ECLI:NL:RBHAA:2008:BC6316

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
10 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
15/740102-07
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van oplichting en witwassen door een criminele organisatie

In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 10 maart 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder oplichting en witwassen. De verdachte was betrokken bij een criminele organisatie die zich bezighield met Advance fee fraude, waarbij slachtoffers werden misleid met valse beloftes van grote geldbedragen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen op verschillende tijdstippen en locaties in Nederland, slachtoffers heeft bewogen tot het overmaken van geldbedragen door zich voor te doen als vertegenwoordigers van een loterij of als andere valse identiteiten. De slachtoffers werden vaak benaderd via e-mail en telefonisch, waarbij hen werd verteld dat zij een prijs hadden gewonnen, maar dat zij eerst kosten moesten betalen om deze prijs te ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn mededaders op slinkse wijze gebruik maakten van listige kunstgrepen om hun slachtoffers te bedriegen.

Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, waarbij hij geldbedragen heeft verworven die afkomstig waren uit misdrijven. De verdachte heeft gedurende een lange periode deelgenomen aan deze criminele activiteiten, wat heeft geleid tot aanzienlijke financiële schade voor de slachtoffers. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot een gevangenisstraf van vier jaar toegewezen, evenals de verbeurdverklaring van een GSM-toestel en een geldbedrag. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die schade had geleden door de oplichting.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740102-07 en 15/740059-08
Uitspraakdatum: 10 maart 2008
Tegenspraak
Verkort strafvonnis (art. 138 b Sr)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 februari 2008 in de zaken tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Utrecht - Huis van Bewaring locatie Nieuwegein.
De rechtbank heeft de zaken met de parketnummers 15/740102-07 en 15/740059-08 ter terechtzitting gevoegd.
1. Tenlastelegging
Het in de dagvaarding in de gevoegde zaak met parketnummer 15/740059-08 opgenomen feit heeft de rechtbank van doorlopend nummer 5 voorzien. Zij zal die nummering in dit vonnis aanhouden.
Aan verdachte is, na wijziging ter terechtzitting van 25 februari 2008 op vordering van de officier van justitie, ten laste gelegd dat:
1. (15/740102-07, zaaksdossier 2; oplichting [slachtoffer1])
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 oktober 2006
tot en met 8 januari 2007 te Amsterdam en/of elders in Nederland
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, (telkens) [slachtoffer1]
heeft bewogen tot de afgifte van
510,- euro (op of omstreeks 3 november 2006) en/of
4.500,- euro (op of omstreeks 8 november 2006) en/of
12.000,- US Dollar [omgerekend (ongeveer) 9.382,- euro]
(op of omstreeks 17 november 2006) en/of
4.500,- euro (op of omstreeks 14 december 2006) en/of
2.000,- euro (op of omstreeks 29 december 2006) en/of
2.000,- euro (op of omstreeks 4 januari 2007) en/of
1.000,- euro (op of omstreeks 8 januari 2007),
althans (telkens) een geldbedrag, in elk geval (telkens) van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk -
zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens) (onder meer)
- zich voorgedaan als Roland Burne en/of Mr Bottamley van Huiberts en/of Mr Givens Heeswijk en/of John van Dijk en/of in die (valse) hoedanighe(i)d(en) en/of gebruik makend van een of meer (valse) bedrijfsna(a)m(en), zoals 'Netpoint Claims & Management' en/of 'Postbank' en/of 'European Central Bank' en/of 'Globe Anchor Security and Trust':
- die [slachtoffer1] (per email) benaderd en/of (per email en/of telefonisch)
