ECLI:NL:RBHAA:2008:BC5585

Rechtbank Haarlem

Datum uitspraak
20 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
zaak/rolnr.: 368292 / CV EXPL 07-7716
Instantie
Rechtbank Haarlem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.M. Visser
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kostenverhogende omstandigheden bij vaste aanneemsom en waarschuwingsplicht in het bouwrecht

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Haarlem op 20 maart 2008, heeft de kantonrechter zich gebogen over een geschil tussen Caviro Elektro B.V. en een gedaagde partij over de kosten van een elektrische installatie. De eisende partij, Caviro, had in november 2005 een overeenkomst gesloten met de gedaagde partij voor het uitbreiden van een bestaande groepenkast voor een afgesproken prijs van € 150,-. Echter, na inspectie bleek dat de bestaande groepenkast niet kon worden uitgebreid en dat er een geheel nieuwe groepenkast moest worden geïnstalleerd, waarvoor Caviro een bedrag van € 925,25 in rekening bracht. De gedaagde weigerde deze betaling en stelde dat zij nooit was geïnformeerd over de extra kosten.

De kantonrechter oordeelde dat Caviro niet gerechtigd was om de extra kosten door te berekenen aan de gedaagde, omdat niet was voldaan aan de waarschuwingsplicht zoals vastgelegd in artikel 7.753 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter benadrukte dat de gedaagde niet tijdig was gewaarschuwd over de kostenverhoging, waardoor zij niet de kans had gekregen om de overeenkomst te heroverwegen. De rechter concludeerde dat Caviro slechts recht had op de oorspronkelijk afgesproken prijs van € 150,-, die al was betaald, en dat er geen verdere vorderingen konden worden gedaan.

De vordering van Caviro werd afgewezen en de eisende partij werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de gedaagde tot op dat moment waren begroot op € 50,-. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. F.M. Visser, kantonrechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rolnr.: 368292 / CV EXPL 07-7716
datum uitspraak: 20 maart 2008
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
inzake
Caviro Elektro B.V.
te Wormer
eisende partij
hierna te noemen Caviro
gemachtigde deurwaarder mr. O.J. Boeder
tegen
[gedaagde]
te [adres]
gedaagde partij
hierna te noemen [gedaagde]
procedeert in persoon
De procedure
Caviro heeft op gronden zoals in de dagvaarding vermeld een vordering ingesteld tegen [gedaagde].
Hierop heeft [gedaagde] geantwoord.
Vervolgens zijn partijen ter terechtzitting verschenen voor het geven van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Daarvan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt die zo nodig in de vorm van een proces-verbaal worden uitgewerkt.
Tenslotte is de uitspraak op vandaag bepaald.
De vordering
Caviro vordert dat de kantonrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] zal veroordelen aan Caviro te betalen de somma van € 1.161,39 met (verdere) rente en kosten.
Het verweer
Het verweer strekt tot gehele of gedeeltelijke afwijzing van de vordering.
De feiten
In deze procedure zijn de volgende feiten voldoende komen vast te staan omdat deze niet, dan wel onvoldoende gemotiveerd betwist zijn gebleven.
1. In of omstreeks november 2005 is tussen partijen (al dan niet vertegenwoordigd door een derde) afgesproken dat Caviro een extra groep zou maken in het bestaande elektrische systeem, dit ten behoeve van een door [gedaagde] gewenst aansluitpunt voor een elektrisch kooktoestel. Ervan uitgaande dat kon worden volstaan met het uitbreiden van de bestaande groepenkast is een prijs afgesproken van € 150,-- all in.
2. Voordat Caviro de overeengekomen werkzaamheden ging uitvoeren heeft hij eerst een personeelslid bij [gedaagde] langs gestuurd om de bestaande groepenkast te bekijken. Daarvan is toen een foto gemaakt.
3. Vervolgens is door Caviro geconstateerd dat de bestaande groepenkast niet viel uit te breiden, zodat een geheel nieuwe groepenkast moest worden gemaakt. Dat is gebeurd.
4. Daarop is aan [gedaagde] een bedrag groot € 925,25 in rekening gebracht voor de nieuwe groepenkast c.a. [gedaagde] heeft geweigerd dat bedrag te betalen en heeft volstaan met betaling van de eerder afgesproken € 150,--.
De beoordeling van het geschil
Caviro meent dat [gedaagde] moet betalen voor de geleverde groepenkast. Het oorspronkelijk aangenomen werk, te weten de uitbreiding van de bestaande groepenkast, is immers niet uitgevoerd. Er is een heel ander werk uitgevoerd, waartegen geen bezwaar is gemaakt.
[gedaagde] beklemtoont dat zij nooit voor de keuze is gesteld om maar van het hele werk af te zien toen duidelijk werd dat dit niet voor de afgesproken € 150,-- kon worden gerealiseerd. De monteur heeft gewoon die nieuwe groepenkast opgehangen, zonder dat haar ooit is gezegd dat dit (zoveel) extra ging kosten. Sterker: nadat de monteur klaar was met zijn werk wilde zij hem meteen de afgesproken € 150,-- meegeven!
Daarover wordt als volgt geoordeeld.
Toepasselijk is het bepaalde in artikel 7.753 van het Burgerlijk Wetboek. Duidelijk is dat pas na het sluiten van de overeenkomst tussen partijen aan het licht kwam dat het afgesproken werk, te weten de uitbreiding van het bestaande systeem met één groep, veel duurder ging uitvallen dan eerder gedacht. Er moest immers een heel nieuwe groepenkast komen, hetgeen natuurlijk veel duurder is dan het uitbreiden van een bestaande groepenkast.
In het midden kan blijven of het risico van deze kostenverhogende omstandigheid niet reeds voor rekening van Caviro moest blijven, nu zij daarmee rekening had kunnen en moeten houden. Dat lijkt overigens het geval, nu Caviro al een prijs gaf zonder de bestaande stoppenkast zelfs maar te hebben gezien. Kennelijk zag zij zelf ook het belang daarvan wel in, nu zij voor de daadwerkelijke uitvoering van het aangenomen werk eerst iemand langs stuurde om die groepenkast te bekijken.
Hoe dan ook, zelfs indien het risico voor deze kostenverhogende omstandigheid bij [gedaagde] had gelegen, dan nóg mogen de betreffende méérkosten niet aan [gedaagde] worden doorberekend omdat niet is voldaan aan de in artikel 7.753 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek verwoorde waarschuwingsplicht. Gesteld noch gebleken is immers dat [gedaagde] zo spoedig mogelijk voor deze méérkosten is gewaarschuwd, zodat zij niet de kans heeft gekregen om het hele werk maar af te blazen.
Dat betekent dat Caviro slechts recht had op de afgesproken € 150,-- die al lang zijn betaald, zodat thans niets meer te vorderen is.
Caviro moet als verliezende partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter gaat ervan uit dat Caviro de aan [gedaagde] toe te wijzen proceskosten uit eigen beweging zal betalen. Zo niet dan kan [gedaagde] deze op vertoon van dit vonnis door een deurwaarder laten incasseren.
Beslissing
De vordering wordt afgewezen.
Caviro wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, deze voor zover gerezen aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 50,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M.Visser, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 maart 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.