ECLI:NL:RBHAA:2007:BG5653
Rechtbank Haarlem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen aansprakelijkstelling op grond van de Invorderingswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Haarlem op 7 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, X, en de inspecteur van de Belastingdienst te P. Eiser was aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 87.508 op basis van een beschikking van 10 april 2006. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn eindigde op 22 mei 2006. Eiser heeft zijn bezwaarschrift gedagtekend op 24 mei 2006, maar dit is pas op 29 mei 2006 bij verweerder ontvangen. De rechtbank oordeelt dat het bezwaarschrift daarmee niet tijdig is ingediend. Eiser heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die een verschoonbare termijnoverschrijding rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de wijze van verzending van de beschikking correct was en dat het niet tijdig afhalen van het poststuk door eiser voor zijn eigen rekening komt. Eiser had bovendien nog de mogelijkheid om bezwaar te maken nadat hij de beschikking op 16 mei 2006 had ontvangen. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verweerder het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard en heeft het beroep ongegrond verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter L.F. Roseval in aanwezigheid van griffier J. de Roo.