medegedeeld dat die [slachtoffer1] een loterij en/of prijs van 750.000,- US Dollar had gewonnen en/of die [slachtoffer1] deze (loterij)prijs in het vooruitzicht gesteld
en/of
- die [slachtoffer1] gevraagd een of meer betaling(en) te doen teneinde te kunnen beschikken over die (loterij)prijs, zijnde (onder meer) kosten verband houdende
met de notariele legalisatie en/of opening van een tijdelijke bankrekening
en/of te betalen taks/belasting en/of transfer van (een) geldbedrag(en) en/of
- die [slachtoffer1] medegedeeld dat de door die [slachtoffer1] gewonnen (loterij)prijs
binnen 48 uur na voornoemde betaling(en) aan die [slachtoffer 1] zou worden overgemaakt en/of
- die [slachtoffer1] gevraagd/uitgenodigd naar Nederland te komen teneinde de
(loterij)prijs in ontvangst te kunnen nemen,
waardoor die [slachtoffer1] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n)
en/of
(zaaksdossier 2: witwassen)
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 december
2006 tot en met 4 januari 2007 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en
in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) een of meer
voorwerp(en), te weten (een) geldbedrag(en) van 2.000,- euro en/of 2.000 euro,
althans (telkens) een geldbedrag, (telkens) heeft verworven en/of voorhanden
heeft gehad, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat bovenomschreven
voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig
misdrijf;
2. (15/740102-07, zaaksdossier 9: witwassen)
hij op tijdstippen in of omstreeks de periode van 28 augustus 2003 tot en met 24 januari 2007 te Amsterdam en/of Den Haag en/of Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) meermalen geldbedragen tot een totaal van (ongeveer) 292.694,46 euro en (ongeveer) 329,- US dollar en/of 1.050,- US dollar of euro, althans een groot geldbedrag,
bestaande uit het totaal van de navolgende bedragen:
* 272.384,46 euro en (ongeveer) 329,- US dollar en/of 1.050,- US dollar of euro [100 binnenkomende moneytransfers (zie zaaksdossier 9, bijlage B2) en 8 binnenkomende moneytransfers (zie aanvullend proces-verbaal van de politie d.d. 17-01-08 mbt bevindingen [slachtoffer2]) en 2 binnenkomende moneytransfers (zie RC-verhoor Luchenko d.d. 12 december 2007)] en/of
* 20.310,- euro (8 uitgaande moneytransfers, zie zaaksdossier 9, bijlage B3)
althans een of meer geldbedrag(en) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat bovenomschreven geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit oplichting en/of valsheid
in geschrift, althans uit enig misdrijf;
3. (15/740102-07, zaaksdossier 11: criminele organisatie)
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2005 tot en met 24 januari 2007 te Amsterdam, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie bestaande uit verdachte en/of zijn mededader(s), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- (medeplegen van) valsheid in geschrift, en/of
- (medeplegen van) (gewoonte)witwassen, en/of
- (medeplegen van) oplichting;
4. (15/740102-07, zaaksdossier 2: poging oplichting [slachtoffer1])
hij in of omstreeks de periode van 9 januari 2007 tot en met 24 januari 2007 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer en/of Amsterdam en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer1] en/of een
persoon die zich voordeed als [slachtoffer1] te bewegen tot de afgifte van (ongeveer) 12.250,- euro, althans een geldbedrag, in elk geval van enig goed,
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid met een of meer
van zijn mededader(s), althans alleen, (onder meer)
- zich naar die [slachtoffer1] en/of die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1]
heeft voorgedaan als Dr. Roland Burne en/of Donald Jefferson
en/of Dirck Clementius en/of in die valse hoedanighe(i)d(en) en/of gebruik makend van een of meer (valse) bedrijfsna(a)m(en), te weten 'Netpoint Finance & Claims Management Services' en/of 'Postbank' en/of 'Globe':
