RECHTBANK HAARLEM
Sector bestuursrecht
zaaknummer: AWB 08 - 1237
uitspraak van de voorzieningenrechter van 6 maart 2008
[verzoekers A en B],
beiden wonende te Heemstede,
verzoekers,
het college van burgemeester en wethouders van Heemstede,
verweerder,
derde partij:
Elan Wonen,
gevestigd te Haarlem.
Bij besluit van 18 december 2007, verzonden op 21 december 2007, heeft verweerder aan Elan Wonen vrijstelling als bedoeld in artikel 19, tweede lid, Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) verleend alsmede bouwvergunning ingevolge van artikel 40 Woningwet, voor de bouw van een kinderdagverblijf aan de Overijssellaan (flat E) te Heemstede.
Bij brief d.d. 21 december 2007, verzonden op 28 december 2007, is daarvan bericht gegeven aan verzoekers en overige bewoners, wonende in de flats aan de Overijssellaan.
Verzoekers - en andere omwonenden - hebben bij brief van 25 januari 2008 bezwaar gemaakt.
Bij brief van 30 januari 2008 hebben verzoekers tevens verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 4 maart 2008, alwaar verzoekers [A], vergezeld van zijn echtgenote, en verzoekster [B] in persoon zijn verschenen. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. A.E. Hopman en R. van der Aar, beiden werkzaam bij de gemeente Heemstede.
Voor de derde partij zijn verschenen A. Mol en A.J. Koren, beiden werkzaam bij Elan Wonen. Voorts is E.B.M. Bonfrère, directrice van Kinderdagverblijf Club Bambino, verschenen.
2. Overwegingen
2.1 Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Daarbij gaat het om een afweging van belangen van de verzoekende partij bij een onverwijlde voorziening tegen het belang dat is gemoeid met onmiddellijke uitvoering van het besluit.
Voor zover deze toetsing een beoordeling van de hoofdzaak meebrengt, is dat oordeel voorlopig van aard.
2.2 Het verzoek strekt tot schorsing van de bouwvergunning voor de bouw van een kinderdagverblijf aan de Overijssellaan (flat E) te Heemstede.
Het bouwplan is voor een deel geprojecteerd op de begane grond van een galerijflat (blok E) en voor een ander deel in uitbouwen op de begane grond van één bouwlaag aan de noord- en zuidzijde van deze flat. Enkele garageboxen in de zogenaamde plint van het flatgebouw en één - thans niet adequate - bejaardenwoning worden gebruikt voor de realisering van de ruimte voor het kinderdagverblijf.
Er zullen drie groepen van ieder circa 12 kinderen - baby's, dreumesen en peuters - in worden ondergebracht.
De deels platte daken worden in verband met het zicht vanuit de bovenliggende woningen uitgevoerd met sedum-begroeiing. Delen van daken die grenzen aan de balkons van twee woningen op de eerste verdieping zullen desgewenst worden uitgevoerd als dakterras ten behoeve van deze woningen.
2.3 Verzoekers wonen aan de Overijssellaan, verzoekster [B] in flat [adres], recht boven de voor het kinderdagverblijf te realiseren uitbouw op de begane grond, en verzoeker [A] in flat [adres], welke tegenover het toekomstige kinderdagverblijf is gelegen. Zij vrezen met name geluidshinder en parkeer- en verkeeroverlast door de realisatie van het kinderdagverblijf. Voorts betwisten zij de behoefte aan nog een kinderdagverblijf, nu er in Heemstede-Zuid reeds vier kinderdagverblijven zijn. Tevens vrezen zij geluids- en andere overlast door de sloop- en bouwactiviteiten.
2.4 Tussen partijen is niet in geschil en ook voor de voorzieningenrechter staat vast dat het bouwplan in strijd is met het geldende bestemmingsplan "Van Merle", omdat op de betreffende gronden de bestemmingen "Wonen", "Verblijfsgebied" en "Groenvoorzieningen" rusten, waarbinnen deels geen enkele bebouwing is toegestaan.
2.5 Verweerder heeft ter realisering van het bouwplan vrijstelling verleend op grond van artikel 19, tweede lid, WRO. Aan dit besluit heeft verweerder een uitgebreide ruimtelijke onderbouwing d.d. 18 juli 2007 ten grondslag gelegd, in de conclusie waarvan onder meer het volgende is vermeld.
"Met de bouw van het kinderdagverblijf wordt voorzien in de behoefte aan een nieuw kinderdagverblijf voor Club Bambino. Tevens wordt voldaan aan de wens van de gemeente Heemstede om meer functies in de wijk te integreren, waardoor de doodse onderbouwen van de flats meer betekenis krijgen dan tot nu toe het geval was. Het geprojecteerde bouwwerk is zorgvuldig in zijn omgeving ingepast en past in het geldende overheidsbeleid. Er zijn voorts uit het oogpunt van natuur en milieu, verkeer, privaatrechtelijke bepalingen en economische uitvoerbaarheid geen belemmeringen voor het verlenen van vrijstelling."
