter in een mogelijkheid om door of namens de verdachte een dergelijk rechtsmiddel in te stellen.
Verdachte zal derhalve in het hoger beroep niet-ontvankelijk worden verklaard.
Beschikt:
De rechtbank .
Verklaart verdachte in het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven op 29 mei 2008 door:
mr. M.A.E. de Jong-Overtoom, voorzitter,
mrs. G.F.H. Lycklama à Nijeholt en T.A. de Hek rechters,
in tegenwoordigheid van R. Boekel, griffier,
en bij afwezigheid van de voorzitter getekend door de oudste rechter.