- die [slachtoffer1] [in het kader van een die [slachtoffer1] voorgespiegeld verhaal, inhoudende dat die [slachtoffer1] een (loterij)prijs van 750.000,- US Dollar had gewonnen] (per email) heeft gevraagd/uitgenodigd naar Nederland te komen teneinde een/die (loterij)prijs in ontvangst te kunnen nemen en/of
- die [slachtoffer1] (per email) heeft gevraagd dan wel opdracht heeft gegeven een
kopie van zijn legitimatiebewijs en/of vliegticket naar hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te faxen en/of te mailen en/of een hotel(kamer) te boeken rondom Schiphol en/of het hotel en/of kamernummer aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) door te geven en/of met [slachtoffer1] heeft afgesproken elkaar
(aldaar) te zullen ontmoeten en/of
- die [slachtoffer1] (per email) heeft gevraagd een (contante) betaling van 12.250,-
euro te doen, zijnde kosten verband houdende met te betalen zogenaamde VAT
(BTW/belasting) en/of heeft medegedeeld die [slachtoffer1] (na overhandiging van
voornoemd bedrag) het geldbedrag van de (loterij)prijs, zijnde 750.000,- US
Dollar, te zullen tonen en/of (vervolgens) dit geldbedrag van de (loterij)prijs
(direct) op de (Zwitserse) bankrekening van die [slachtoffer1] te zullen storten en/of
- zich naar dat (geboekte en/of doorgegeven) hotel heeft begeven en/of (aldaar)
die [slachtoffer1], althans die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], heeft
gevraagd een formulier in te vullen waarmee die [slachtoffer1], althans die persoon
die zich voordeed als [slachtoffer1], officieel een claim zou kunnen leggen op de
(loterij)prijs en/of (wederom) heeft medegedeeld dat als die [slachtoffer1], althans
die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], voornoemd geldbedrag (contant) zou overhandigen en/of voornoemd formulier zou invullen hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) de (loterij)prijs zou(den) ophalen en aan die [slachtoffer1], althans
die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], zou(den) overhandigen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5. (15/740059-08, oplichting [slachtoffer2])
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 januari
2004 tot en met 30 november 2005 te Amsterdam en/of elders in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer2] (telkens) heeft bewogen tot de afgifte van (telkens) een of meer
geldbedrag(en), zijnde (in totaal) (ongeveer) 37.000,- US dollar, in elk geval
van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven
oogmerk - zakelijk weergegeven - (telkens) valselijk en/of listiglijk en/of
bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid (telkens)
zich naar die [slachtoffer2] (onder meer) voorgedaan als Serena Jones (zijnde een ziek
persoon) en/of Richard Gordon (zijnde de advocaat/vertegenwoordiger van die
Serena Jones) en/of Edward South en/of Edward Smith en/of John Peter en/of
George (William Smith) en/of in die (valse) hoedanighe(i)d(en):
- die [slachtoffer2] [in het kader van een hem voorgespiegeld verhaal, inhoudende dat
een persoon genaamd Serena Jones ongeneeslijk ziek was en/of niet lang meer te
leven had en/of haar geld - zijnde een bedrag van (ongeveer) 10 miljoen US
dollar, althans een groot geldbedrag, - via een tussenpersoon wilde verdelen
onder een of meer liefdadigheidsinstellingen en/of dat die tussenpersoon als
beloning daarvoor een percentage van dit geldbedrag zou krijgen] medegedeeld
dat hij als begunstigde was aangewezen (teneinde dit vermogen in een
charitatieve stichting onder te brengen en/of als trustee te beheren) en/of
dat hij hierbij begeleid zou worden door die Richard Gordon en/of
- die [slachtoffer2] (meermalen) gevraagd naar Nederland te komen en/of
- die [slachtoffer2] (onder meer) begeleid naar een kantoor en/of aldaar een
doos/koffer getoond, inhoudende een hoeveelheid US dollar bankbiljetten
[zijnde (een gedeelte van) voornoemd vermogen] en/of
- die [slachtoffer2] meegedeeld dat de beveiligingsstempels op die bankbiljetten
