ECLI:NL:RBHAA:2008:BC6271

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 367145 / CV EXPL 07-7531
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenverhogende omstandigheden bij vaste aanneemsom en waarschuwingsplicht in aannemingsovereenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Haarlem werd behandeld, heeft de kantonrechter op 20 maart 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen Industrial Partitioning B.V. (hierna: IP BV) en Technoparts Zaanstad B.V. (hierna: Technoparts BV). De zaak betreft een overeenkomst van aanneming van werk, waarbij IP BV voor Technoparts BV systeemwanden zou realiseren in een fabriekshal van Nestlé Purina. De overeengekomen aanneemsom bedroeg € 5.750,-- exclusief BTW, en de werkzaamheden dienden ongestoord te kunnen plaatsvinden. Echter, IP BV ondervond aanzienlijke vertragingen door niet bekendgemaakte voorschriften van Nestlé, wat leidde tot extra kosten die IP BV aan Technoparts BV wilde doorberekenen.

De kantonrechter oordeelde dat Technoparts BV in beginsel verplicht was om de extra kosten te vergoeden, aangezien deze kostenverhogende omstandigheden na het sluiten van de overeenkomst waren ontstaan. Echter, de rechter stelde vast dat IP BV haar opdrachtgever, Technoparts BV, niet tijdig op de hoogte had gesteld van de noodzaak tot prijsverhoging, zoals vereist door artikel 7.753 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. Hierdoor had Technoparts BV niet de kans om haar opdrachtgever, Nestlé, tijdig te informeren over de prijsverhoging. Dit leidde tot de conclusie dat het niet redelijk zou zijn om Technoparts BV te verplichten de extra kosten te vergoeden.