Het bouwplan past in het totale project van de algehele renovatie van de Provinciënwijk inclusief de herinrichting van de openbare ruimte, waarbinnen is besloten om, waar mogelijk, openbare functies onder te brengen in de onderbouw van de (galerij)flats.
2.6 Blijkens de ruimtelijke onderbouwing en de beantwoording van de door verzoekers ingediende zienswijzen heeft verweerder bij het nemen van het bestreden besluit tevens - onder meer - gelet op de aspecten geluid(shinder), parkeergelegenheid en op de noodzaak voor een kinderdagverblijf op deze locatie.
2.7 Met betrekking tot de parkeerdruk heeft verweerder erop gewezen dat het alleen om halen en brengen gaat. Bovendien is na tellingen in de (in zones opgedeelde) Provinciewijk, waarin de Overijssellaan is gelegen, geconstateerd dat de totale parkeercapaciteit groter is dan de werkelijke behoefte, waarbij tevens rekening is gehouden met het verlies van enkele garageboxen.
Verweerder heeft zich voorts op het standpunt gesteld dat het kinderdagverblijf geen geluidshinder van belang veroorzaakt, mede gelet op de zeer jonge leeftijd van de kinderen en in aanmerking genomen dat het gebruik zich voornamelijk beperkt tot de normale kantooruren. Tevens is van belang dat de toegangsdeuren contact-schuifdeuren zijn en dat zich daarom geen overlast door dichtslaande toegangsdeuren kan voordoen. Verweerder wijst er voorts op dat de Wet geluidhinder aan het bouwplan geen nadere eisen stelt.
Wat betreft de noodzaak voor een kinderdagverblijf, juist op deze plek heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de locatie aan de Overijssellaan de enige geschikte locatie is en dat het niet realiseren van een kinderdagverblijf op deze plek betekent dat het aanbod (met name in het centrum) onder druk komt te staan. Van belang is voorts dat het niet om een nieuwe vestiging gaat, maar om een vervangende locatie voor Club Bambino, die thans - niet langer adequaat - gehuisvest is aan de Hendrik de Keyserlaan, slechts enkele straten van de Overijssellaan verwijderd.
2.8 Hetgeen hiervoor is overwogen kan naar voorlopig oordeel niet tot de conclusie leiden dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de bewoners of zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat er geen aanleiding is voor hun vrees voor overlast. Verzoekers hebben deze vrees voor met name geluidsoverlast, omdat geluid blijft hangen in de "kom" tussen de flatgebouwen, vooralsnog onvoldoende onderbouwd of aannemelijk gemaakt.
Van belang is daarbij tevens nog dat, zoals ter zitting naar voren is gebracht, gelet op de openingstijden van het kinderdagverblijf, het brengen en halen van de kinderen zich afspeelt tussen 7.30 uur en 9.30 uur respectievelijk 16.30 uur en 18.30 uur en dat de ouders, mede gelet op de ligging in een woonwijk, niet altijd per auto, maar ook lopend of op de fiets komen. En voorts dat - naar ter zitting is toegelicht- , gezien de zeer jonge leeftijd van de kinderen van nul tot 4 jaar, het buitenterrein niet of slechts een beperkt gedeelte van de dag in gebruik zal zijn, in de zomer uiteraard meer dan in de winter. Terecht heeft verweerder voorts naar voren gebracht dat de aanwezigheid van een kinderdagverblijf in dit opzicht niet vergelijkbaar is met bijvoorbeeld een basisschool.
In dit verband memoreert de voorzieningenrechter dat de woordvoerster van Club Bambino ter zitting aan verzoekers de uitnodiging heeft gedaan om te komen kijken en luisteren in en om het in Haarlem-Schalkwijk reeds opererende kinderdagverblijf. Deze vestiging heeft niet geleid tot enige klachten of bezwaren van omwonenden, aldus de woordvoerster.
2.9 Met betrekking tot de belangen van verzoekster [B] acht de voorzieningenrechter vermeldenswaard dat verweerder, naar ter zitting is komen vast te staan, haar het aanbod heeft gedaan van een andere flatwoning binnen een jaar na de realisatie van het kinderdagverblijf, indien zij inderdaad overlast daarvan mocht ondervinden.
2.10 Ten aanzien van de bezwaren van verzoekers omtrent overlast door de bouwactiviteiten moet worden opgemerkt dat deze geen rol spelen in de belangenafweging ter zake van het vrijstellingsbesluit ten behoeve van realisatie van het bouwplan.
2.11 Gelet op het voorgaande is niet te verwachten dat het besluit in bezwaar geen stand zal kunnen houden.
2.12 Er bestaat dan ook geen aanleiding voor schorsen van het besluit of het treffen van een (andere) voorlopige voorziening. Het verzoek daartoe wordt derhalve afgewezen.
2.13 Voor een proceskostenveroordeling zijn geen termen aanwezig.
wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G. Guinau, voorzieningenrechter, en op 6 maart 2008 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van mr. M. Hekelaar, griffier.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.