verwijderd konden worden met behulp van een chemisch middel en/of
- die [slachtoffer2] getoond hoe een bankbiljet met behulp van dat middel
schoongemaakt kon worden en/of die [slachtoffer2] dat bankbiljet overhandigd teneinde
de echtheid van het bankbiljet en/of daarmede de overige in die doos/koffer
bevindende bankbiljetten aan te tonen en/of
- die [slachtoffer2] medegedeeld dat voornoemd/het chemische middel niet (meer) werkte
en/of
- die [slachtoffer2] gevraagd een of meer betaling(en) te doen ten behoeve van (onder
meer) douanekosten en/of een drugsverklaring en/of beveiligingskosten en/of
reiskosten van die Richard Gordon en/of een (nieuw) chemisch middel,
waardoor die [slachtoffer2] (telkens) werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar, met aftrek overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht;
- verbeurdverklaring van een GSM-toestel van het merk Nokia en een geldbedrag ad € 8.390,00;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer2] tot een bedrag ad € 18.100,92 en de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4. Oordeel van de rechtbank
4.1. Bewijs
Overwegingen en bijbehorende beslissing aangaande het bewijs
De raadsman van verdachte heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde oplichtingen. Hij heeft daartoe - kort gezegd - aangevoerd dat uit het dossier blijkt van diverse omstandigheden die bij de slachtoffers argwaan hadden moeten wekken, dat de slachtoffers desondanks geen enkele voorzorgsmaatregel hebben genomen en dat sommigen zelfs, na door de politie te zijn gewaarschuwd, toch weer zijn ingegaan op betalingsverzoeken in verband met de in het vooruitzicht gestelde geldsommen.
Het gaat om werkende, goed opgeleide personen, die de normaal in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke voorzorgsmaatregelen dienen te nemen om te voorkomen dat zij worden opgelicht. Door deze voorzorgsmaatregelen achterwege te laten hebben zij welbewust het risico genomen een kat in de zak te kopen. Deze mensen behoren niet tot de groep van personen die artikel 326 Sr beoogt te beschermen; in dit verband heeft de raadsman verwezen naar de conclusie van A.G. Knigge bij HR 4 april 2006, NJ 2006, 398.
De rechtbank verwerpt dit verweer en overweegt daartoe het volgende.
Het soort oplichting, zoals aan verdachte tenlastegelegd, ook wel Advance fee fraude of 4.1.9 fraude genaamd, is een wereldwijd verspreid fenomeen waarbij via brief, e-mail of fax contact wordt opgenomen met grote aantallen mensen met het verhaal dat zij miljoenen euro’s of dollars rijker kunnen worden door aanspraak te maken op bijvoorbeeld een prijs in de loterij of een erfenis. Uit de vele (politie)onderzoeken die wereldwijd naar deze vorm van fraude is gedaan en het grote aantal slachtoffers dat is gemaakt en nog steeds wordt gemaakt, blijkt dat veel mensen gevoelig zijn voor een dergelijke benadering. Na ontvangst per fax/mail van allerlei officieel ogende documenten van bestaande betrouwbaar geachte instanties (o.a. banken, douane, belastingdienst en justitiële autoriteiten) waarin de - niet bestaande - aanspraak van de aangeschrevene op het miljoenenbedrag wordt bevestigd, zijn zij niet alleen bereid geld te betalen voor verschuldigde kosten en belastingen, maar ook om naar Nederland te reizen teneinde het geld in ontvangst te kunnen nemen.
Er is sprake is van een doordachte, goed uitgewerkte en sluwe opzet om mensen geld afhandig te maken. Het moge zo zijn dat daarbij wellicht omstandigheden zijn aan te wijzen die argwaan hadden kunnen wekken, maar deze omstandigheden worden - naar het oordeel van de rechtbank – ruimschoots gecompenseerd door alle valse maar waarheidsgetrouwe en aannemelijk lijkende feiten en omstandigheden die zijn voorgespiegeld. Daarbij acht de rechtbank het van belang dat verdachte en zijn mededaders zich juist richtten op (en slaagden in) het winnen van het vertrouwen van de slachtoffers.