Uiteindelijk werd de vordering van IP BV afgewezen en werd IP BV veroordeeld in de proceskosten van Technoparts BV, die tot dat moment waren begroot op € 50,--. Deze uitspraak benadrukt het belang van de waarschuwingsplicht in aannemingsovereenkomsten en de noodzaak om tijdig te communiceren over kostenverhogingen.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 367145 / CV EXPL 07-7531
datum uitspraak: 20 maart 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Industrial Partitioning B.V.
te Haarlem
eisende partij
hierna te noemen IP BV
gemachtigde deurwaarder M.J. van Twuijver
tegen
Technoparts Zaanstad B.V.
te Wormerveer
gedaagde partij
hierna te noemen Technoparts BV
gemachtigde J.H.J. van Middelkoop
De procedure
IP BV heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen Technoparts BV.
Hierop heeft Technoparts BV geantwoord.
Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De vordering
IP BV vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, Technoparts BV zal veroordelen aan IP BV te betalen de somma van € 2.506,59 met (verdere) rente en kosten.
Het verweer
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De feiten
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. In of omstreeks december 2006 hebben partijen een overeenkomst gesloten. IP BV zou voor rekening van Technoparts BV een bouwwerk (systeemwanden) realiseren binnen in een fabriekshal van Nestlé Purina (verder te noemen: Nestlé). Technoparts BV had dit werk op haar beurt weer aangenomen van Nestlé.
2. Overeengekomen was een aanneemsom van € 5.750,-- exclusief BTW welke aanneemsom, zoals afgesproken, in termijnen is betaald. Afgesproken daarbij was dat de locatie, waar gewerkt moest worden, goed bereikbaar was en dat de werkzaamheden ongestoord doorgang konden vinden.
3. IP BV, die voor de bouw (montagewerkzaamheden) een dag had uitgetrokken (2 monteurs = 2 mandagen) wilde op 8 maart 2007 met het werk beginnen, maar werd daartoe door Nestlé vanwege niet aan IP BV bekend gemaakte voorschriften niet toegelaten. Daarop zijn de monteurs vertrokken. Op 15 maart kon pas na elven weer met werken worden begonnen, maar ook dát gaf problemen, omdat van Nestlé eerst niet op de werkplek geboord mocht worden. Verder mocht alleen ergens anders worden gezaagd en geslepen. Tenslotte blokkeerde een vorkheftruck lange tijd de plek waar gebouwd moest worden. Daardoor ontstond zoveel vertraging, dat het werk ook die dag niet klaar kwam. Op 19 maart zijn de monteurs voor de derde keer gekomen en werden zij weer geconfronteerd met allerlei bezwaren van de kant van Nestlé. Uiteindelijk hebben zij het werk die dag toch kunnen voltooien. Opgeleverd is aan de heer Mosata van Nestlé.
4. Bij factuur van 22 maart 2007 is vanwege de hiervoor onder 3. bedoelde vertraging aan ‘meerwerk’ een bedrag groot
€ 2.069,65 inclusief BTW aan Technoparts BV in rekening gebracht. Technoparts BV heeft geweigerd dat te betalen. Daarvóór had IP BV reeds Nestlé op dat ‘meerwerk’ aangesproken, maar laatstgenoemde liet weten daarvoor geen ‘budget’ te hebben.
De beoordeling van het geschil
Partijen blijken eerst en vooral verdeeld over de vraag of Technoparts BV verplicht is de kosten te vergoeden die zijn veroorzaakt doordat het aangenomen werk niet, zoals overeengekomen, ‘ongestoord’ doorgang heeft kunnen laten vinden.
Daarover wordt als volgt geoordeeld.
De tussen partijen gesloten overeenkomst is aan te merken als ‘aanneming van werk.’Toepasselijk is daarom het bepaalde in artikel 7.753 van het Burgerlijk Wetboek, dat inderdaad voorziet in de mogelijkheid om de overeengekomen aanneemsom aan te passen aan kostenverhogende omstandigheden, die pas na het sluiten van de aannemingsovereenkomst zijn ontstaan, of aan het licht gekomen.
Het lijdt geen twijfel dat dergelijke kostenverhogende omstandigheden in dit geval inderdaad zijn ontstaan. IP BV hoefde er in redelijkheid geen rekening mee te houden dat zij op 8 maart 2007 niet gewoon met het werk kon beginnen en dat zij dat niet ongestoord kon voltooien. Daarom zou Technoparts BV in beginsel hebben te betalen voor de daarmee gemoeide, extra kosten.
In dit geval lijdt dat beginsel echter uitzondering, omdat het derde lid van het hiervoor genoemde wetsartikel als voorwaarde stelt, dat IP BV haar opdrachtgever zo spoedig mogelijk van de noodzaak van een prijsverhoging op de hoogte had moeten brengen. Welnu, dat heeft IP BV nagelaten. Technoparts BV hoorde voor het eerst pas van de ondervonden problemen toen het werk al was opgeleverd en nadat de laatste termijn was betaald.
Het argument, dat IP BV in de praktijk feitelijk communiceerde met Nestlé doet daar niet aan af, al was het maar omdat evenmin is gebleken dat Nestlé direct is gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging, zoals in deze zaak aan de orde.
Tenslotte kan niet worden volgehouden dat de redelijkheid gebiedt dat Technoparts BV daarvoor, in afwijking van de wettelijke regeling, tóch moet betalen. Doordat IP BV heeft nagelaten Technoparts BV tijdig op de hoogte te brengen van de noodzaak van een prijsverhoging, heeft laatstgenoemde niet de kans gekregen om tijdig háár opdrachtgever (Nestlé) daarvan op de hoogte te brengen. Daardoor werd Technoparts BV de mogelijkheid ontnomen om deze prijsverhoging -op haar beurt- weer aan Nestlé door te berekenen. Anders gezegd: als IP BV deze prijsverhoging toch aan Technoparts BV zou mogen doorberekenen, dan blijft laatstgenoemde door toedoen van IP BV met de schade zitten, hetgeen nu juist niet redelijk is.
Samenvattend blijkt de vordering ongegrond.
Omtrent de proceskosten moet worden beslist zoals hierna bepaald.
Beslissing
De vordering wordt afgewezen.
IP BV wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van Technoparts BV tot op heden begroot op € 50,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 maart 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.