Alle omstandigheden in ogenschouw nemende is de rechtbank dan ook van oordeel dat wel degelijk sprake is van (onder meer) listige kunstgrepen in de zin van artikel 326 Sr. en dat de betreffende slachtoffers onder de bescherming van dat artikel vallen.
4.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
1. (oplichting [slachtoffer1])
hij in de periode van 31 oktober 2006 tot en met 8 januari 2007 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slach[slachtoffer1] heeft bewogen tot de afgifte van
510,- euro (op 3 november 2006) en
4.500,- euro (op 8 november 2006) en
12.000,- US Dollar [omgerekend ongeveer 9.382,- euro] (op 17 november 2006) en
4.500,- euro (op 14 december 2006) en
2.000,- euro (op 29 december 2006) en
2.000,- euro (op 4 januari 2007) en
1.000,- euro (op 8 januari 2007),
hebbende verdachte en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - telkens valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder meer zich voorgedaan als Roland Burne en/of Mr Bottamley van Huiberts en/of Mr Givens Heeswijk en/of John van Dijk en in die valse hoedanighe(i)d(en) en gebruik makend van een valse bedrijfsnaam, zoals 'Netpoint Claims & Management' en 'Postbank' en 'European Central Bank':
- die [slachtoffer1] per email benaderd en per email en/of telefonisch medegedeeld dat die [slachtoffer1] in de loterij een prijs van 750.000,- US Dollar had gewonnen en die [slachtoffer1] deze prijs in het vooruitzicht gesteld en
- die [slachtoffer1] gevraagd betalingen te doen teneinde te kunnen beschikken over die prijs, zijnde onder meer voor kosten verband houdende met de notariële legalisatie en met opening van een tijdelijke bankrekening en voor te betalen belasting en voor transfer van een geldbedrag en
- die [slachtoffer1] medegedeeld dat de door die [slachtoffer1] gewonnen prijs binnen 48 uur na voornoemde betalingen aan die [slachtoffer 1] zou worden overgemaakt en
- die [slachtoffer1] gevraagd naar Nederland te komen teneinde de prijs in ontvangst te kunnen nemen,
waardoor die [slachtoffer1] werd bewogen tot bovenomschreven afgiften
en
(witwassen)
hij in de periode van 29 december 2006 tot en met 4 januari 2007 in Nederland voorwerpen, te weten tweemaal een geldbedrag van 2.000,- euro , heeft verworven en voorhanden gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
2. (witwassen)
hij in de periode van 28 augustus 2003 tot en met 24 januari 2007 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
immers hebben hij, verdachte, en zijn mededaders meermalen geldbedragen,
bestaande uit 107 binnenkomende moneytransfers en 8 uitgaande moneytransfers, verworven en voorhanden gehad, terwijl hij en zijn mededaders wisten, dat bovenomschreven geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
3. (criminele organisatie)
hij in de periode van 1 december 2005 tot en met 24 januari 2007 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een organisatie bestaande uit verdachte en zijn mededaders, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- (medeplegen van) valsheid in geschrift en
- (medeplegen van) (gewoonte)witwassen en
- medeplegen van oplichting;
4. (poging oplichting [slachtoffer1])
in de periode van 9 januari 2007 tot en met 24 januari 2007 te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer en Amsterdam of elders in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slach[slachtoffer1] of een persoon die zich voordeed als [slach[slachtoffer1] te bewegen tot de afgifte van 12.250,- euro,
hij en/of zijn mededader met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid onder meer zich naar die [slachtoffer1] en/of die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1] heeft voorgedaan als Dr. Roland Burne en/of Donald Jefferson en/of Dirck Clementius en in die valse hoedanighe(i)d(en) en gebruik makend van een (valse) bedrijfsnamen, te weten 'Netpoint Finance & Claims Management Services' en 'Postbank' en 'Globe':
- die [slachtoffer1] [in het kader van een die [slachtoffer1] voorgespiegeld verhaal, inhoudende dat die [slachtoffer1] in de loterij een prijs van 750.000,- US Dollar had gewonnen] per email heeft gevraagd naar Nederland te komen teneinde die prijs in ontvangst te kunnen nemen en
- die [slachtoffer1] per email heeft gevraagd dan wel opdracht heeft gegeven een kopie van zijn legitimatiebewijs en vliegticket naar hem te faxen en/of te mailen en een hotelkamer te boeken rondom Schiphol en het hotel en kamernummer aan hem door te geven en met [slachtoffer1] heeft afgesproken elkaar aldaar te zullen ontmoeten en
- die [slachtoffer1] per email heeft gevraagd een contante betaling van 12.250,- euro te doen, zijnde kosten verband houdende met te betalen zogenaamde VAT en heeft medegedeeld die [slachtoffer1] na overhandiging van voornoemd bedrag het geldbedrag van de prijs, zijnde 750.000,- US Dollar, te zullen tonen en vervolgens dit geldbedrag van de prijs direct op de Zwitserse bankrekening van die [slachtoffer1] te zullen storten en
- zich naar dat geboekte en doorgegeven hotel heeft begeven en aldaar de persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], heeft gevraagd een formulier in te vullen waarmee die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], officieel een claim zou kunnen leggen op de prijs en wederom heeft medegedeeld dat als die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1], voornoemd geldbedrag contant zou overhandigen en voornoemd formulier zou invullen hij de prijs zou ophalen en aan die persoon die zich voordeed als [slachtoffer1] zou overhandigen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5. (oplichting [slachtoffer2])
hij in de periode van 13 januari 2004 tot en met 30 november 2005 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich /of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse
hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[slachtoffer2] telkens heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich naar die [slachtoffer2] onder meer voorgedaan als Serena Jones (zijnde een ziek persoon) en/of Richard Gordon (zijnde de advocaat/vertegenwoordiger van die Serena Jones) en/of Edward South en/of Edward Smith en/of John Peter en/of George William Smith en in die valse hoedanighe(i)d(en):
- die [slachtoffer2] [in het kader van een hem voorgespiegeld verhaal, inhoudende dat een persoon genaamd Serena Jones ongeneeslijk ziek was en niet lang meer te leven had en haar geld - zijnde een bedrag van ongeveer 10 miljoen US dollar - via een tussenpersoon wilde verdelen onder liefdadigheidsinstellingen en dat die tussenpersoon als beloning daarvoor een percentage van dit geldbedrag zou krijgen] medegedeeld dat hij als begunstigde was aangewezen teneinde dit vermogen in een charitatieve stichting onder te brengen en/of als trustee te beheren en dat hij hierbij begeleid zou worden door die Richard Gordon en
- die [slachtoffer2] meermalen gevraagd naar Nederland te komen en
- die [slachtoffer2] onder meer begeleid naar een kantoor en aldaar een doos getoond, inhoudende een hoeveelheid US dollar bankbiljetten en
- die [slachtoffer2] meegedeeld dat de beveiligingsstempels op die bankbiljetten verwijderd konden worden met behulp van een chemisch middel en
- die [slachtoffer2] getoond hoe een bankbiljet met behulp van dat middel schoongemaakt kon worden en die [slachtoffer2] dat bankbiljet overhandigd teneinde de echtheid van het bankbiljet aan te tonen en
- die [slachtoffer2] medegedeeld dat het chemische middel niet meer werkte en
- die [slachtoffer2] gevraagd betalingen te doen ten behoeve van onder meer douanekosten en een drugsverklaring en beveiligingskosten en reiskosten van die Richard Gordon en een nieuw chemisch middel,
waardoor die [slachtoffer2] telkens werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4.3. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Feiten 1 en 4:
De raadsman van verdachte heeft gesteld dat het proces-verbaal stemherkenning niet zonder meer als bewijs kan worden gebruikt, nu niet gebleken is dat de betrokken verbalisant over een bijzondere expertise ter zake beschikt en dus aan de juistheid van zijn bevindingen moet worden getwijfeld.
De rechtbank ziet evenwel geen aanleiding om aan de betrouwbaarheid van de in dit proces-verbaal neergelegde bevindingen te twijfelen, mede gelet op de wel heel specifieke stem en wijze van spreken waarover verdachte –blijkens het onderzoek ter terechtzitting- blijkt te beschikken.
Feit 2:
Volgens de verdediging moet worden betwijfeld of Western Union er een betrouwbaar systeem van identificatie op na houdt, zodat het enkele feit dat iemand zich aldaar als verdachte bij het opnemen van bedragen zou hebben gelegitimeerd niets bewijst.
De rechtbank verwerpt dit verweer, gelet op het navolgende. Uit de stukken is gebleken dat een persoon met de naam [verdachte] geldbedragen heeft opgenomen en zich daarbij heeft gelegitimeerd met een op die naam staand identiteitsdocument. De nummers van die documenten zijn niet allemaal verifieerbaar maar bij de meest recente betalingen is een documentnummer genoteerd dat overeenkomt met het identiteitsdocument dat bij verdachte zelf is aangetroffen. Over dit document heeft verdachte ter terechtzitting verklaard dat hij dit nimmer is kwijtgeraakt en ook nooit heeft uitgeleend. Dat bij die transacties eeen ander zich als verdachte zou hebben voorgedaan, is dan ook onwaarschijnlijk.
Voorts heeft de raadsman betoogd dat zelfs indien de bedragen die door de als slachtoffer gehoorde personen als van misdrijf afkomstig zouden worden aangemerkt, dat nog niet betekent dat ook de andere inkomende of uitgaande betalingen als zodanig zijn aan te merken.
De rechtbank verwerpt ook dit verweer. Gelet op het ontbreken van een andere legale inkomstenbron dan de beperkte uitkering, waarvan verdachte heeft verklaard net te kunnen rondkomen,en gezien het feit dat verdachte geen afdoende verklaring heeft gegeven omtrent de betalingen via Western Union en het geld op zijn spaarrekening en het bij hem aangetroffen geldbedrag, acht de rechtbank bewezen dat alle via Western Union betaalde en ontvangen bedragen van misdrijf afkomstig zijn.
Feit 5:
De rechtbank zal de verklaringen van getuigen, voor zover inhoudende dat zij verdachte van een foto herkennen, niet gebruiken voor het bewijs. Dat de wijze waarop deze getuigen foto’s zijn voorgehouden onrechtmatig zou zijn geweest, behoeft derhalve verder geen bespreking.
5. Strafbaarheid van de feiten
De bewezen verklaarde feiten leveren op:
1. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd
en
Witwassen, meermalen gepleegd.
2. Medeplegen van gewoontewitwassen.
3. Deelnemen aan een organisatie dit tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
4. Medeplegen van poging tot oplichting.
5. Medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
7. Motivering van sancties en van overige beslissingen
Hoofdstraf
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Bij de keuze tot oplegging van een vrijheidbenemende straf en de vaststelling van de duur daarvan heeft de rechtbank in het bijzonder mee laten wegen dat verdachte gedurende een ruim jaar heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die zich op grote schaal bezighield met oplichting, valsheid in geschrifte en het witwassen van aanzienlijke geldbedragen. Verdachte vervulde in deze organisatie een belangrijke rol.
Zoals hiervoor (zie 4.1) reeds overwogen heeft verdachte zich in georganiseerd verband schuldig gemaakt aan zogeheten ‘Advance fee fraude’. Niet alleen werden slachtoffers er op listige wijze toe bewogen (grote) geldbedragen per bank over te maken, zogenaamd ter verkrijging van een prijs of een erfenis, ook werden in het buitenland woonachtige slachtoffers naar Nederland gelokt voor het doen van contante betalingen. Daarbij werden zij veelal naar een speciaal daartoe ingericht nepkantoor gebracht- om het in het vooruitzicht gestelde geld feitelijk in ontvangst te nemen. Hier kregen zij geld te zien waarbij hen werd verteld dat dit geld was voorzien van stempels om diefstal te voorkomen. Ter plekke werd met behulp van de wash-wash truc een aantal biljetten ontdaan van de stempels. De slachtoffers kregen vervolgens een aantal van deze gewassen biljetten mee om deze te kunnen testen op hun echtheid. Daarna kregen zij te horen dat de reinigingsvloeistof op was en dat voor de reiniging van de overige biljetten een aanzienlijk geldbedrag betaald diende te worden betaald.
Hoewel denkbaar is dat de slachtoffers van verdachte en diens medeverdachten werden gedreven door hebzucht, waardoor zij ten prooi zijn gevallen aan deze criminele organisatie, doet dat niets af aan de strafwaardigheid en de verwerpelijkheid van het bewezen verklaarde.
Samen met anderen heeft verdachte voorts gedurende een periode van bijna drieënhalf jaar een gewoonte gemaakt van het witwassen van door misdrijf (oplichting) verkregen geld. Witwassen vormt een aantasting van het financieel-economisch bestel, omdat daarmee gelden worden onttrokken aan het zicht van de fiscus en justitie en het als gevolg daarvan corrumperend werkt op het reguliere handels- en betalingsverkeer.
Overigens houdt de rechtbank rekening met het feit dat aan het onder 1 bewezenverklaarde witwassen deels het zelfde feitencomplex ten grondslag ligt als aan de onder 1 bewezenverklaarde oplichting.
Op grond van het vorenoverwogene is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven GSM-toestel van het merk Nokia dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van dat voorwerp, dat aan verdachte toebehoort, zijn begaan of voorbereid.
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte inbeslaggenomen en niet teruggegeven geldbedrag van in totaal € 8.390,00 eveneens dient te worden verbeurdverklaard. Aangenomen moet worden dat dit bij verdachte aangetroffen en hem toebehorende geld, met name gelet op de hoogte daarvan, geheel of grotendeels door middel van de bewezen verklaarde feiten is verkregen.
Vordering benadeelde partij
De benadeelde partij [slachtoffer2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 30.013,00 ingediend tegen verdachte wegens materië¬le schade die hij als gevolg van het onder 5 ten laste gelegde feit zou hebben geleden.
De rechtbank is van oordeel dat deze schade tot een bedrag van € 18.601,02 eenvoudig is vast te stellen en rechtstreeks voortvloeit uit het onder 5 bewezen verklaarde feit. De vordering zal dan ook in zoverre worden toegewezen.
Daarnaast dient verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank stelt vast dat verdachte jegens de benadeelde partij, voornoemd, naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het onder 5 bewezen verklaarde feit is toegebracht.
Daarom zal de rechtbank de schadevergoe¬dingsmaatregel aan verdachte opleggen tot het bedrag waartoe de vordering van de benadeelde partij is toegewezen, te weten € 18.100,92.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
33, 33a, 36f, 47, 57, 140, 326, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
9. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2. vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens dit feit tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER JAAR.
Bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de thans opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd:
- een zwartkleurig GSM-toestel van het merk Nokia;
- € 8.390,00.
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer2] geleden schade tot een bedrag ad € 18.601,02.
Veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling van dit bedrag aan [slachtoffer2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, met dien verstande dat indien dit bedrag (gedeeltelijk) door zijn mededader(s) wordt voldaan, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer2] de verplichting op tot betaling aan de staat van een bedrag van € 18.601,92, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door 123 dagen hechtenis.
10. Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.M. van Dam, voorzitter,
mrs. E.L. Grosheide en H.P. van der Lelie, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers A.B. van Velzen en mr. A. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 maart 2008.